ECLI:NL:RBMAA:2010:BN9954
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over gecedeerde vordering van provider mobiele telefonie met betrekking tot abonnementskosten
In deze zaak heeft InVesting B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde, met betrekking tot onbetaalde abonnementskosten voor telecommunicatiediensten. De vordering is ingesteld op 24 februari 2010 en betreft een bedrag van € 336,94, inclusief hoofdsom, vervallen rente en buitengerechtelijke kosten. De eisende partij stelt dat de gedaagde partij tekortgeschoten is in zijn betalingsverplichtingen jegens T-Mobile Netherlands B.V., waarvan de vordering aan InVesting is gecedeerd. De gedaagde heeft erkend drie overeenkomsten met T-Mobile te hebben gesloten, maar betwist dat hij in verzuim is geraakt en verzoekt om een totale rekening van de verschuldigde kosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet voldoende heeft gereageerd op de stellingen van InVesting en dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij tijdig zijn verplichtingen is nagekomen. De rechtbank heeft de vordering van InVesting voor een deel toegewezen, namelijk € 175,98 aan achterstallige abonnementskosten, maar heeft de vordering tot vergoeding van vervallen rente en buitengerechtelijke kosten afgewezen. Dit omdat InVesting niet voldoende heeft onderbouwd wanneer de gedaagde in verzuim is geraakt en welke kosten precies in rekening zijn gebracht.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van InVesting, die zijn begroot op € 230,89. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal op 14 juli 2010 en is uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.