ECLI:NL:RBMID:2009:BH5808
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sloopvergunning voor gedeeltelijke sloop van panden in beschermd stadsgezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 12 maart 2009 uitspraak gedaan over de verlening van een sloopvergunning door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg. De vergunning betrof de gedeeltelijke sloop van de binneninrichting van panden aan de Koningstraat, gelegen in een beschermd stadsgezicht. Eiser en eiseres, vertegenwoordigd door mr. dr. A. Holleman, hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, omdat zij van mening waren dat er geen sloopvergunning vereist was op grond van de Monumentenwet of de Monumentenverordening. Zij stelden dat de vergunning was verleend om kraken tegen te gaan, wat volgens hen een oneigenlijk motief was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder, de gemeente Middelburg, op 8 augustus 2007 een vergunning had verleend voor de sloop op basis van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening. Na bezwaar van eiser en eiseres heeft verweerder de bezwaren gegrond verklaard en opnieuw een sloopvergunning verleend. De rechtbank heeft de beroepen van eiser en eiseres ongegrond verklaard, omdat geen van de weigeringsgronden van artikel 8.1.6 van de Bouwverordening zich voordeed. De rechtbank oordeelde dat de doelstelling van eiseres voldoende specifiek was om als belanghebbende te worden aangemerkt.
De rechtbank concludeerde dat de vergunning op juiste gronden was verleend en dat het motief van de vergunninghouder om kraken tegen te gaan geen rol speelde in de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de bepalingen van de Leegstandswet niet relevant waren in deze context. De uitspraak van de rechtbank houdt in dat de sloopvergunning rechtsgeldig is en dat de beroepen van eiser en eiseres niet tot het gewenste resultaat hebben geleid.