ECLI:NL:RBMNE:2013:5261

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2013
Publicatiedatum
24 oktober 2013
Zaaknummer
16-659539-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere woninginbraken in Maarssen met gevangenisstraf en schadevergoeding aan benadeelde partijen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van meerdere woninginbraken in Maarssen. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van zes woninginbraken en kreeg een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door middel van braak, waarbij hij samen met anderen handelde. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de schadevergoeding voor de benadeelde partijen is vastgesteld op bedragen variërend van €5,60 tot €1.784,43, afhankelijk van de schade die zij hadden geleden door de inbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in korte tijd schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, wat niet alleen materiële schade veroorzaakte, maar ook een inbreuk op de privacy van de bewoners. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft eerder veroordelingen voor vermogensdelicten op zijn naam staan, wat de rechtbank heeft doen besluiten tot een aanzienlijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partijen behandeld en de verdachte veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, met wettelijke rente, en heeft de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659539-13 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 17 oktober 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], gedetineerd in P.I. Nieuwegein, Huis van Bewaring locatie Nieuwegein.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 19 september 2013. Op 3 oktober 2013 heeft de inhoudelijke behandeling van de strafzaak plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1: samen met anderen een woninginbraak heeft gepleegd te[adres 1] te Maarssen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 2: een woninginbraak heeft gepleegd te [adres 2] te Maarsen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 3: een woninginbraak heeft gepleegd te [adres 3] te Maarssen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 4: een woninginbraak heeft gepleegd te [adres 4] te Maarssen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 5: een woninginbraak heeft gepleegd te [adres 5]te Maarsen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 6: een woninginbraak heeft gepleegd te[adres 6] te Maarssen (
primair), dan wel goederen heeft geheeld die bij die inbraak zijn gestolen (
subsidiair);
Ten aanzien van feit 7(verzamelfeit): samen met anderen meerdere woninginbraken heeft gepleegd en/of samen met anderen meermalen heeft geprobeerd woninginbraken te plegen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Ten aanzien van feiten 1 tot en met 3 en 5 en 6 primair:
Verbalisant[verbalisant 1] heeft verklaard dat hij op 7 juni 2013 omstreeks 03:20 uur langs de woning fietste van de hem ambtshalve bekende [verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen. Hij zag op dat moment [verdachte] en de hem eveneens ambtshalve bekende[A] de bocht om komen lopen. [2] Hij herkende [verdachte] direct aan zijn gezicht. Op het moment dat hij [verdachte] en[A] staande had gehouden, rende [verdachte] weg. Hij zag dat [verdachte] een witte zak bij zich droeg en over een hek klom en een schoolplein oprende. De verbalisant zag dat [verdachte] de witte zak op het schoolplein op de grond liet vallen en verder rende. Op het moment dat de verbalisant voor het hek van het schoolplein stond, hoorde hij het geluid van de motor van een scooter. Hij zag op een afstand van vijf meter de hem ambtshalve bekende [medeverdachte ] op een scooter zitten. Hij zag dat de scooter op de grond viel en [medeverdachte ] in de sloot sprong. [3] In de buddyseat van de scooter trof de verbalisant een blauw en een rood breekijzer aan en een ‘kennismakingspakket euro’. De witte zak die [verdachte] op het schoolplein had laten vallen, bleek een kussensloop te zijn. In de kussensloop zaten een aantal horloges. [4]
