ECLI:NL:RBMAA:2011:BR3502
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Arbeidsovereenkomst in zorgovereenkomst: loonvordering en gezagsverhouding
In deze zaak vorderde eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.A. Bouman, betaling van loon van gedaagde, die in haar hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige optrad. Eiseres stelde dat zij op basis van een zorgovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst was getreden van gedaagde, met een overeengekomen maandloon van € 900,00 bruto en een uurloon van € 20,00 bruto, voor een arbeidsduur van tien uur per week. Eiseres vorderde een totaalbedrag van € 5.260,00 bruto, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente, omdat zij in de periode van januari 2009 tot september 2009 geen loon had ontvangen.
Gedaagde betwistte de arbeidsovereenkomst en stelde dat er geen gezagsverhouding bestond. Gedaagde voerde aan dat eiseres nooit meer dan vijf uur per week had gewerkt en dat de zorgovereenkomst niet als een arbeidsovereenkomst gekwalificeerd kon worden. De kantonrechter oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst, omdat eiseres persoonlijk de overeengekomen uren diende te werken en er een gezagsverhouding bestond. De kantonrechter wees de vordering van eiseres toe, waarbij het loon over de maanden januari tot en met mei 2009 werd vastgesteld op basis van negen gewerkte uren per week en het loon over juni en juli 2009 op basis van negentien gewerkte uren per maand.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde gehouden was tot betaling van de proceskosten en dat de wettelijke verhoging van 50% over het toegewezen bedrag ook toewijsbaar was. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak vond plaats op 27 april 2011.