ECLI:NL:RBMNE:2013:3144
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. van Straalen
- J.P.W. Helmonds
- E.M. de Stigter
- Rechtspraak.nl
Beslissing over klaagschrift tot opheffing van conservatoir beslag onder klager
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager, waarbij hij verzocht om opheffing van conservatoir beslag dat onder hem was gelegd. Het beslag betrof een bedrag van 2,2 miljoen euro aan goederen en rekeningen. Klager stelde dat hij niet meer over financiële middelen beschikte en dat het beslag hem verhinderde in zijn levensonderhoud. De rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder het klaagschrift, aanvullende stukken van de officier van justitie en de pleitnotitie van de raadsman. Klager was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een machtiging was verleend voor het leggen van het beslag en dat klager als eigenaar van de in beslag genomen goederen kan worden aangemerkt.
De rechtbank heeft overwogen dat klager in eerdere klaagschriften had betoogd dat de strafrechter de officier van justitie mogelijk niet-ontvankelijk zou verklaren, maar dat deze argumenten niet voldoende onderbouwd waren. De raadsman heeft gewezen op de zorgelijke gezondheidstoestand van klager en zijn financiële nood, maar de rechtbank oordeelde dat klager onvoldoende openheid van zaken had gegeven over zijn vermogenspositie. De officier van justitie had aangetoond dat klager nog steeds over vermogen beschikte, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat het klaagschrift ongegrond was.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het beklag ongegrond te verklaren, waarmee het beslag onder klager in stand blijft. Deze beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is uitgesproken in openbare raadkamer.