ECLI:NL:RBMAA:2011:BP4011

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
11 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
370321107
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen door aannemer

Op 11 februari 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een aannemer, die werd beschuldigd van valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beschuldigingen waren gebaseerd op het valselijk opmaken van excelbestanden en facturen, waarbij de officier van justitie stelde dat de verdachte onterecht uren had gefactureerd die niet waren gewerkt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de excelbestanden als bewijsstuk jegens derden waren gebruikt, en dat de uitleg van de verdachte over de facturen niet evident ongeloofwaardig was. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie niet had aangetoond dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De vrijspraak werd ook ondersteund door de afwezigheid van bewijs dat de verdachte oplichting had gepleegd, aangezien de grondslag voor deze beschuldiging was komen te vervallen door de vrijspraak van valsheid in geschrifte. Evenzo ontbrak het bewijs voor het witwassen van gelden, omdat de rechtbank niet kon vaststellen dat de verdachte geld had verkregen uit een misdrijf. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor de officier van justitie om overtuigend bewijs te leveren voor de beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/703211-07
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 februari 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortegegevens],
wonende te [adresgegevens].
Raadsman is mr. L.E.M. Hendriks, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 27 januari 2011 en 28 januari 2011, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: samen met een ander of anderen een aantal (computer)excelbestanden en facturen valselijk heeft opgemaakt dan wel heeft vervalst.
Feit 2: samen met een ander of anderen [benadeelde partij 1] door onwaarheden heeft bewogen tot de afgifte van geld.
Feit 3: zich samen met een ander of anderen heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
Voor wat betreft feit 1 is de officier van justitie van mening dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte, samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], van welke vennootschappen hij directeur is, opzettelijk excelbestanden heeft vervalst. Die vervalsing bestaat uit het ten onrechte schrijven van overuren in de urenoverzichten van de werknemers van de B.V.’s. Deze excelbestanden zijn bestemd om te dienen als bewijs van de gemaakte uren. Ook is in één geval er voor gekozen om de uren te boeken in een andere week dan ze daadwerkelijk zijn gemaakt.
Verdachte heeft samen met deze vennootschappen ook facturen valselijk opgemaakt. Die valsheid bestaat uit het opnemen in de factuur van de hiervoor genoemde niet gemaakte overuren. Soms bestaat de valsheid daarin dat het gefactureerde werk in het geheel niet is uitgevoerd.
Voor wat betreft feit 2 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat aangever [benadeelde partij 1] door de valselijk opgemaakte facturen is bewogen tot betalingen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] Verdachte is hier als medepleger bij betrokken. Als gevolg van deze oplichting zou verdachte een voordeel hebben genoten van € 161.817,50 euro.
Voor wat betreft feit 3 acht de officier van justitie ten slotte wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gelden onder zich heeft gekregen middels valsheid in geschrifte en oplichting. De gelden zijn direct afkomstig uit enig misdrijf zodat er sprake is van witwassen. Geheel subsidiair heeft de officier van justitie er nog op gewezen dat verdachte BTW fraude zou hebben gepleegd. Ook hiermee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1, 2 en 3. De excelbestanden waren niet bestemd voor extern gebruik maar voor de eigen nacalculatie. Ook werden deze bestanden niet één op één gebruikt voor het maken van de facturen.
Omdat deze bestanden geen externe bestemming hebben is van valsheid in geschriften geen sprake.
De facturen zijn evenmin vals. Er zijn namelijk geen uren en/of diensten gefactureerd die niet zijn gemaakt of uitgevoerd.
Nu niet ten onrechte is gefactureerd is geen sprake van oplichting en evenmin van witwassen.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Feit 1. De valsheden
Heel kort samengevat verwijt de officier van justitie onder dit feit verdachte dat hij computerbestanden en facturen valselijk heeft opgemaakt. Die valsheid bestaat steeds daaruit dat uren worden opgevoerd, of in het excelbestand of in de bijbehorende factuur, die niet daadwerkelijk zijn gemaakt. Alvorens de rechtbank dit zal bespreken merkt zij het volgende op.
De officier van justitie heeft er voor gekozen om een groot aantal facturen in de dagvaarding op te nemen. In zijn toelichting heeft hij gezegd niet in staat te zijn per factuur aan te geven of deze vals is of niet. Bestudering van enkele door hem genoemde relevante gegevens leidt echter onvermijdelijk tot de conclusie dat een of meer van deze facturen vals moeten zijn, aldus de officier van justitie.
Het is uiteraard de keuze van de officier van justitie om zo te werk te gaan, en wellicht is er ook geen andere aanpak denkbaar. Maar de consequentie van deze aanpak is wel dat als nadere bestudering van die volgens de officier van justitie relevante gegevens leidt tot de conclusie dat de valsheid niet zo evident is als in eerste instantie wellicht lijkt, en er dus ruimte blijft voor twijfel, een veroordeling niet kan volgen, omdat in ieder geval de overtuiging ontbreekt.
