ECLI:NL:RBMAA:2010:BP1633
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen inzake telefoonabonnement door Investeringsmaatschappij
In deze zaak heeft de besloten vennootschap InVesting B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 374,88, vermeerderd met wettelijke rente en vergoeding van buitengerechtelijke kosten, op basis van een veronderstelde overeenkomst voor een telefoonabonnement. De eisende partij stelde dat de gedaagde niet aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. De gedaagde heeft echter geen expliciete erkenning van de contractuele relatie met InVesting gegeven en voerde aan dat hij zich in een moeilijke financiële en psychische situatie bevond.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van InVesting niet voldoende onderbouwd waren. Er was geen bewijs van een cessie van rechten van KPN aan InVesting, en de vorderingen werden afgewezen wegens gebrek aan feitelijke grondslag. De rechtbank merkte op dat InVesting wel stukken had bijgevoegd, maar deze niet adequaat had besproken of onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van InVesting niet konden worden toegewezen, omdat zij niet kon aantonen dat zij rechthebbende was op de vordering tegen de gedaagde.
De rechtbank heeft de vorderingen van InVesting afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn gesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter te Maastricht, op 22 december 2010.