ECLI:NL:RBMAA:2010:BP1625
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen van SNS Bank N.V. tegen consument en bewindvoerder wegens onvoldoende bewijs van betalingsverzuim
In deze zaak vorderde SNS Bank N.V. de hoofdelijke veroordeling van de consument en zijn bewindvoerder tot betaling van een bedrag van € 5.000,00, voortvloeiend uit een consumptieve kredietovereenkomst en een rekening-courant. De rechtbank Maastricht oordeelde dat SNS niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van betalingsverzuim. De rechtbank benadrukte dat de stelplicht voor het aannemen van verzuim, zoals vastgelegd in artikel 6:81 BW, niet was nageleefd. SNS had niet gespecificeerd wanneer en op welke gronden het verzuim was ingetreden, waardoor de vorderingen niet konden worden toegewezen.
De rechtbank merkte op dat SNS had moeten aantonen dat er een specifiek moment van verzuim was en dat er geen ingebrekestelling was gedaan. De vordering van SNS was gebaseerd op een onjuist uitgangspunt, wat leidde tot de afwijzing van de hoofdvordering en de nevenvorderingen. De rechtbank concludeerde dat de eisende partij, SNS, ook in de proceskosten moest worden verwezen, die aan de zijde van de bewindvoerder op € 400,00 werden begroot.
Het vonnis werd uitgesproken in het openbaar door de kantonrechter, mr. H.W.M.A. Staal, op 22 december 2010. De rechtbank benadrukte de noodzaak van goede afspraken tussen SNS en de bewindvoerder over een haalbaar aflossingsschema, in plaats van een juridische procedure die alleen extra kosten met zich meebracht.