ECLI:NL:RBMNE:2014:1355

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
7 april 2014
Zaaknummer
16-994017-11
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingfraude met een benadelingsbedrag van meer dan 1,3 miljoen euro

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belastingfraude. De verdachte, geboren in 1964 en ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, werd ervan beschuldigd opzettelijk onjuiste en onvolledige aangiften omzetbelasting te hebben gedaan ten name van zijn eenmanszaak en de vennootschap [verdachte] Koffie B.V. Gedurende een periode van meer dan drie jaar heeft de verdachte een aanzienlijk bedrag van ruim 1,3 miljoen euro benadeeld door valse facturen op te maken en onjuiste belastingaangiften in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk valse bescheiden heeft ingediend bij de belastingdienst en feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedragingen van de vennootschap. De verdachte heeft tijdens de zitting op 5 maart 2014 bekend dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en heeft de onvoorwaardelijke straf verminderd tot 20 maanden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de belastingmoraal in de samenleving zwaar laten wegen in haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/994017-11 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 19 maart 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te[geboorteplaats] op [1964],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats 1].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 maart 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn advocaat, mr. J.C. Hesen, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: - opzettelijk onjuist dan wel onvolledig aangiften omzetbelasting ten name van de eenmanszaak [verdachte] heeft gedaan;
en/of
- opzettelijk aangiften omzetbelasting ten name van de eenmanszaak [verdachte] vals heeft opgemaakt;
Feit 2: een groot aantal facturen, gericht aan of afkomstig van Koffiecentrum Nederland, vals heeft opgemaakt;
Feit 3: opzettelijk valse bescheiden betreffende Koffiecentrum Nederland heeft beschikbaar gesteld aan de belastingdienst;
Feit 4: - feitelijk leiding, dan wel opdracht heeft gegeven aan het plegen van het opzettelijk onjuist dan wel onvolledig doen van aangiften omzetbelasting door [verdachte] Koffie B.V.;
en/of
- feitelijk leiding, dan wel opdracht heeft gegeven aan het opzettelijk vals opmaken van aangiften omzetbelasting door [verdachte] Koffie B.V.;
Feit 5: - feitelijk leiding, dan wel opdracht heeft gegeven aan het plegen van het opzettelijk onjuist dan wel onvolledig doen van aangiften omzetbelasting door [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V.;
en/of
- feitelijk leiding, dan wel opdracht heeft gegeven aan het opzettelijk vals opmaken van aangiften omzetbelasting door [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V.;
Feit 6: een groot aantal facturen, gericht aan of afkomstig van [verdachte] Koffie B.V., vals heeft opgemaakt;
Feit7: feitelijk leiding, dan wel opdracht heeft gegeven aan het opzettelijk beschikbaar stellen van valse bescheiden aan de belastingdienst door [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V..

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aangezien verdachte alle ten laste gelegde feiten heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1 ten laste gelegde feiten heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011, ter zake [verdachte], opgemaakt door [A], werkzaam als ambtenaar bij de Belastingdienst. [2] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- een overzicht van ‘datum/tijdstip ontvangen aangiften’ betreffende [verdachte] [3] , als bijlage opgenomen bij voornoemde ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011. [4] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de aangiften omzetbelasting van de eenmanszaak [verdachte] over het 4e kwartaal van 2007 (D-073, pagina 11) [5] , het 4e kwartaal van 2008 (D-073, pagina 15) [6] , het 1e kwartaal van 2009 (D-073, pagina 16) [7] , het 2e kwartaal van 2009 (D-073, pagina 17) [8] , het 3e kwartaal van 2009 (D-073, pagina 18) [9] , het 4e kwartaal van 2009 (D-073, pagina 19) [10] , het 1e kwartaal van 2010 (D-073, pagina 20) [11] , het 2e kwartaal van 2010 (D-073, pagina 21) [12] , het 3e kwartaal van 2010 (D-073, pagina 22) [13] , het 4e kwartaal van 2010 (D-073, pagina 23) [14] , het 1e kwartaal van 2011 (D-073, pagina 24) [15] en het 2e kwartaal van 2011 (D-073, pagina 25) [16] , met de daarbij behorende vertaaltabel [17] . Deze aangiften en de vertaaltabel zijn als bijlagen opgenomen bij de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011 [18] , en betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- de facturen gericht aan dan wel afkomstig van Koffie Centrum Nederland, die als volgt zijn genummerd: D-046 tot en met D-051 [19] , D-084-1 tot en met D-085-4 [20] , D-284 tot en met D-297 [21] , D-299 tot en met D-312 [22] , D-314 tot en met D-319 [23] , D-321 tot en met D-326 [24] en D-389 tot en met D-401 [25] . Dit betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], d.d. 23 september 2011 [26] ;
