ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ7119

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
18 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
376345 CV EXPL 10-1839
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gas- en elektriciteitskosten door Enexis B.V. tegen gedaagde

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Enexis B.V. betaling van een bedrag van € 179,66 van de gedaagde, die in eerste instantie in persoon procedeerde en later werd bijgestaan door een advocaat. De vordering was gebaseerd op een vermeende contractuele relatie tussen Enexis en de gedaagde, waarbij de gedaagde maandelijks een vooraf vastgesteld voorschotbedrag diende te voldoen voor geleverde gas- en elektriciteitsdiensten. Enexis stelde dat de gedaagde door het ondertekenen van een contract met zijn energieleverancier, Essent, ook een contract met Enexis had gesloten. De gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst met Enexis tot stand was gekomen en voerde aan dat hij nooit een contract met hen had ondertekend.

De kantonrechter oordeelde dat Enexis niet voldoende bewijs had geleverd om de stelling te onderbouwen dat er een contractuele relatie bestond. De rechter merkte op dat het niet aannemelijk was dat er zonder direct handelen van beide partijen een contractuele relatie tot stand was gekomen. Enexis had de ontstaansgeschiedenis van de overeenkomst niet concreet en gedocumenteerd gepresenteerd, wat noodzakelijk was om de vordering te onderbouwen. De rechter wees de vordering van Enexis af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagde.

Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak vond plaats op 18 mei 2011 in Maastricht.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 376345 CV EXPL 10-1839
Vonnis van 18 mei 2011
in de zaak
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ENEXIS B.V.,
statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch en kantoorhoudend te Rosmalen,,
eisende partij,
verder te noemen: Enexis,
gemachtigde: mr. J.P. van der Kooij, advocaat te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
aanvankelijk procederend in persoon en met ingang van de dupliek van 28 juli 2010 bij gemachtigde mr. R.J. Ruiter, advocaat te Gulpen.
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Voor het aanvankelijke procesverloop verwijst de kantonrechter naar het tussenvonnis van
3 november 2010 in deze zaak.
Ter voldoening aan gemeld tussenvonnis heeft Enexis een akte genomen, waarbij zij nog twaalf (deels meervoudige) producties overgelegd heeft.
[gedaagde] heeft hierop vervolgens geantwoord.
Hierna is wederom vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader op heden gesteld is.
MOTIVERING
Enexis vordert de veroordeling van [gedaagde] - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 179,66 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 135,63 vanaf de vervaldata van de respectieve facturen.
Enexis heeft daartoe gesteld dat zij op grond van één of meer met [gedaagde] gesloten overeenkomst(en) onder toepasselijkheid van de door haar gehanteerde Algemene Voorwaarden en de daarvoor geldende tarieven, aan [gedaagde] gas en/of elektriciteit en/of warmte alsmede overige zaken en/of diensten verkocht, geleverd en/of getransporteerd heeft ten behoeve van het perceel [adres]. Tevens zegt zij zorg te dragen voor de inning van provinciale en gemeentelijke belastingen, indien en voor zover dit vermeld is op haar (jaar)afrekening(en) en de eindafrekening.
Op grond van genoemde overeenkomst dient [gedaagde] maandelijks een vooraf vastgesteld voorschotbedrag te voldoen. Enexis heeft echter geen (tijdige) betaling ontvangen van de voorschotten en/of nota’s, ondanks de door haar aan [gedaagde] gezonden herinneringen en aanmaningen. Op grond van genoemde overeenkomst stelt zij een bedrag van € 135,63 van [gedaagde] te vorderen te hebben.
Door de niet-betaling heeft zij kosten moeten maken die zij ook door [gedaagde] vergoed wenst te zien en wel tot een bedrag van € 44,03.
Verder is [gedaagde] op grond van de toepasselijke voorwaarden de wettelijke rente verschuldigd vanaf veertien dagen na de factuurdatum.
Ten slotte dient [gedaagde] de kosten van dit geding te dragen.
Bij dupliek heeft [gedaagde] gesteld dat hij nimmer een overeenkomst met Enexis gesloten heeft. Verder betwist [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
Na door de kantonrechter in de gelegenheid te zijn gesteld te reageren op het “nieuwe” verweer van [gedaagde], heeft Enexis bij akte aangevoerd dat zij wel degelijk met [gedaagde] gecontracteerd heeft. Enexis stelt dat [gedaagde] door ondertekening van het contract met de energieleverancier een contract tot stand heeft doen komen met de netwerkbeheerder in casu Enexis.
De energieleverancier heeft [gedaagde] op basis van de met haar gesloten overeenkomst aangemeld bij Enexis.
[gedaagde] heeft hiervan een mededeling ontvangen tegelijk met de algemene voorwaarden.
[gedaagde] blijft bij zijn betwisting dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Enexis heeft haar stelling dat [gedaagde] door ondertekening van het contract met diens energieleverancier tegelijkertijd een “contract” tot stand heeft doen komen met haar, Enexis, niet – ook niet door middel van bescheiden – onderbouwd.
Omdat het allerminst voor de hand ligt dat zonder enig direct handelen van Enexis en [gedaagde] ten opzichte van elkaar een contractuele relatie ontstaan is of ontstaan kon, had van Enexis mogen worden verlangd dat zij de ontstaansgeschiedenis geconcretiseerd èn gedocumenteerd had.
Voor zover zij daarbij ook een rol wenste toe te bedelen aan of weggelegd zag voor de energieleverancier van [gedaagde], Essent, had zij deze concreet moeten duiden. Indien Essent in dit opzicht geacht werd Enexis te vertegenwoordigen of te haren behoeve een derdenbeding aan te gaan, had dit met zoveel woorden gesteld moeten worden. Zelfs dat laat Enexis in haar grotendeels abstracte (maar zeer wijdlopige) betoog bij akte van 29 december 2010 achterwege.
Bij gebrek aan onderbouwing moet de door [gedaagde] gemotiveerd betwiste stelling van Enexis omtrent een “eigen” contractuele aanspraak jegens de energieafnemer dan ook gepasseerd worden: de vordering wordt integraal afgewezen en Enexis wordt verwezen in de proceskosten.
BESLISSING
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Enexis tot betaling van de kosten van het geding, aan de zijde van [gedaagde] tot heden in totaal begroot op € 60,-- voor salaris van de gemachtigde van [gedaagde].
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. STAAL, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
HP