Op 7 juni 2013 is onderzoek gedaan naar het in beslag genomen blauwe en rode breekijzer. [5] Het blauwe breekijzer werd voorzien van SIN-nummer[nummer] en het rode breekijzer werd voorzien van SIN-nummer [nummer]. [6]
Ten aanzien van feit 1 primair
[C] heeft namens [benadeelde 1] aangifte gedaan en verklaard dat haar ouders wonen aan de [adres 1]te Maarssen. Aangeefster is op 7 juni 2013 naar de woning van haar ouders gegaan en heeft gezien dat er braaksporen aanwezig waren op het kozijn van de voordeur van de woning ter hoogte van het slot. [C] heeft gezien dat een kussensloop is weggenomen. [7]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij woonachtig is aan de [adres 8] te Maarssen. In de nacht van 6 juni op 7 juni 2013 werd hij om 03:00 uur wakker van gestommel in het huis met nummer [adres 1]. [8] Even daarna hoorde hij een scooter wegrijden in de richting van de rondweg. [9]
[benadeelde 1] heeft verklaard dat bij de woninginbraak aan de [adres 1] te Maarssen diverse horloges zijn weggenomen. [10] [benadeelde 1] heeft de horloges die door de verbalisant aan hem worden getoond als zijn eigendom herkend. Daarnaast heeft aangever het ‘kennismakingspakket euro’ herkend als soortgelijk aan degene die zij in huis hadden en die zij na de inbraak misten. Ook heeft aangever de kussensloop herkend als zijn eigendom. [11]
Op 7 juni 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan [adres 1] te Maarssen. Daarbij is waargenomen dat de voordeur was opengebroken met behulp van een breekijzer. [12] Op het deurkozijn is een spoor van een breekijzer veiliggesteld met SIN-nummer [nummer]. [13]
Op 22 juli 2013 heeft [D] een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gedaan. Het blauwe breekijzer met SIN-nummer [nummer] wordt daarbij voorzien van letter A en het rode breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter B. [14] [D] concludeert dat de sporen voorzien van SIN-nummer AAGF5844NL zijn veroorzaakt met het breekijzer B. [15]
Ten aanzien van feit 2 primair
[E] heeft namens [benadeelde 2] aangifte gedaan en verklaard dat
[benadeelde 2] eigenaar is van de woning aan de [adres 2] te Maarssen. [E] constateerde op 5 juni 2013 braaksporen aan de voordeur ter hoogte van het slot. [16]
[benadeelde 2] heeft verklaard dat uit zijn woning aan de [adres 2] te Maarsen onder andere zijn weggenomen een accuboormachine van het merk Bosch, een luchtdrukpistool van het merk Webley Tempest en een blikje diabolo ‘s, kaliber 5.5. [17]
Op 7 juni 2013 is in de woning van [verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen onder andere in beslag genomen een luchtdrukwapen van het merk Webley Tempest, een doosje diabolo kogeltjes en een boormachine van het merk Bosch. [18]
[benadeelde 2] heeft verklaard het door de verbalisant getoonde luchtdrukwapen van het merk Webley Tempest, het doosje diabolo’s kogeltjes en de accuboormachine te herkennen als zijn eigendommen. [19]
Op 5 juni 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan het [adres 2] te Maarssen. [20] Daarbij is waargenomen dat men met een rood breekijzer in de sluitnaad van de voordeur had gewrikt, waardoor men de deur had kunnen openen. [21] In de sluitnaad van de voordeur boven het cilinderslot is een werktuigspoor veiliggesteld met SIN-nummer[nummer] en onder het cilinderslot is een werktuigspoor veiliggesteld met SIN-nummer [nummer]. [22]
Op 22 juli 2013 heeft[D] een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gedaan. Het blauwe breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter A en het rode breekijzer met SIN-nummer [nummer] wordt daarbij voorzien van letter B. [23] [D] concludeert dat de sporen voorzien van SIN-nummers [nummer] en[nummer] zeer waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het breekijzer B. [24]
Ten aanzien van feit 3 primair