In het kader van de rechterlijke overtuiging in deze zaak speelt met name ook nog het volgende een rol. Tussen verdachte en aangever [benadeelde partij 1] loopt een omvangrijke en slepende civiele procedure over de werkzaamheden die verdachte voor aangever heeft uitgevoerd. Aangever voelt zich in hoge mate tekortgedaan door verdachte. Voor aangever staat het ook vast dat verdachte een oplichter is. De informatie waarop de officier van justitie zich baseert is in belangrijke mate door aangever aangedragen. Verder is het de rechtbank tijdens de terechtzitting gebleken dat de officier van justitie regelmatig behoefte heeft aan overleg met aangever. Als dat tijdens een deel van de zitting niet mogelijk is, omdat dat achter gesloten deuren plaatsvindt, zegt hij dat ook met zoveel woorden. Tenslotte lijkt de officier van justitie ook oprecht begaan te zijn met het malheur dat aangever is overkomen.
In het kader van een mini-instructie heeft verdachte zijn manier van werken, waarover hierna meer, uit de doeken gedaan. De officier van justitie is daar niet bij aanwezig geweest om inhoudelijke vragen te stellen over die methode. Vervolgens houdt de officier van justitie ter zitting vast aan zijn opvatting, maar moet hij bij nadere uitleg door de verdediging toch enkele malen toegeven dat hij zich heeft vergist. Zo blijkt een te hoog gefactureerd bedrag dat de officier van justitie aanvankelijk schat op € 147.000,-- na uitleg door verdachte in de eigen visie van de officier van justitie nog maar € 17.000,-- groot te zijn (verdachte deelt overigens ook dit standpunt niet).
De combinatie van deze omstandigheden maakt dat een ongemakkelijk gevoel de rechtbank bekruipt en zij zich in gemoede afvraagt in hoeverre de officier van justitie daadwerkelijk een alternatief scenario (bijvoorbeeld zoals geschetst door verdachte) voldoende en met de nodige onbevangenheid heeft onderzocht.
Tegen deze achtergrond komt de rechtbank toe aan de gestelde valsheden. Bij de bespreking van dit verwijt maakt de rechtbank een onderscheid tussen de computerbestanden enerzijds en de facturen anderzijds.
De excelbestanden
Een van de vereisten waaraan moet zijn voldaan om valsheid in geschrifte te kunnen bewijzen is dat het betreffende document een bewijsbestemming moet hebben. Daarvoor moet dus een derde in het spel zijn die van de valsheid geen notie heeft. Dat hoeft niet de derde te zijn waarvoor men het stuk heeft gemaakt, ook als een ander daardoor “op het verkeerde been wordt gezet” kan sprake zijn van valsheid in geschrifte. Maar dat betekent ook dat als het stuk niet bedoeld is voor derden en ook daadwerkelijk niet tegenover derden wordt gebruikt, dat er dan geen sprake kan zijn van valsheid in geschrifte. Ook niet als de inhoud van het stuk in strijd met de werkelijkheid opgemaakt zou zijn.
Verdachte heeft uitvoerig uiteengezet dat hij de excelbestanden enkel gebruikt voor zichzelf, om na afloop van een project zijn resultaat op globale wijze te beoordelen. De bestanden worden niet gebruikt naar derden. Daarvoor gebruikt verdachte andere overzichten, aldus zijn raadsman. Wat men van deze verklaring moge denken, evident ongeloofwaardig is deze niet. Bovendien is deze verklaring ook niet nieuw maar heeft verdachte dat in eerdere fases van het proces bij herhaling aangevoerd. Het had dan ook op de weg van de officier van justitie gelegen om aan te tonen dat deze bestanden wel tegenover derden als bewijsmiddel gebruikt zijn. Onmogelijk is dat zeker niet nu bij dat gebruik in de eerste plaats gedacht moet worden aan instanties als de Belastingdienst, het UWV, de eigen accountant en klanten. Daar had hij kunnen navragen. De officier van justitie heeft er echter van af gezien om dat aanvullende bewijs aan te dragen en heeft er mee volstaan bij herhaling aan te voeren dat de verklaring van verdachte ongeloofwaardig is.
Zoals gezegd, wellicht roept de verklaring van verdachte vragen op maar die verklaring is niet zo evident ongeloofwaardig dat zij reeds daarom kan worden gepasseerd. Nu ander bewijs ontbreekt, kan de rechtbank niet vaststellen dat de excelbestanden daadwerkelijk tegenover derden als bewijsstuk zijn gebruikt zodat reeds om die reden verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
De facturen
Facturen hebben naar hun aard onmiskenbaar een bewijsbestemming. De facturen waar het in deze zaak om gaat zijn door verdachte verzonden aan derden en dus ook als zodanig gebruikt. Daarom zal de rechtbank zich wat betreft de facturen wel een oordeel moeten vormen over de inhoudelijke juistheid ervan.
