ECLI:NL:RBMAA:2011:BW6718
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst afgewezen wegens gebrek aan bewijs van verstoorde arbeidsrelatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 5 september 2011 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de besloten vennootschap Ad Hoc Beheer B.V. tegen haar werknemer, hierna aangeduid als [verwerende partij]. Ad Hoc verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, stellende dat het vertrouwen tussen partijen was verdwenen door de gedragingen van [verwerende partij] tijdens zijn re-integratie na een knieblessure. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 18 augustus 2011, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Ad Hoc stelde dat [verwerende partij] niet voldoende meewerkte aan zijn re-integratie en dat zijn houding en gedrag een vruchtbare samenwerking onmogelijk maakten. [verwerende partij] daarentegen betwistte deze claims en stelde dat hij zich altijd heeft ingezet voor zijn werk en dat de beschuldigingen ongegrond waren.
De kantonrechter oordeelde dat Ad Hoc haar stellingen niet had onderbouwd met voldoende bewijs. Er was geen deskundigenoordeel van het UWV aangevraagd om te bevestigen dat [verwerende partij] niet aan zijn re-integratieverplichtingen voldeed. Bovendien had Ad Hoc nagelaten om functioneringsgesprekken te voeren en deze vast te leggen, wat essentieel was voor het verbeteren van de situatie. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter wees het verzoek van Ad Hoc af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan [verwerende partij].