ECLI:NL:RBMAA:2012:BY3237
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van spoeduithuisplaatsing van minderjarige na Shaken Baby Syndroom incident
In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan over de spoeduithuisplaatsing van een minderjarige van 22 maanden, na een eerdere uithuisplaatsing van haar zusje in verband met het Shaken Baby Syndroom, veroorzaakt door de vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ter zitting aangevoerd dat de ouders zelf hebben aangegeven dat het niet goed ging in de thuissituatie en dat zij om uithuisplaatsing van de minderjarige hebben gevraagd. De hulpverlening heeft aangegeven dat de veiligheid van de minderjarige niet gewaarborgd kan worden, wat heeft geleid tot de huidige procedure.
De advocaat van de moeder heeft betoogd dat de ouders consistent zijn in hun wens om het gezin bij elkaar te houden en dat de moeder niet begrijpt waarom de vader niet bij de minderjarige mag zijn. De vader's advocaat heeft aangevoerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de vader een gevaar vormt voor de minderjarige en dat de acute stressfactor die leidde tot de eerdere uithuisplaatsing niet meer aanwezig is, nu het zusje niet meer thuis woont.
De kinderrechter heeft overwogen dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen gevaarzettende handelingen van de vader jegens de minderjarige zijn geweest en dat de ouders in een beschermde woonvorm verblijven, waar toezicht en hulpverlening aanwezig zijn. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling gehandhaafd, maar de machtiging tot uithuisplaatsing beëindigd, met de mogelijkheid voor de ouders om met begeleiding samen te zijn met de minderjarige. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.