- de facturen die als volgt zijn genummerd: D-004 tot en met D-008 [27] en D-014 tot en met D-018 [28] . Dit betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011, ter zake [verdachte] Koffie B.V., opgemaakt door [A], werkzaam als ambtenaar bij de Belastingdienst. [29] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- een overzicht van ‘datum/tijdstip ontvangen aangiften’ betreffende [verdachte] Koffie B.V. [30] , als bijlage opgenomen bij voornoemde ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011. [31] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de aangiften omzetbelasting van [verdachte] Koffie B.V. over het 1e kwartaal van 2008 (D-074, pagina 7) [32] , het 2e kwartaal van 2008 (D-074, pagina 8) [33] , het 3e kwartaal van 2008 (D-074, pagina 9) [34] , het 4e kwartaal van 2008 (D-074, pagina 10) [35] , het 1e kwartaal van 2009 (D-074, pagina 11) [36] , het 2e kwartaal van 2009 (D-074, pagina 12) [37] en het 3e kwartaal van 2009 (D-074, pagina 13) [38] , met de daarbij behorende vertaaltabel [39] . Deze aangiften en de vertaaltabel zijn als bijlagen opgenomen bij de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011 [40] , en betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 5
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011, ter zake de [naam] B.V. en [verdachte], opgemaakt door [A], werkzaam als ambtenaar bij de Belastingdienst. [41] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- een overzicht van ‘datum/tijdstip ontvangen aangiften’ betreffende de [naam] B.V. en [verdachte] [42] , als bijlage opgenomen bij voornoemde ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011. [43] Dit betreft een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de aangiften omzetbelasting van de [naam] B.V. en [verdachte] over het 4e kwartaal van 2009 (D-075, pagina 7) [44] , het 1e kwartaal van 2010 (D-074, pagina 15) [45] , het 2e kwartaal van 2010 (D-075, pagina 8) [46] , het 3e kwartaal van 2010 (D-075, pagina 9) [47] , het 4e kwartaal van 2010 (D-075, pagina 10) [48] , het 1e kwartaal van 2011 (D-075, pagina 11) [49] en het 2e kwartaal van 2011 (D-075, pagina 12) [50] , met de daarbij behorende vertaaltabel [51] . Deze aangiften en de vertaaltabel zijn als bijlagen opgenomen bij de ambtsedige verklaring omzetbelasting, d.d. 4 oktober 2011 [52] , en betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 6 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- de facturen gericht aan dan wel afkomstig van [verdachte] Koffie B.V., die als volgt zijn genummerd: D-167 tot en met D-172 [53] , D-219 [54] , D-222 [55] , D-225 tot en met D-249 [56] , D-251 [57] , D-253 [58] , D-255 [59] , D-256 [60] , D-258 [61] , D-260 tot en met D-262 [62] , D-264 tot en met D-271 [63] , D-273 tot en met D-278 [64] , D-280 [65] , D-281 [66] , D-283 [67] , D-328 tot en met D-335 [68] , D-337 [69] , D-339 [70] , D-341 [71] , D-343 [72] , D-345 [73] , D-347 [74] , D-349 [75] , D-351 [76] , D-353 [77] , D-355 [78] , D-357 [79] , D-359 tot en met D-369 [80] , D-371 tot en met D-377 [81] , D-379 [82] en D-381 [83] . Dit betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 7
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 7 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], d.d. 23 september 2011 [84] ;
- de facturen die als volgt zijn genummerd: D-001 tot en met D-003 [85] en D-010 tot en met D-013 [86] . Dit betreffen geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 maart 2014.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein telkens opzettelijk 12 (te weten D-073, pag. 11, D-073, pag. 15, D-073, pag. 16, D-073, pag. 17, D-073, pag. 18, D-073, pag. 19, D-073, pag. 20, D-073, pag. 21, D-073, pag. 22, D-073, pag. 23, D-073, pag. 24 en D-073, pag. 25) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften omzetbelasting over de tijdvakken van oktober 2007 tot en met december 2007 en van oktober 2008 tot en met juni 2011, ten name van de eenmanszaak [verdachte] (gedeeltelijk) onjuist heeft gedaan,
immers heeft hij telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over meerdere tijdvakken in de periode van oktober 2007 tot en met december 2007 en in de periode van oktober 2008 tot en met juni 2011 telkens een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld, terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
en
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juli 2011 in de gemeente IJsselstein
12 ( te weten D-073, pag. 11, D-073, pag. 15, D-073, pag. 16, D-073, pag. 17, D-073, pag. 18, D-073, pag. 19, D-073, pag. 20, D-073, pag. 21, D-073, pag. 22, D-073, pag. 23, D-073, pag. 24 en D-073, pag. 25) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiftebiljetten omzetbelasting ten name van de eenmanszaak [verdachte] over de tijdvakken oktober 2007 tot en met december 2007 en oktober 2008 tot en met juni 2011,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens heeft vervalst,
