Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 6 oktober 2010
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 68137 / HA ZA 09-305 van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te Nieuwerkerk,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. P. de Jonge te Zierikzee,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te Nieuwerkerk,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.A. Platteeuw te Middelburg,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 70147 / HA ZA 09-575 van
[eiser],
wonende te Nieuwerkerk,
eiser,
advocaat mr. J.A. Platteeuw te Middelburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te Vlissingen,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. de Waard te Goes.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie], [gedaagde in conventie, eiser in reconventie/eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 augustus 2010;
- de brief van mr. J.A. Platteeuw d.d. 15 september 2010;
- de brief van mr. P. de Jonge van 20 september 2010;
- de brief van mr. J.A. de Waard van 24 september 2010;
De verdere beoordeling
in de hoofdzaak en in de vrijwaringzaak
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie/eiser] heeft bij brief van 15 september 2010 toestemming verzocht om tegen het vonnis van 4 augustus 2010 hoger tussentijds beroep te mogen instellen. [gedaagde] heeft zich daarbij aangesloten. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zich tegen de inwilliging van het verzoek verzet.
De rechtbank neemt bij het nemen van de beslissing op het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie/eiser] in aanmerking dat het verzoek ertoe strekt een uitzondering te maken op de in artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) neergelegde hoofdregel dat hoger beroep van tussenvonnissen slechts is toegestaan tegelijk met dat tegen het eindvonnis. Uit de wetsgeschiedenis van vorenbedoelde bepaling kan worden afgeleid dat het de bedoeling is om bij het toestaan van tussentijds beroep een grote mate van terughoudendheid te betrachten en dat de beslissing daartoe afhankelijk is van de vraag of in het voorliggende geval sprake is van bijzondere omstandigheden die afwijking van de in artikel 337 lid 2 Rv neergelegde hoofdregel. De rechtbank is van oordeel dat die situatie zich hier voordoet nu zij in het tussenvonnis een oordeel heeft gegeven over een controversiële rechtsvraag die doorwerkt in de verdere behandeling van de zaak. De rechtbank zal het verzoek derhalve toewijzen.
De beslissing
De rechtbank
- staat toe dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie/eiser] tussentijds hoger beroep instelt tegen het tussenvonnis van 4 augustus 2010.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2010.