[benadeelde 3] heeft aangifte gedaan en verklaard dat zij op 10 april 2013 zag dat de voordeur van haar woning aan de [adres 3] te Maarssen open stond en dat er twee grote moeten op de voordeur zaten. [25] Bij deze inbraak is weggenomen een fotocamera van het merk Olympus. [26]
Op 7 juni 2013 is in de woning van[verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen onder andere in beslag genomen een fototoestel van het merk Olympus. [27]
Op 15 juni 2013 zijn een viertal foto’s aan aangeefster [benadeelde 3] getoond (de rechtbank begrijpt: afkomstig van het fototoestel van het merk Olympus dat is aangetroffen bij verdachte). Op deze foto’s heeft aangeefster haar broer, haar poes en de tuin van haar woning herkend. [28]
Op 11 april 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan de [adres 3] te Maarssen. Daarbij is waargenomen dat de voordeur door middel van wrikken in de sluitnaad met een breekijzer was opengebroken. Via de opengebroken deur was men binnengetreden in de woning. [29] Op de voordeur boven het slot is een werktuigspoor veiliggesteld met SIN-nummer [nummer]. [30]
Op 22 juli 2013 heeft[D] een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gedaan. Het blauwe breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter A en het rode breekijzer met SIN-nummer [nummer] wordt daarbij voorzien van letter B. [31] [D] concludeert dat de sporen voorzien van SIN-nummer[nummer] waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het breekijzer A. [32]
Ten aanzien van feit 4 primair
[benadeelde 4] heeft aangifte gedaan en verklaard dat zij op 15 april 2013 omstreeks 00:30 uur zag dat de voordeur van haar woning aan de [adres 3] te Maarssen openstond en was beschadigd ter hoogte van het slot en dat de woning was doorzocht. [33] Hierbij is een fotocamera van het merk Panasonic in een bruine hoes weggenomen. [34]
[getuige 4] heeft verklaard dat zij woonachtig is aan de [adres 9] te Maarssen en dat zij op 14 april 2013 omstreeks 22:30 uur of 23:00 uur gestommel hoorde en personen hoorde lopen in de woning van haar buurman. Hierna heeft zij een scooter horen wegrijden. De volgende dag hoorde zij dat er was ingebroken bij de buren op de [adres 10] en bij de buren op de [adres 3]. [35]
Op 16 april 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan de [adres 3] te Maarssen. [36] Daarbij is waargenomen dat op de dagschoot een krasspoor van een schroevendraaier zat, die was veroorzaakt door het wrikken in de sluitnaad. Men was via de geopende deur de woning ingelopen. [37]
Op 7 juni 2013 is in de woning van[verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen onder andere in beslag genomen een fototoestel van het merk Panasonic in een bruine etui. [38]
Op 17 juni 2013 zijn een aantal foto’s aan aangeefster [benadeelde 4] getoond. Aangeefster heeft verklaard dat de getoonde foto’s afkomstig zijn van de bij de inbraak in haar woning ontvreemde fotocamera. [39]
Ten aanzien van feit 5 primair
[benadeelde 5] heeft aangifte gedaan en verklaard dat hij zijn woning aan de [adres 5]te Maarssen op 29 mei 2013 in goede staat heeft achtergelaten. Op 30 mei 2013 zag hij dat er was ingebroken in zijn woning. Hij zag dat het glas van het keukenraam kapot was en dat er meerdere braaksporen in het kozijn rondom het keukenraam zaten. [40] Bij de inbraak is een roze fotocamera van het merk Samsung PC50 weggenomen. [41]
Op 7 juni 2013 is in de woning van [verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen onder andere in beslag genomen een fototoestel van het merk Samsung. [42]
Op 15 juni 2013 zijn een aantal foto’s getoond aan aangever [benadeelde 5]. Aangever heeft verklaard dat de getoonde foto’s afkomstig zijn van de bij de inbraak in zijn woning ontvreemde fotocamera. [43]
