Primair
hij op of omstreeks 22 augustus 2011 te Amersfoort, althans in het
arrondissement Utrecht, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van
een motorrijtuig (vrachtauto met aanhangwagen), daarmede rijdende over de
middelste rijstrook (van de parallelbaan) van de weg, de Rijksweg A1,
zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval
heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend,
met een (onverminderde) snelheid van ongeveer 85 kilometer per uur te rijden,
in elk geval met een hogere snelheid dan, gezien de verkeerssituatie, ter
plaatse toegestaan en/of verantwoord was, en/of;
zonder te remmen of anderszins snelheid te verminderen, en/of
terwijl de electronische rijstrooksignalering (matrixborden) het getal 50
(vijftig) aangaf, en/of;
voor hem op die rijstrook stilstaand of langzaam rijdend verkeer (file) was,
het door hem bestuurde motorrijtuig niet tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was,
tengevolge waarvan een aanrijding ontstond tussen het door hem bestuurde
motorrijtuig en één of meerdere voertuig(en) op die rijstrook,
waardoor [slachtoffer]zwaar lichamelijk letsel, te weten hersenletsel en/of
meerdere fracturen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
is ontstaan;
art 6 Wegenverkeerswet 1994