Ten aanzien van de schade aan de auto wordt als volgt overwogen. Van doorslaggevend belang is het antwoord op de vraag of de leaseauto bij aflevering uitsluitend ‘normale gebruikssporen’ had, of dat er tevens sprake was van ‘verwijtbare schade’ (zoals partijen dit noemen), die op grond van artikel 12 van de algemene leaseovereenkomst voor rekening van RSM dient te komen. Dit artikel luidt (voor zover thans relevant):
“12. a. In de lease-prijs zijn niet inbegrepen (tenzij in het lease-contract anders vermeld) en derhalve voor rekening van de lease-nemer:
- (…)
- schade ontstaan door onoordeelkundig handelen met of gebruik van de auto of ontstaan door gebrek aan normale zorg en onderhoud of door nalatigheid;
- schade veroorzaakt door het in- en uitladen van goederen;
- schade ontstaan door het niet in acht nemen van de doorrijhoogte;
- onderhouds- en/of reparatiekosten aan onderdelen en accessoires, welke niet standaard deel uitmaken van de auto;
- (…)”
Wat dan opvalt, is dat Car Lease nauwelijks een woord wijdt aan de precieze aard, omvang en inhoud van de aangetroffen schade. Pas onder punt 10 bij repliek stelt Car Lease dat zij een “diepe kras” aangetroffen heeft. Onder punt 11 bij repliek stelt Car Lease dat zij de auto “wenst terug te ontvangen” met gewone gebruikssporen en niet met schade zoals ‘diepe krassen’ en ‘grotere deuken’, maar zij verzuimt daarbij te vermelden dat zij diepe krassen (meervoud) en grotere deuken (groter dan wat?) aan de onderhavige auto aangetroffen heeft en waar. Car Lease verwijst in dit kader wel naar een “inleverrapport” (bedoelde productie 13 bij exploot spreekt zelf over een “inname formulier”), doch uit deze nauwelijks leesbare kopie valt - bij gebrek aan een nadere toelichting op dit processtuk - de aard en ernst van de geconstateerde schade niet af te leiden. Genoemde productie 13 bevat daarnaast nog een aantal kopieën van foto’s van (onderdelen van) een auto. Nog daargelaten dat ook deze kopieën zo vaag zijn dat zij geen helder beeld verschaffen, verzuimt Car Lease om zelfs maar naar deze stukken te verwijzen, ook indirect. Volstrekt onduidelijk blijft om die reden wanneer en door wie die foto’s gemaakt zijn en zelfs of de op die kopieën afgebeelde auto wel de onderhavige auto is. Zelfs indien de foto’s wel duidelijk waren geweest, kan er daarom geen enkel gewicht aan worden toegekend.
Verder stelt Car Lease dat de geconstateerde schade “getuige het schaderapport” meer is dan de gebruikssporen die na verloop van vijf jaar bij normaal gebruik aanwezig zijn. Daar waar Car Lease zich beroept op een schaderapport, verzuimt zij opnieuw naar een productie te verwijzen. Het heeft er wel alle schijn van dat zij doelt op het processtuk dat direct achter productie 2 aan het exploot gehecht zit. Dit is een (kopie van) een “expertise” van MACADAM van 18 maart 2009. Onder het kopje “Schades” staat drie keer “KRAS” vermeld, één keer “DEUK” en één keer “DEUKEN”. Er staat echter niets vermeld over hoe diep de krassen zijn, noch over hoe groot de deuken zijn. Ook worden er geen conclusies verbonden aan zulke “constateringen”, met name over de eventuele (mate van) “verwijtbaarheid” van die schades, laat staan dat er iets vermeld wordt over de vraag of die schades vallen onder de in artikel 12 van de algemene leaseovereenkomst bedoelde schadesoorten. Car Lease legt zelf ook niet uit tot welke van die schadesoorten de beweerdelijk geconstateerde schade behoort. Een verwijzing naar een algemene brochure is daartoe hoe dan ook onvoldoende: het gaat er om of deze schade(s) daar al dan niet toe behoort/behoren.
Car Lease heeft daarmee onvoldoende gemotiveerd gesteld dat sprake is van schade die op grond van artikel 12 van de algemene leaseovereenkomst voor rekening van RSM dient te komen. De vordering komt derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.