Op 30 mei 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan de [adres 5]te Maarssen. Daarbij is waargenomen dat men met een breekijzer en een schroevendraaier in de sluitnaad van het draairaam had gewrikt. Hierdoor werden de raamhendels van het kozijn gebroken en kon het raam geheel geopend worden, waardoor de woning werd ingeklommen. [44] Op de sluitnaad van het draairaam is een werktuigspoor veiliggesteld met SIN-nummer [nummer]. [45]
Op 22 juli 2013 heeft [D] een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gedaan. Het blauwe breekijzer met SIN-nummer [nummer] wordt daarbij voorzien van letter A en het rode breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter B. [46] [D] concludeert dat de sporen voorzien van SIN-nummer[nummer] zijn veroorzaakt met het breekijzer B. [47]
Ten aanzien van feit 6 primair
[benadeelde 6] heeft aangifte gedaan en verklaard dat zij woonachtig is op het adres[adres 6] te Maarssen. [48] Op 20 mei 2013 zag zij braaksporen op het kozijn van het slaapkamerraam en zij zag dat haar woning was doorzocht. [49] Hierbij is weggenomen een zwarte portemonnee met NS-logo. [50]
Op 7 juni 2013 is in de woning van [verdachte] aan de [adres 7] te Maarssen onder andere in beslag genomen een zwarte portemonnee met NS-logo. [51]
Op 26 juni 2013 is aan aangeefster[benadeelde 6] een portemonnee getoond. Aangeefster heeft de portemonnee herkend als haar eigendom en heeft verklaard dat de portemonnee te herkennen is aan het NS-logo op de klep. [52]
Op 21 mei 2013 is onderzoek verricht aan de woning aan de[adres 6] te Maarssen. Daarbij is waargenomen dat het slaapkamerraam werd opengebroken door met een breekijzer in de onderste sluitnaad te wrikken en zo de raambomen uit de sluitkommen te wrikken. Via het opengebroken raam werd de woning binnengeklommen. [53] Op de onderste sluitnaad van het draairaam van de slaapkamer is een werktuigspoor veiliggesteld met SIN-nummer [nummer]. [54]
Op 22 juli 2013 heeft[D] een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gedaan. Het blauwe breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter A en het rode breekijzer met SIN-nummer[nummer] wordt daarbij voorzien van letter B. [55] [D] concludeert dat de sporen voorzien van SIN-nummer [nummer] waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het breekijzer B. [56]
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de feiten 1 tot en met 6 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen. De officier van justitie acht feit 7 niet wettig en overtuigend bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging acht de feiten 1 tot en met 6 primair, alsmede feit 7 niet wettig en overtuigend bewezen. Met betrekking tot de feiten 1 tot en met 6 subsidiair, heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 7
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder feit 7 ten laste gelegde, omdat ten aanzien van die woninginbraken, of pogingen daartoe, onvoldoende bewijs is waaruit vast is komen te staan dat verdachte daarbij betrokken is geweest. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten aanzien van feit 7 dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 primair
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 primair. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Twintig minuten na de melding van de woninginbraak aan de [adres 1]te Maarssen fietst verbalisant [verbalisant 1] langs de woning van de hem ambtshalve bekende verdachte aan de [adres 7] te Maarssen en ziet daar verdachte samen met[A] lopen. Op het moment dat deze twee personen door de verbalisant staande worden gehouden rent verdachte weg. Verdachte laat onderweg een kussensloop vallen met daarin goederen die na onderzoek afkomstig blijken te zijn uit de woning aan de [adres 1] te Maarssen. Op een afstand van vijf meter ziet verbalisant [verbalisant 1] vervolgens de hem ambtshalve bekende [medeverdachte ] op een scooter. In de buddyseat van de scooter treft de verbalisant twee breekijzers aan, alsmede een ‘kennismakingsset euro’ dat gelijk is aan het setje dat is weggenomen uit de woning aan de [adres 1]te Maarssen.
