ECLI:NL:RBMID:2009:BH5800
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor beschermd stadsgezicht zonder vergunning vereist op grond van de Monumentenwet
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 12 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een bouwvergunning door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg. De vergunning betrof het tijdelijk dichtzetten van muur- en dakopeningen van panden aan de Koningstraat, die deel uitmaken van een beschermd stadsgezicht. Eiser en eiseres, vertegenwoordigd door mr. dr. A. Holleman, hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, stellende dat deze in strijd was met de Monumentenwet en de Monumentenverordening van de gemeente Middelburg. Zij voerden aan dat er geen noodzaak was voor de bouwvergunning en dat de vergunning was verleend met andere motieven, zoals het tegengaan van kraken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder, de gemeente Middelburg, de bouwvergunning moest verlenen, omdat geen van de weigeringsgronden van artikel 44 van de Woningwet zich voordeed. De rechtbank oordeelde dat de stelling van eiser en eiseres dat de bouwvergunning in strijd was met het bestemmingsplan niet kon worden gevolgd, aangezien het feit dat feitelijke bewoning tijdelijk niet mogelijk was, niet betekende dat er sprake was van strijdig gebruik. De rechtbank concludeerde dat de vergunning op juiste gronden was verleend en dat er geen schending was van artikel 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en gaf aan dat tegen deze uitspraak hoger beroep kon worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak werd gedaan door mr. C. van Boven-Hartogh, in tegenwoordigheid van mr. H.D. Sebel, griffier.