Volgens de officier van justitie vloeit de valsheid noodzakelijkerwijze voort uit het navolgende:
1. Verdachte heeft in de facturen een groot aantal uren in rekening gebracht bij zijn klant, de aangever in deze zaak, die hij niet heeft uitbetaald aan zijn eigen personeel. Daaraan verbindt de officier van justitie de conclusie dat die uren niet daadwerkelijk zijn gemaakt en dus vals in de facturen zijn opgevoerd;
2. In de civiele procedure tussen aangever en verdachte zijn meerdere deskundigenrapporten overgelegd waarin staat dat verdachte aanmerkelijk meer aan aangever in rekening heeft gebracht dan de omvang en kwaliteit van de werkzaamheden zouden rechtvaardigen.
Ad. 1.
Uit de gegevens die de officier van justitie ter beschikking staan heeft hij afgeleid dat [medeverdachte 1] over een periode van 3 jaar 1510,9 uren in rekening heeft gebracht aan aangever die niet, althans niet zichtbaar, aan werknemers van de vennootschap zijn uitbetaald. Wat betreft [medeverdachte 2] gaat het in die periode om 62 uren. Het moet hier gaan om ten onrechte in rekening gebrachte uren, aldus de officier van justitie
Bij de beoordeling van deze cijfers is het goed allereerst in ogenschouw te nemen dat in een werkjaar circa 47 weken zitten. Bij een periode van 3 jaar gaat het dan om 141 weken. Daarom per week om ongeveer 11 uur (1510,9 + 62: 141) voor de gezamenlijke werknemers.
Verdachte heeft ter zitting een uitvoerige verklaring gegeven voor deze “niet uitbetaalde” uren. Volgens hem bestaan deze uit verschillende kostenposten die hij op deze manier bij zijn klant in rekening brengt. Het gaat dan bijvoorbeeld om uren van stagiaires, uren van personeel van onderaannemers, zijn eigen uren die hij heeft meegewerkt op een project en de uren van zijn calculator voor zover betrekking hebbende op het betreffende project. Deze kostenposten worden niet op urenbasis uitbetaald maar op factuurbasis (bij onderaannemers) of zitten in een vast loon. Stagiaires en personeel van onderaannemers betaalt verdachte uit op basis van daarvoor ontvangen facturen, zijn salaris en dat van zijn calculator staan los van de gemaakte uren. Maar deze uren worden wel gemaakt. Daarom telt verdachte deze uren op bij de uren die gemaakt zijn door het Cao-personeel en berekent ze zo door aan de klant, aldus verdachte. Van ten onrechte berekende uren is in ieder geval geen sprake.
Van deze uitleg kan de rechtbank niet zeggen dat deze evident ongeloofwaardig is. Sterker nog, het klinkt waarschijnlijk. Bewijs welke deze uitleg weerlegt is niet aangedragen.
De officier van justitie heeft nog op andere manieren geprobeerd te onderbouwen dat deze uren niet werkelijk gemaakt zijn. Daarvoor heeft hij gewezen op de hiervoor al besproken excelbestanden. In deze bestanden zijn de gewerkte uren per werknemer per week per project opgenomen. Soms staan daarin vreemde zaken, aldus de officier van justitie. Bijvoorbeeld dat een werknemer op een bepaalde dag 16 uur gewerkt zou hebben op een project, terwijl de werknemers van het bedrijf van verdachte, op een uitzondering na, hebben verklaard dat er niet werd overgewerkt. Ook heeft hij gewezen op de bevinding dat - los van de gemaakte uren - het bedrag op diverse facturen niet overeenkomt met de bedragen die in de corresponderende excelbestanden staan.
Als verklaring heeft verdachte er allereerst op gewezen dat deze excelbestanden niet één op één tot de factuur te herleiden zijn. Het waren immers interne bestanden die verdachte gebruikte om naderhand de resultaten te kunnen beoordelen van het project . Bij die beoordeling moest hij al zijn kosten kwijt op het project waaronder ook de uren van stagiaires, de uren werknemers afkomstig van onderaannemers, de calculator en hijzelf. In de excelbestanden deed verdachte dat door, als het project af was en hij voor zichzelf de balans opmaakte, bij een aantal werknemers een aantal uren bij te schrijven. De uren van een stagiaire werden bijvoorbeeld geschreven bij de werknemer die op de betreffende dag met die stagiaire had gewerkt, zijn eigen uren werden opgeteld bij de werknemer die hij op die dag had geholpen. Zo kan het voorkomen dat bij een werknemer in de excelbestanden meer uren staan dan die de betreffende werknemer werkelijk heeft gewerkt. Maar het totaal aan gewerkte uren, inclusief derden, klopt wel.
