ECLI:NL:RBMID:2009:BK8796
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake zekerheidstelling voor proceskosten in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 25 maart 2009 een incidenteel (eind-)vonnis gewezen waarin eiseres werd opgedragen om binnen zes weken na de datum van het vonnis zekerheid te stellen voor proceskosten ten behoeve van gedaagde, ter hoogte van € 7.500,--. Eiseres heeft aangegeven voornemens te zijn om hoger beroep in te stellen tegen dit vonnis, maar er is geen bewijs dat daadwerkelijk beroep is ingesteld, terwijl de termijn hiervoor inmiddels is verstreken. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het vonnis van 25 maart 2009 onherroepelijk is geworden.
Uit de akten van beide partijen blijkt dat eiseres niet binnen de gestelde termijn zekerheid heeft gesteld. Dit leidt ertoe dat eiseres in haar vordering niet kan worden ontvangen, zoals door gedaagde is verzocht. Gedaagde heeft daarnaast verzocht om veroordeling van eiseres in de proceskosten, inclusief die van het incident, vermeerderd met nakosten en rente. De rechtbank heeft al eerder beslist over de kosten in het incident bij het vonnis van 25 maart 2009.
De rechtbank heeft eiseres veroordeeld in de door gedaagde onbetwist gestelde proceskosten, die tot op heden zijn begroot op een totaal van € 2.880,--. Dit bedrag bestaat uit vast recht, salaris advocaat en nakosten. Tevens is bepaald dat dit bedrag kan worden vermeerderd met € 68,-- indien betekening van het vonnis plaatsvindt, en bij niet-betaling binnen acht dagen na betekening, zal het totaalbedrag worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de negende dag na betekening. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 23 september 2009.