De verdediging heeft aangevoerd dat de herkenning door verbalisant [verbalisant 1] niet betrouwbaar moet worden geacht. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat verdachte van begin af aan heeft verklaard dat hij ziek thuis was in de nacht van 6 op 7 juni 2013, waardoor de verbalisant hem niet gezien kan hebben op straat. Getuigen [getuige 2] en [getuige 3] bevestigen dit verhaal. Voorts heeft de verdediging gewezen op de problematische verhouding tussen verdachte en de politie in Maarssen, waarbij de politie bij een vermogensdelict in Maarssen altijd meteen naar verdachte wijst en waardoor er mogelijk een reden is voor de politie om op deze manier te verbaliseren. Voorts kan verbalisant [verbalisant 1] geen specifieke kenmerken met betrekking tot het signalement van verdachte die avond noemen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de herkenning door verbalisant [verbalisant 1] als volgt. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de herkenning van verdachte door deze verbalisant. Met name door het feit dat verbalisant zeer uitgebreid in twee processen-verbaal van bevindingen heeft vastgelegd hoe hij verdachte kent, op welke momenten hij in het verleden contact heeft gehad met verdachte en waaraan hij verdachte in de nacht van 6 op 7 juni 2013 heeft herkend en verbalisant in zijn verhoor bij de rechter-commissaris nogmaals heeft bevestigd dat hij verdachte die nacht heeft herkend en waaraan hij verdachte heeft herkend, hecht de rechtbank wel waarde aan de herkenning zoals die in de verschillende processen-verbaal zijn vastgelegd en zoals bevestigd in het verhoor bij de rechter-commissaris.
Vervolgens stelt de rechtbank vast dat uit het vergelijkend werktuigsporenonderzoek blijkt dat de braaksporen aan de woning aan de [adres 1]te Maarssen zijn veroorzaakt met het rode breekijzer dat is aangetroffen in de scooter waar medeverdachte[medeverdachte ] in diezelfde nacht op is gezien. Gezien de omstandigheden dat verdachte en medeverdachte[medeverdachte ] zich midden in de nacht in de nabijheid van elkaar bevinden, getuige[getuige 1] heeft verklaard gestommel te hebben gehoord in het huis aan [adres 1] en daarna een scooter weg heeft horen rijden, beide verdachten wegvluchten op het moment dat zij met de politie worden geconfronteerd en voorts een ‘kennismakingspakket euro’ in de scooter wordt aangetroffen dat is weggenomen bij dezelfde woninginbraak als waar de goederen in de kussensloop van verdachte zijn weggenomen, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte en/of zijn mededader(s) bij de woninginbraak samen gebruik hebben gemaakt van het rode breekijzer dat in de scooter is aangetroffen.
Ten aanzien van feiten 2, 3, 5 en 6 primair
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 2, 3, 5 en 6 primair. Ten aanzien van die feiten zijn er steeds bij die inbraken weggenomen goederen aangetroffen in de woning van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat de goederen in zijn woning zijn gelegd door andere mensen. In het dossier zijn hiervoor echter geen aanknopingspunten te vinden, waardoor de rechtbank deze alternatieve lezing van verdachte niet aannemelijk acht.
Voorts zijn er steeds werktuigsporen van die inbraken te herleiden naar het blauwe, dan wel het rode breekijzer die direct na de inbraak aan [adres 1] te Maarssen (feit 1) zijn aangetroffen in de scooter en waarvan één van die breekijzers is gebruikt bij die inbraak.. De rechtbank heeft hiervoor onder de overwegingen ten aanzien van feit 1 primair reeds overwogen op grond van welke feiten en omstandigheden de rechtbank tot de conclusie komt dat de in die scooter aangetroffen breekijzers aan verdachte zijn te koppelen. De rechtbank oordeelt dat het, mede vanwege het aantreffen van de gestolen goederen in de woning van verdachte en de korte periode waarin de verschillende woninginbraken zijn gepleegd, niet anders kan dan dat verdachte ook bij deze inbraken gebruik heeft gemaakt van de breekijzers die direct na de inbraak aan [adres 1] zijn aangetroffen en waarvan één direct aan deze inbraak zijn te relateren.
Ten aanzien van feit 4 primair
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 4 primair. Aangeefster heeft haar foto’s herkend op de camera die in de woning van verdachte is aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat de camera in zijn woning is gelegd door iemand anders. In het dossier zijn voor deze verklaring echter geen aanknopingspunten te vinden, waardoor de rechtbank deze alternatieve lezing van verdachte niet aannemelijk acht.