Anderzijds werden in de facturen ook kosten van derden opgenomen, zoals onderaannemers en gebruikte materialen, die niet in de excelbestanden zijn terug te vinden omdat ze daar achteraf niet ingezet zijn.
Hoewel de rechtbank niet wil verhullen dat zij deze manier van werken een ongebruikelijke manier van het opmaken van een nacalculatie vindt, is dat gegeven op zich niet voldoende om te kunnen constateren dat een en ander vals is. Hierboven is al aangegeven dat het aantal niet uitbetaalde uren per week waar het om gaat relatief gering is en naar het oordeel van de rechtbank niet apert onwaarschijnlijk is. Bewijs waarmee de officier van justitie de uitleg van verdachte weerlegt is niet aangevoerd.
Ad. 2.
Op zich is het juist dat in de civiele procedure tussen verdachte en aangever rapporten zijn overgelegd met betrekking tot het schilderwerk en de bouwkundige werkzaamheden, waarin wordt gesteld dat ter zake deze werkzaamheden meer is gefactureerd dan – om het kort te zeggen – het werk waard is. Zowel de kwaliteit als de omvang van de werkzaamheden rechtvaardigen niet de gestuurde nota’s.
Zijnerzijds heeft verdachte er op gewezen dat deze rapporten onderwerp zijn van discussie in een nog lopende civiele procedure. Verdachte is het met de conclusies niet eens en hij heeft aangegeven op welke onderdelen de deskundigen zich naar zijn mening vergist hebben. Met andere woorden, over deze rapporten is het laatste woord nog niet gezegd en de conclusies mogen zeker niet als vaststaand worden beschouwd.
De rechtbank deelt die visie. Hoewel deskundigenrapporten vaak worden gevolgd door de civiele rechter is dat zeker niet altijd zo. Reeds daarom kunnen deze rapporten nu niet ten grondslag liggen aan het bewijs in de onderhavige strafzaak.
Maar er is nog meer. Deze rapporten zijn uitgebracht in een civiele procedure. De deskundigen hebben de hen voorgelegde vragen dan ook door een zuiver civiele bril bekeken tegen de achtergrond van een geldvordering van de ene partij op de andere. Zij hebben zich daarbij niet gerealiseerd dat de rapporten ook in een strafzaak gebruikt zouden gaan worden waarbij het niet gaat om een geldkwestie maar om de vraag of verdachte heeft gefraudeerd en aangever heeft opgelicht. De rechtbank sluit niet uit dat als de deskundigen in het licht van die vragen zouden hebben gerapporteerd de antwoorden beduidend anders zouden hebben geluid.
Tenslotte wijst de rechtbank er op dat zich in het dossier een voorcalculatie betreffende het project [S.straat]/[A.B.laan] te Maastricht bevindt (de vermeende valse facturen in deze strafzaak zien nagenoeg allemaal op dit project). Uit deze voorcalculatie maakt de rechtbank op dat de kosten aanvankelijk geschat werden op € 627.000,--. Uiteindelijk is
€ 836.000,-- in rekening gebracht. Dit is een niet onbeduidende kostenoverschrijding maar het is een feit van algemene bekendheid dat bij verbouwprojecten een kostenoverschrijding niet ongebruikelijk is. Verder is de rechtbank van oordeel dat deze kostenoverschrijding niet zodanig is dat meteen aan valsheid in geschriften en/of oplichting gedacht moet worden.
Een andere verklaring voor de kostenoverschrijding zou kunnen zijn een niet efficiënte wijze van verbouwen. Calculator [S.] heeft verklaard dat bij [medeverdachte 1] inefficiënt gewerkt werd en dat er veel uren gemaakt werden met weinig resultaat.
Uit het vorenstaande volgt dat de onderbouwing die de officier van justitie heeft geproduceerd zodanige ruimte laten voor twijfel dat de rechtbank niet kan komen tot een veroordeling terzake valsheid in geschrifte.
Aparte bespreking vraagt nog de valsheid betreffende factuur [057-xxxxxxx]. Hierbij gaat het namelijk niet om uren die niet gemaakt zouden zijn, maar om het feit dat deze uren niet in de week waarop de factuur betrekking heeft gemaakt zouden zijn. De factuur ziet op schilderwerk in [‘n bureau] te Maastricht in week 51. De officier van justitie stelt dat er niet gewerkt is in week 51, verdachte stelt dat dat wel zo is. De officier van justitie wijst naar het excelbestand waarin niet staat dat er in week 51 geschilderd is. Verdachte heeft aangevoerd dat zulks te maken heeft met de CAO die in week 51 een collectieve bedrijfsvakantie voorschrijft, maar dat er wel degelijk geschilderd is. Een verklaring van [p.], inhoudende wanneer er nu werkelijk is geschilderd in [‘n bureau], is niet overgelegd.
