ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5626
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering ter zake van gelicentieerd muziekgebruik in horecazaak
In deze zaak vorderde de Vereniging BUMA, gevestigd te Amstelveen, betaling van een bedrag van € 461,14 van de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst voor muziekgebruik, waarbij de gedaagde partij de jaarlijkse bijdrage voor 2010 van € 378,24 niet had voldaan. BUMA stelde dat de gedaagde ook vervallen rente, informatiekosten en buitengerechtelijke kosten verschuldigd was. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij geen muziek meer ten gehore bracht in zijn horecagelegenheid en dat hij tijdig bezwaar had gemaakt tegen de factuur.
De kantonrechter oordeelde dat BUMA onzorgvuldig had gehandeld, zowel in de communicatie met de gedaagde als in de onderbouwing van haar vorderingen. De rechter wees slechts een deel van de hoofdsom toe, namelijk de helft van de jaarbijdrage 2010, en verklaarde de wettelijke rente toewijsbaar vanaf de datum van dagvaarding. De nevenvorderingen van BUMA werden afgewezen wegens gebrek aan bewijs van betalingsverzuim. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg.
Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal op 19 januari 2011 in Maastricht. De rechter concludeerde dat BUMA in niet onbelangrijke mate in het ongelijk was gesteld en dat de gedaagde, hoewel slordig in zijn communicatie, niet volledig verantwoordelijk kon worden gehouden voor de ontstane situatie. De rechter benadrukte dat BUMA haar bevoegdheid om de prijs aan te passen had moeten gebruiken, en dat het onaanvaardbaar was om de gedaagde de volle jaarprijs te laten betalen zonder rekening te houden met de omstandigheden.