Uitspraak
RECHTBANK MIDDELBURG
1.De procedure.
- het bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte d.d. 19 november 2009;
- de overige stukken.
Rechtbank Middelburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 1 april 2011 een beslissing genomen over een bevel tot beperking van het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte. Dit bevel was aangevraagd door de officier van justitie in het kader van een omvangrijk strafrechtelijk onderzoek naar een vermeende criminele organisatie, waarbij vijf verdachten betrokken zijn. De officier van justitie stelde dat het van belang was om de rollen en functies van de verdachten in kaart te brengen zonder dat zij elkaar konden beïnvloeden. De rechtbank oordeelde dat er een ernstig vermoeden bestond dat het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte zou leiden tot het bekend raken van informatie die in het belang van het onderzoek geheim moest blijven. De rechtbank benadrukte dat een raadsman zijn cliënten volledig op de hoogte moet houden van relevante informatie, wat in dit geval een risico voor het onderzoek met zich meebracht.
Tijdens de zitting op 1 april 2011 zijn de officier van justitie en de raadsman van de verdachte gehoord. De raadsman voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de noodzaak van het bevel en dat het te vroeg was om dit te overwegen. De rechtbank oordeelde echter dat de omstandigheden voldoende concreet waren om het bevel te rechtvaardigen. De rechtbank bekrachtigde het bevel van de officier van justitie, waarmee de beperking van het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte werd gehandhaafd. Deze beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is op dezelfde dag in raadkamer uitgesproken.