Op grond van deze informatie kan de rechtbank niet eenduidig vaststellen dat er in week 51 niet geschilderd is. Daarom zal verdachte ook terzake van dit onderdeel van de tenlastelegging moeten worden vrijgesproken.
Ten overvloede wijst de rechtbank er nog op dat de conclusie dan getrokken zou kunnen worden dat de notitie in het excelbestand vals is. Het excelbestand is echter geen bestand met een externe bestemming en die constatering is dus rechtens niet relevant.
Feit 2. De oplichting
De beschuldiging van oplichting is gebaseerd op de stelling van de officier van justitie dat niet gewerkte uren in rekening zijn gebracht. Nu dat, zoals uit de overwegingen hiervoor blijkt, op grond van hetgeen is aangevoerd niet kan worden vastgesteld is daarmee al de grondslag aan de beschuldiging van oplichting ontvallen. Verdachte zal hiervan moeten worden vrijgesproken.
De verdediging heeft nog andere verweren aangevoerd. Zo stelt zij bijvoorbeeld dat de in de tenlastelegging genoemde facturen van [medeverdachte 2] nimmer door aangever zijn betaald. Met andere woorden, aangever is door die facturen niet tot betaling bewogen. Ook vraagt de verdediging zich af welke verdichtsels ten grondslag zouden kunnen liggen aan de verzonden termijnfacturen, die immers niet gebaseerd zijn op uren maar op een fase van het project. Deze verweren behoeven echter geen inhoudelijke bespreking meer.
Feit 3. Witwassen
De officier van justitie heeft ter zitting uitgelegd dat het witwassen is gegrond op de verkrijging en/of het gebruik door verdachte van de gelden die hij door de valsheid in geschrifte en/of oplichting van aangever heeft verkregen. Dat geld is immers afkomstig uit een misdrijf. Verdachte wist dat, maar dat heeft hem niet belet om het geld te innen. Daarmee is het delict voltooid.
Nu de rechtbank niet kan vaststellen dat van een van deze delicten sprake is bij de verkrijging van het geld ontvallen deze grondslagen aan het verweten witwassen.
Geheel subsidiair heeft de officier van justitie nog een derde grond voor het witwassen toegevoegd. In het dossier bevindt zich namelijk een door de vrouw van aangever uitgewerkte notitie van een door aangever heimelijk opgenomen telefoongesprek tussen aangever en verdachte waarbij verdachte het heeft over – zakelijk weergegeven – “het verschuiven van kosten van het bouwproject op de winkels in verband met de BTW”. Volgens de officier van justitie volgt hieruit het bewijs van BTW fraude door verdachte. Dat is eveneens een misdrijf, zodat witwassen om die reden toch bewezen kan worden.
Het moge echter duidelijk zijn dat deze enkele zin volstrekt onvoldoende is om wettig en overtuigend te bewijzen dat er BTW fraude heeft plaatsgevonden. Allereerst is niet gecontroleerd of verdachte deze zin daadwerkelijk heeft uitgesproken. Een verklaring van de vrouw van de aangever acht de rechtbank in dat verband onvoldoende. Verder is niet uitgezocht wat de strekking is van deze zin. Wellicht gaat het helemaal niet om fraude. Tenslotte, als het om een voornemen tot fraude zou gaan, dan is nog niet vastgesteld dat die fraude ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat verdachte ook van dit feit moet worden vrijgesproken.
4 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder de feiten 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W. Oosterman, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en
mr. J.M.E. Kessels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 februari 2011.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 23 september 2005
in de gemeente Maastricht, althans in het arrondissement Maastricht, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk
- een of meer computer(excel)bestanden zoals vermeld op de bij deze
dagvaarding behorende bijlage(n) A en/of B en bevattende (onder meer)
urenregistraties/urenstaten van (de) werknemers van hem, verdachte en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] betreffende
het/de jaar/jaren 2002 en/of 2003 en/of 2004, (elk) zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft
opgemaakt en/of heeft vervalst, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat
geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemd(e)
bestand(en) (per daarin vermeld project) een hoger althans een
onjuist/afwijkend aantal (gewerkte) uren geregistreerd van die werknemers(s)
dan de in werkelijkheid door die werknemer(s) gewerkte uren [valsheid 1,
valsheid 2] en/of
- een of meer computer(excel)bestanden zoals vermeld op de bij deze
dagvaarding behorende bijlage C en bevattende (onder meer) urenregistraties
met betrekking tot de werknemer van verdachte(n), te weten
(calculeerder/werkvoorbereider) [S.], betreffende het/de jaar/jaren 2002
en/of 2003 en/of 2004, (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot
bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of
heeft vervalst, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als
echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers
heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of
in strijd met de waarheid in voornoemd(e) bestand(en) (per daarin vermeld
project) ten onrechte een aantal (gewerkte) uren geregistreerd van die
[S.] [valsheid 3] en/of
- een of meer computer(excel)bestanden, te weten de bestanden genaamd "
[naam 1]" en/of "[naam 2]" en/of "[naam 3]
" en/of "[naam 4]" en/of
"[naam 5]" en/of "[naam 6]" en/of "[naam 7]" (elk) bevattende (onder meer)
urenregistraties/urenstaten van (de) werknemers van verdachte(n) betreffende
het/de jaar/jaren 2002 en/of 2003 en/of 2004, (elk) zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft
opgemaakt en/of heeft vervalst, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat
geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemd(e)
bestand(en) (per daarin vermeld project) in plaats van het (rekenkundig)
juiste weektotaal van de (geregistreerde/gewerkte) uren een hoger althans
afwijkend weektotaal van de (geregistreerde/gewerkte) uren vermeld [valsheid
4] en/of
- een factuur met nummer [057-xxxxxxx] d.d. 18 februari 2002 van [medeverdachte 2] (blz.2795), bevattende onder meer de tekst "manuren: week 50:
60 uren" en/of "week 51: 50 uren" en/of een "urenstaat" van "werkgever:
[medeverdachte 2]" (blz.2797) betreffende "werknemer: [W.]"
