ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ6258
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- J.H. Klifman
- R.A.J. van Leeuwen
- M.C.A.E. van Binnebeke
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen schorsing van voorlopige hechtenis in ernstige strafzaak
Op 12 mei 2011 heeft de officier van justitie hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechter-commissaris die de voorlopige hechtenis van de verdachte had geschorst. De zitting vond plaats op 13 mei 2011 in de raadkamer van de rechtbank Maastricht, waar mr. L. Geuns als officier van justitie en mr. E. Maessen als raadsman van de verdachte aanwezig waren. De verdachte was niet aanwezig, omdat hij afstand had gedaan van zijn recht om ter zitting aanwezig te zijn.
De rechtbank overwoog dat de officier van justitie op de hoogte was van de behandeling van de vordering tot inbewaringstelling, maar ervoor had gekozen niet te verschijnen. Hierdoor had de officier van justitie haar recht op hoor en wederhoor prijsgegeven. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van schending van dit recht, omdat de officier van justitie niet kon verwachten dat de schorsing van de bewaring niet zou worden aangevraagd.
De rechtbank vond het belang van het openbaar ministerie, dat de verdachte geen contact met de buitenwereld mocht hebben, zwaarder wegen dan het belang van de verdachte bij de voortzetting van de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat de alternatieven die de raadsman had voorgesteld, onvoldoende garantie boden dat de verdachte geen contact zou krijgen met de buitenwereld.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het hoger beroep gegrond en hefte de schorsing van de bewaring op. Deze beslissing werd genomen op 13 mei 2011 door de raadkamer van de rechtbank Maastricht, bestaande uit de genoemde rechters.