Voorts heeft getuige [getuige 4] een scooter horen wegrijden in de avond van 14 april 2013 omstreeks 22:30 uur of 23:00 uur en blijkt uit het dossier dat bij de andere bewezen verklaarde inbraken ook steeds gebruik werd gemaakt van een scooter.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
Primair
op 07 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, [adres 1], heeft weggenomen een kussensloop en diverse horloges, toebehorende aan[benadeelde 1], waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
Primair
op 5 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een accuboormachine en een luchtdrukpistool merk Webley Tempest en een blikje diabolo’s kaliber 5.5, toebehorende aan [benadeelde 2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
3.
Primair
op 10 april 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen een fototoestel merk Olympus, toebehorende aan [benadeelde 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten het verbreken van de voordeur van die woning;
4.
Primair
omstreeks 10 april 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen een fotocamera merk Panasonic, met bruine hoes, toebehorende aan[benadeelde 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
5.
Primair
omstreeks 29 mei 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 5]heeft weggenomen een fotocamera merk Samsung pc50, kleur roze, toebehorende aan [benadeelde 5], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming te weten het verbreken van een raam en kozijn;
6.
Primair
omstreeks 21 mei 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de[adres 6] heeft weggenomen een zwarte portemonnee met opdruk NS, toebehorende aan [benadeelde 6], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming, te weten, het verbreken van een kozijn.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als:
Ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feiten 2, 3 en 4:
telkens diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feiten 5 en 6:
telkens diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 tot en met 6 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden vrijgesproken van feit 7.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken ten aanzien van feiten 1 tot en met 6 primair, alsmede voor feit 7. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van de feiten 1 tot en met 6 subsidiair is de verdediging van mening dat moet worden volstaan met een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest en daaraan een voorwaardelijk deel te koppelen met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 11 september 2013, onder punt 8, te weten elektronisch toezicht, ambulante behandeling, het verkrijgen en behouden van een dagbesteding, contact met Re-Akt en een contactverbod met de medeverdachten.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan zes woninginbraken in Maarssen. De verdachte heeft hierbij de nodige schade veroorzaakt en heeft daarbij alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht.
De rechtbank rekent verdachte het voorgaande zwaar aan. Ook rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij uit recente eerdere veroordelingen geen lessen heeft getrokken. Zijn justitiële documentatie d.d. 22 augustus 2013 laat zien dat verdachte meerdere malen onherroepelijk is veroordeeld ten aanzien van vermogensdelicten, laatstelijk op 27 april 2012 tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
Uit het reclasseringsadvies van 11 september 2013 blijkt dat de reclassering problemen ziet op alle leefgebieden. De reclassering acht een klinische behandeling geïndiceerd. De reclassering stelt echter dat verdachte niet wil meewerken aan een klinische behandeling, waardoor deze behandeling niet kan plaatsvinden. Voorts blijkt dat verdachte zich eerder heeft onttrokken aan een dergelijke behandeling bij Groot-Batelaar. Ter terechtzitting heeft verdachte bevestigd niet te willen meewerken aan een klinische behandeling en niet naar de geplande intake te zijn geweest. De rechtbank acht het op grond van de strekking van het rapport van de reclassering en de houding van verdachte niet zinvol om bijzondere voorwaarden op te leggen. De rechtbank zal echter wel een deel van de op te leggen straf voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst strafbare feiten te plegen.
Een gevangenisstraf van na te melden duur acht de rechtbank in de onderhavige omstandigheden een passende sanctie. Daarbij heeft zij rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het LOVS, die voor een enkele voltooide woninginbraak een gevangenisstraf van drie maanden behelzen en in geval van recidive vijf maanden. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met voornoemde recidive, de ernst en hoeveelheid van de feiten en de inhoud van het reclasseringsrapport.