en waarop (handmatig) is ingevuld "37,50" in het vak "onbetaalde
feest-/vakantie-/snipperuren", (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om
tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt
en/of heeft vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers
heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of
in strijd met de waarheid in genoemde factuur een hoger althans een
onjuist/afwijkend aantal (gewerkte) uren vermeld dan de daadwerkelijk
gewerkte uren en/of in genoemde urenstaat een onjuist/afwijkend aantal uren
vermeld [valsheid 6] en/of
- een factuur met nummer [040-xxxxxxx] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2] (blz.530), bevattende onder meer de tekst "manuren: 280 uren à
euro 50,00" en/of "manuren: 1952,75 uren à euro 35,00" en/of een factuur met
nummer [040-yyyyyyy] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2]
(blz.532), bevattende onder meer de tekst "manuren: 190 à euro 50,00" en/of
"manuren: 1141 à euro 35,00", (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om
tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt
en/of heeft vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers
heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of
in strijd met de waarheid in deze factu(u)r(en) een hoger althans een
onjuist/afwijkend aantal (gewerkte) uren vermeld dan de daadwerkelijk gewerkte
uren [valsheid 7] en/of
- een factuur met nummer [040-aaaaaaa] d.d. 1 maart 2003 van [medeverdachte 2]
(blz.256), betreffende "projekt: [S.straat] , te
Maastricht" en betreffende schilderwerk ten bedrage van een totaalprijs van
50.000 euro (exclusief BTW) en/of een factuur met nummer [040-ccccccc] d.d. 1
maart 2003 van [medeverdachte 2](blz.257), betreffende "projekt:
[A.B.laan] , te Maastricht" en betreffende schilderwerk ten bedrage
van een totaalprijs van 50.000 euro (exclusief BTW) en/of een factuur met
nummer [040-xxxxxxx] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2]
(blz.258), betreffende "projekt: [S.straat] , te Maastricht" en
betreffende schilderwerk ten bedrage van een totaalprijs van 42.618,39 euro
(exclusief BTW) en bevattende onder meer de tekst "manuren: 280 uren à euro
50,00" en/of "manuren: 1952,75 uren à euro 35,00" en/of een factuur met nummer
[040-yyyyyyy] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2](blz.259),
betreffende "projekt: [A.B.laan] , te Maastricht" en betreffende
schilderwerk ten bedrage van een totaalprijs van 4.609,59 euro (exclusief BTW)
en bevattende onder meer de tekst "manuren: 190 à euro 50,00" en/of "manuren:
1141 à euro 35,00", (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs
van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft
vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij,
verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de
waarheid in genoemde factu(u)r(en) (schilder)werk opgenomen hetwelk niet is
uitgevoerd en/of in genoemde factu(u)r(en) [040-xxxxxxx] en/of [040-yyyyyyy]
(telkens) valselijk een hoger althans een onjuist/afwijkend aantal (gewerkte)
uren vermeld dan de daadwerkelijk gewerkte uren [valsheid 8] en/of
- een factuur met nummer [358-xxxxxxxx] d.d. 31 december 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.841), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "eindafrekening" en "totaalprijs euro 130.562,14" en/of
- een factuur met nummer [358-xxxxxxxx]d.d. 1 april 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.850), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "1e termijn euro 45.378,02" en/of
- een factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.854), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "2e termijn euro 25.000" en/of
- een factuur met nummer [358-ssssssss]d.d. 8 juli 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.856), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "3e termijn euro 25.000" en/of
- een factuur met nummer [358-ppppppp]d.d. 10 september 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.858), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "4e termijn euro 25.000" en/of
