ECLI:NL:RBMAA:2011:BW6780
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen wegens gebrek aan dringende reden
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 1 september 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Promiss B.V. en een werkneemster, aangeduid als [verwerende partij]. Promiss had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens een verandering in omstandigheden. De werkneemster was op 1 juli 2000 in dienst getreden en vervulde de functie van Assistent Storemanager in het damesmodefiliaal te Maastricht. Op 8 juni 2011 was er een incident waarbij een plastic tas met contant geld uit de kluis van het filiaal was verdwenen. Promiss stelde dat de werkneemster de filiaalhandleiding niet had nageleefd, wat leidde tot het verlies van vertrouwen in haar functioneren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat hoewel de werkneemster de regels niet correct had toegepast, er onvoldoende bewijs was dat zij zich schuldig had gemaakt aan verduistering of dat haar gedrag als zodanig ernstig was dat dit een dringende ontbindingsreden rechtvaardigde. De rechtbank oordeelde dat Promiss te snel had gehandeld door de arbeidsovereenkomst te willen ontbinden zonder de voorgeschiedenis en de omstandigheden rondom het incident voldoende in overweging te nemen. De rechtbank wees het verzoek van Promiss af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de werkneemster.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden en het bewijs bij verzoeken tot ontbinding van arbeidsovereenkomsten, vooral in situaties waar het vertrouwen in een werknemer ter discussie staat. De rechtbank concludeerde dat de werkneemster, ondanks haar nalatigheid, niet de enige verantwoordelijke was voor het incident en dat een lichtere sanctie meer op zijn plaats zou zijn geweest.