9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

Ten aanzien van feit 3
De behandeling van de vordering van [benadeelde 3]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 510,- (vijfhonderdtien euro), te weten materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.
Ten aanzien van feit 5
De behandeling van de vordering van [benadeelde 5]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 5 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 5,60 (vijf euro en zestig eurocent), te weten materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.
Ten aanzien van feit 6
De behandeling van de vordering van [benadeelde 6]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 6 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.784,43 (zeventienhonderd vierentachtig euro en drieënveertig eurocent), te weten materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.
Ten aanzien van feit 7
Nu verdachte ten aanzien van feit 7 zal worden vrijgesproken, is [benadeelde 7] in de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank compenseert de kosten van partijen aldus, dat ieder de eigen kosten draagt.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
Spreek verdachte vrij van feit 7.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feiten 2, 3 en 4:
telkens diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feiten 5 en 6:
telkens diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 36 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
Vorderingen benadeelde partijen
Ten aanzien van feit 3:
Wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot € 510,- (zegge: vijfhonderdtien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 510,- (zegge: vijfhonderdtien euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 10 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Ten aanzien van feit 5:
Wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot € 5,60 (zegge: vijf euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan[benadeelde 5] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 5,60 (zegge: vijf euro en zestig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Ten aanzien van feit 6:
Wijst de vordering van[benadeelde 6] toe tot € 1.784,43 (zegge: zeventienhonderd vierentachtig euro en drieënveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 6] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van[benadeelde 6] aan de Staat € 1.784,43 (zegge: zeventienhonderd vierentachtig euro en drieënveertig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 27 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Ten aanzien van feit 7:
Verklaart[benadeelde 7] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Compenseert de kosten van partijen aldus dat ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. C.A.M. van Straalen en A.R.O. Mooy, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 oktober 2013.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 07 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 1]) heeft weggenomen een kussensloop en/of (diverse) horloges in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], althans benadeelde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 07 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht,, in elk geval in Nederland, een kussensloop en/of (diverse) horloges heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat kussensloop en/of die horloges wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op of omstreeks 5 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een accuboormachine en/of een luchtdrukpistool (merk Webley Tempest) en/of een blikje diabolo's (caliber
5.5), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] en/of een ander in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 5 juni 2013 tot en met 07 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een accuboormachine en/of een luchtdrukpistool (merk Webley Tempest) en/of een blikje diabolo's (caliber 5.5) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
3.
Primair
hij op of omstreeks 10 april 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen een fototoestel (merk Olympus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, te weten het verbreken/forceren van de (voor(deur) van die woning;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2013 tot en met 7 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een fotocamera (merk olympus) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die fotocamera wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
4.
Primair
hij op of omstreeks 10 april 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen een een fotocamera (merk panasonic, met bruine hoes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of een ander in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2013 tot en met 7 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht,, in elk geval in Nederland, een fotocamera (merk panasonic) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fotocamera wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
5.
Primair
hij op of omstreeks 29 mei 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen aan de[adres 5]) heeft weggenomen een fotocamera (merk Samsung pc50, kleur roze) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming te weten het verbreken/forceren van een raam en/of kozijn;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2013 tot en met 7 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een fotocamera (merk Samsung pc50, kleur roze) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fotocamera wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
6.