- een factuur met nummer [358-kkkkkkk]d.d. 20 december 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1388), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "5e en 6e termijn euro 50.000" en/of
- een factuur met nummer [358-vvvvvvv]d.d. 1 april 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1390), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
te Maastricht" en "1e termijn euro 11.344,50" en/of
- een factuur met nummer [358-mmmmmmm]d.d. 1 mei 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1391), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
te Maastricht. (woning)" en "2e termijn euro 12.500,00" en/of
- een factuur met nummer [358-fffffff]d.d. 8 juli 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1392), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
te Maastricht. (woning)" en "3e termijn euro 12.500,00" en/of
- een factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1393), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
te Maastricht (woning)" en "4e termijn euro 25.000,00" en/of
- een factuur met nummer [358-hhhhhhh]d.d. 20 december 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1394), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
te Maastricht. (woning)" en "5e en 6e termijn euro 50.000,00" en/of
- een factuur met nummer [358-ccccccc]d.d. 31 december 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.1389), betreffende "pand: [S.straat] en
[A.B.laan] (woning), te Maastricht" en "totaalprijs euro
299.554,29" en/of
- een factuur met nummer [358-zzzzzzz]d.d. 1 april 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.842), betreffende "pand: [A.B.laan] ,
Maastricht. (winkel)" en "1e termijn euro 34.033,51" en/of
- een factuur met nummer [358-ttttttt]d.d. 1 mei 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.846), betreffende "pand: [A.B.laan] , te
Maastricht. (winkel)" en "2e termijn euro 12.500,00" en/of
- een factuur met nummer [358-kkkkkkk]d.d. 31 december 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.848), betreffende "pand: [A.B.laan] , te
Maastricht. (winkel)" en "totaalprijs euro 69.442,10" en/of
- een factuur met nummer [0005-xxxxxxx]d.d. 17 oktober 2003 van [medeverdachte 2]
(blz.836), betreffende "projekt: [S.straat] en [A.B.laan]
, te Maastricht" en "renteberekening tot 01.10.2003" en "euro
2.528,37" en/of
- een factuur met nummer [268-xxxxxxx]d.d. 17 oktober 2003 van [medeverdachte 1]
(blz.839), betreffende "projekt: [S.straat] en
[A.B.laan] , te Maastricht" en "renteberekening tot 01.10.2003" en
"euro 6.343,57" en/of
- een factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van [medeverdachte 1]
(blz.854), betreffende "pand: [S.straat] , te
Maastricht" en "2e termijn euro 25.000" en/of
- een of meer computer(excel)bestanden, genaamd "[A.B.laan]
[S.straat] woningen.xls" en/of "werk: [A.B.laan] ; [S.straat]
woningen"
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, zulks met
het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid in genoemde
factu(u)r(en) en/of computer(excel)bestand(en) (een) hoger(e) althans (een)
onjuist(e)/afwijkend(e) bedrag(en) vermeld en/of [valsheid 9, valsheid 10,
valsheid 11] en/of
- in een of meer computer(excel)bestanden, genaamd "[A.B.laan]
[S.straat] woningen.xls" en/of "werk: [A.B.laan] ; [S.straat]
woningen" (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft
vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij,
verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de
waarheid op tabblad "wk52" in de kolom "naam werknemer" vermeld (de naam)
"[J]" en/of in de kolom "loonkosten" vermeld (het bedrag) "53.319,17"
[valsheid 12] en/of
- in een of meer computer(excel)bestanden, genaamd "[A.B.laan]
[S.straat] woningen.xls" en/of "werk: [A.B.laan] ; [S.straat]
woningen" (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft
vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij,
verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de
waarheid op tabblad "wk8" in de kolom "naam leverancier" vermeld "[S.]
" en/of in de kolom "omschrijving: bonnr., materialen" en/of in de
kolom "materialen" vermeld (het bedrag) "15.464,00" [valsheid 13];
2.
