ECLI:NL:RBMAA:2011:BW2490
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling beslagvrije voet op basis van onvolledige financiële informatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 12 december 2011 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoeker] tot vaststelling van de beslagvrije voet ex artikel 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. [verzoeker] verzocht om een bedrag van € 1.255,62 per maand, omdat hij stelde dat het beslag dat de Gemeente Maastricht op zijn AOW-uitkering had gelegd, per direct opgeheven diende te worden. Hij beweerde dat hij onvoldoende middelen van bestaan had en alleen AOW ontving, terwijl zijn echtgenote, [echtgenote], een eigen onderneming had die nog geen inkomsten genereerde. Tijdens de procedure bleek echter dat [verzoeker] diverse inkomsten onvermeld had gelaten en niet volledig was in het verstrekken van zijn financiële administratie.
De Gemeente Maastricht voerde aan dat het niet aannemelijk was dat [verzoeker] en zijn echtgenote geen andere inkomsten genoten dan de AOW-uitkering. De kantonrechter oordeelde dat [verzoeker] niet had aangetoond dat hij naast de AOW-uitkering onvoldoende middelen van bestaan had. De rechtbank concludeerde dat [verzoeker] in zijn verzoekschrift onvolledig was geweest en dat hij vragen onbeantwoord had gelaten of ontwijkend had gereageerd. Dit wekte de schijn dat hij informatie had willen verzwijgen.
De rechtbank wees het verzoek van [verzoeker] af en veroordeelde hem in de proceskosten aan de zijde van de Gemeente, die tot op dat moment waren begroot op € 50,-. De beslissing werd genomen door kantonrechter mr. H.W.M.A. Staal en in het openbaar uitgesproken.