Primair
hij op of omstreeks 21 mei 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen aan de[adres 6]) heeft weggenomen een zwarte portemonnee (met opdruk NS), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, te weten, het forceren/verbreken van een raam/kozijn;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2013 tot en met 07 juni 2013 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een zwarte portemonnee (met opdruk NS) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die portemonnee wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 13 april 2013 tot en met 6 juni 2013, te Maarssen, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit woningen te weten:
- [adres 7] en/of
- [adres 11] en/of
- [adres 3] en/of
- [adres 12] en/of
- [adres 13] en/of
- [adres 14] en/of
- [adres 15] en/of
(telkens) heeft weggenomen geld en/of goederen van zijn/hun gading (zoals:
elekronica en/of sieraden en/of andere goederen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de bewoners van voornoemde woningen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming
en/of
hij in of omstreeks de periode van 13 april 2013 tot en met 6 juni 2013, te Maarssen, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit woningen, te weten:
- [adres 16] en/of
-[adres 17] en/of
-[adres 18] en/of
-[adres 19] en/of
- [adres 20] en/of
- [adres 21] en/of
- [adres 22] en/of
- [adres 23] en/of
- [adres 24] en/of
- [adres 25] en/of
weg te nemen goederen/geld, geheel of ten dele toebehorende aan de bewoner(s)
van voornoemde woning(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn/haar mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woningen te verschaffen en /
of die / dat weg te nemen goederen/geld onder zijn/haar / hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met een of meerdere breekijzers geprobeerd ramen/deuren/kozijnen te forceren, (telkens) zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer PL0971/2013125626 (onderzoek 097Sloop) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 9 juni 2013, p. 68.
3.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 9 juni 2013, p. 68.
4.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 9 juni 2013, p. 69.
5.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 12 juni 2013, p. 100.
6.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 12 juni 2013, p. 101.
7.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [C], namens[benadeelde 1], d.d. 7 juni 2013, p. 54.
8.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 1], d.d. 7 juni 2013, p. 91.
9.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 7 juni 2013, p. 92.
10.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van aangever[benadeelde 1], d.d. 11 juni 2013, p. 58.
11.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van aangever[benadeelde 1], d.d. 11 juni 2013, p. 59.
12.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 12 juni 2013, p. 87.
13.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 12 juni 2013, p. 89.
14.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 35.
15.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 42.
16.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door[E] namens [benadeelde 2], d.d. 5 juni 2013, p. 126.
17.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van benadeelde [benadeelde 2], d.d. 15 juni 2013, p. 143.
18.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van doorzoeking woning, d.d. 8 juni 2013, p. 527.
19.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van benadeelde [benadeelde 2], d.d. 15 juni 2013, p. 144.
20.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 5 juni 2013, p. 154.
21.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 15 juni 2013, p. 155.
22.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 15 juni 2013, p. 156.
23.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 35.
24.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 43.
25.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 3], d.d. 11 april 2013, p. 182.
26.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 3], d.d. 11 april 2013, p. 185.
27.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van doorzoeking woning, d.d. 8 juni 2013, p. 528.
28.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 15 juni 2013, p. 189.
29.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 11 april 2013, p. 187.
30.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 11 april 2013, p. 188.
31.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 35.
32.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 43.
33.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 4], d.d.15 april 2013, p. 233.
34.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 4], d.d. 15 april 2013, p. 242.
35.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4], d.d. 22 juli 2013, p. 265.
36.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 16 april 2013, p. 251.
37.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 16 april 2013, p. 252.
38.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van doorzoeking woning, d.d. 8 juni 2013, p. 528.
39.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van benadeelde [benadeelde 4], d.d.18 juni 2013, p. 254.
40.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 5], d.d. 4 juni 2013, p. 194.
41.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door[benadeelde 5], d.d. 4 juni 2013, p. 197.
42.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van doorzoeking woning, d.d. 8 juni 2013, p. 527.
43.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van benadeelde [benadeelde 5], d.d. 15 juni 2013, p. 206.
44.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 1 juni 2013, p. 203.
45.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 1 juni 2013, p. 204.
46.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 35.
47.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 42.
48.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 6], d.d. 21 mei 2013, p. 216.
49.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 6], d.d. 21 mei 2013, p. 217.
50.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 6], d.d. 21 mei 2013, p. 219.
51.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van doorzoeking woning, d.d. 8 juni 2013, p. 527.
52.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 6], d.d. 26 juni 2013, p. 226.
53.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 22 mei 2013, p. 230.
54.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van sporenonderzoek, d.d. 22 mei 2013, p. 231.
55.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 35.
56.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van werktuigsporenonderzoek, d.d. 22 juli 2013, p. 42.