hij in of omstreeks de periode van 29 juni 2001 tot en met 23 september 2005
in de gemeente Maastricht, in elk geval in het arrondissement Maastricht,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal (telkens) opzettelijk met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] heeft bewogen
tot de afgifte van (telkens) een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid
- de door de werknemers van hem, verdachte en/of [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] ingevulde weekbriefjes met urenregistratie
vernietigd althans weggemaakt en/of (vervolgens) (ter vervanging hiervan)
- een of meer computer(excel)bestanden opgemaakt bevattende (onder meer)
urenregistraties/urenstaten van (de) werknemers van hem, verdachte en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] met daarin een
hogere althans onjuiste/afwijkende urenregistratie dan de werkelijk gewerkte
uren en/of registratie in strijd met de waarheid van werkzaamheden alsof deze
waren verricht en/of (vervolgens) (aan de hand van deze
computer(excel)bestanden)
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [040-xxxxxxx] d.d. 10 maart 2003 van
[medeverdachte 2](blz.530) betreffende (schilder-)werk aan het
projekt [S.straat] en te Maastricht en/of een (valse/vervalste)
factuur met nummer [040-yyyyyyy] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2]
schilderwerken (blz.532) betreffende het projekt [A.B.laan] te
Maastricht [valsheid 7] en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [040-aaaaaaa] d.d. 1 maart 2003 van
[medeverdachte 2](blz.256), betreffende schilderwerk aan het projekt
[S.straat] en , te Maastricht en/of een (valse/vervalste) factuur met
nummer [040-ccccccc] d.d. 1 maart 2003 van [medeverdachte 2](blz.257),
betreffende schilderwerk aan het projekt [A.B.laan] te Maastricht
en/of een (valse/vervalste) factuur met nummer [040-xxxxxxx] d.d. 10 maart 2003
van [medeverdachte 2](blz.258), betreffende schilderwerk aan het
projekt [S.straat] en te Maastricht en/of een (valse/vervalste)
factuur met nummer [040-yyyyyyy] d.d. 10 maart 2003 van [medeverdachte 2]
schilderwerken (blz.259) betreffende schilderwerk aan het projekt [A.B.laan] te Maastricht [valsheid 8] en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-xxxxxxxx] d.d. 31 december 2002
van [medeverdachte 1] (blz.841), betreffende "pand: [S.straat]
, te Maastricht" en "eindafrekening" en "totaalprijs euro 130.562,14" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-xxxxxxxx]d.d. 1 april 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.850), betreffende "pand: [S.straat] ,
te Maastricht" en "1e termijn euro 45.378,02" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.854), betreffende "pand: [S.straat] ,
te Maastricht" en "2e termijn euro 25.000" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-ssssssss]d.d. 8 juli 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.856), betreffende "pand: [S.straat] ,
te Maastricht" en "3e termijn euro 25.000" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-ppppppp]d.d. 10 september 2002
van [medeverdachte 1] (blz.858), betreffende "pand: [S.straat]
, te Maastricht" en "4e termijn euro 25.000" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-kkkkkkk]d.d. 20 december 2002
van [medeverdachte 1] (blz.1388), betreffende "pand: [S.straat]
, te Maastricht" en "5e en 6e termijn euro 50.000" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-vvvvvvv]d.d. 1 april 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.1390), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht" en "1e termijn euro 11.344,50" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-mmmmmmm]d.d. 1 mei 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.1391), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht. (woning)" en "2e termijn euro 12.500,00" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-fffffff]d.d. 8 juli 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.1392), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht. (woning)" en "3e termijn euro 12.500,00" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.1393), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht (woning)" en "4e termijn euro 25.000,00" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-hhhhhhh]d.d. 20 december 2002
van [medeverdachte 1] (blz.1394), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht. (woning)" en "5e en 6e termijn euro 50.000,00"
en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-ccccccc]d.d. 31 december 2002
van [medeverdachte 1] (blz.1389), betreffende "pand: [S.straat]
en [A.B.laan] (woning), te Maastricht" en "totaalprijs euro
299.554,29" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-zzzzzzz]d.d. 1 april 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.842), betreffende "pand: [A.B.laan]
, Maastricht. (winkel)" en "1e termijn euro 34.033,51" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-ttttttt]d.d. 1 mei 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.846), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht. (winkel)" en "2e termijn euro 12.500,00" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-kkkkkkk]d.d. 31 december 2002
van [medeverdachte 1] (blz.848), betreffende "pand: [A.B.laan]
, te Maastricht. (winkel)" en "totaalprijs euro 69.442,10" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [0005-xxxxxxx]d.d. 17 oktober 2003
van [medeverdachte 2](blz.836), betreffende "projekt: [S.straat]
en [A.B.laan] , te Maastricht" en "renteberekening tot
01.10.2003" en "euro 2.528,37" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [268-xxxxxxx]d.d. 17 oktober 2003
van [medeverdachte 1] (blz.839), betreffende "projekt:
[S.straat] en [A.B.laan] , te Maastricht" en "renteberekening
tot 01.10.2003" en "euro 6.343,57" en/of
- een (valse/vervalste) factuur met nummer [358-yyyyyyyy] d.d. 1 mei 2002 van
[medeverdachte 1] (blz.854), betreffende "pand: [S.straat] ,
te Maastricht" en "2e termijn euro 25.000" [valsheid 9, valsheid 10, valsheid
11],
verstrekt aan die [benadeelde partij 1], waardoor die [benadeelde partij 1] (telkens) werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 23 september 2005
in de gemeente Maastricht, althans in het arrondissement Maastricht tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans
eenmaal, (telkens) een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld, heeft
verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft
omgezet, althans (telkens) van een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld,
gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp
(telkens) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.