immers heeft hij, verdachte, telkens valselijk en in strijd met de waarheid op de aangiften telkens een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en
een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 5 oktober 2011 in de gemeente IJsselstein 67 in- en/of verkoopfacturen ten name van [X] gericht aan Koffiecentrum Nederland en/of van Koffiecentrum Nederland gericht aan diverse (buitenlandse) bedrijven, te weten;
- D-046 tot en met D-051 en;
- D-084-1 tot en met D-085-4 en;
- D-284 tot en met D-297 en;
- D-299 tot en met D-312 en;
- D-314 tot en met D-319 en;
- D-321 tot en met D-326 en;
- D-389 tot en met D-401,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte, telkens valselijk en in strijd met de waarheid op meerdere facturen gefingeerde inkopen door Koffiecentrum Nederland vermeld of gefingeerde verkopen door Koffiecentrum Nederland vermeld en gefingeerde bedragen vermeld, terwijl die in- en verkopen niet hebben plaatsgevonden, zulks telkens met het oogmerk om
die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
op 4 november 2010 in de gemeente IJsselstein en/of de gemeente Noordwijk,
als degene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze in valse vorm voor dit doel beschikbaar heeft gesteld en heeft doen stellen aan een ambtenaar van de Belastingdienst,
immers heeft genoemde verdachte alstoen aldaar opzettelijk valse inkoopfacturen ten name van [X] gericht aan Koffiecentrum Nederland (D-004 tot en met D-008) en valse verkoopfacturen van Koffiecentrum Nederland gericht aan diverse buitenlandse bedrijven (D-014 tot en met D-018) over het jaar 2009 aan een ambtenaar van de Belastingdienst ter
beschikking gesteld en doen stellen, bestaande de valsheden hierin dat op die geschriften, in strijd met de waarheid, melding is gemaakt van inkopen gedaan door Koffiecentrum Nederland bij [X] en verkopen gedaan door Koffiecentrum Nederland aan diverse buitenlandse bedrijven, terwijl die in- en verkopen niet hebben plaatsgevonden;
4.
[verdachte] Koffie B.V. op tijdstippen gelegen in de periode van 1 april 2008 tot en met 30 september 2009 in de gemeente IJsselstein
telkens opzettelijk 7 (te weten D-074, pag. 7, D-074, pag. 8, D-074, pag. 9, D-074, pag. 10, D-074, pag. 11, D-074, pag. 12, D-074, pag. 13) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften omzetbelasting over de tijdvakken januari 2008 tot en met september 2009, ten name van [verdachte] Koffie B.V. (gedeeltelijk) onjuist heeft gedaan,
immers heeft [verdachte] Koffie B.V. telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over meerdere tijdvakken in de periode van januari 2008 tot en met september 2009 telkens een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting werd geheven, aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
en
[verdachte] Koffie B.V. op tijdstippen gelegen in de periode van 1 april 2008 tot en met 30 september 2009 in de gemeente IJsselstein
7 ( te weten D-074, pag. 7, D-074, pag. 8, D-074, pag. 9, D-074, pag. 10, D-074, pag. 11, D-074, pag. 12, D-074, pag. 13) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften omzetbelasting over de tijdvakken januari 2008 tot en met september 2009, ten name van [verdachte] Koffie B.V.,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt, immers heeft [verdachte] Koffie B.V. telkens valselijk en in strijd met de waarheid op de aangiften telkens een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld, zulks telkens met het oogmerk om dat geschriften als echt en onvervalst te gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
5.
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de
[naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein
opzettelijk 7 (D-075, pag. 7, D-074, pag. 15, D-075, pag. 8, D-075, pag. 9, D-075, pag. 10, D-075, pag. 11, D-075, pag. 12) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften omzetbelasting ten name van de [naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V. over de tijdvakken oktober 2009 tot en met juni 2011 onjuist heeft gedaan en/of laten doen,
immers heeft [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over meerdere tijdvakken in de periode van oktober 2009 tot en met juni 2011 telkens een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven/doen opgeven en een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld/doen invullen,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting werd geheven, aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
en
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de [naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein
7 ( D-075, pag. 7, D-074, pag. 15, D-075, pag. 8, D-075, pag. 9, D-075, pag. 10, D-075, pag. 11, D-075, pag. 12) bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften omzetbelasting over de tijdvakken oktober 2009 tot en met juni 2011, ten name van de [naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken, immers heeft/hebben [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. telkens valselijk en in strijd met de waarheid op de aangiften een onjuist bedrag aan voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld, zulks telkens met het oogmerk om die
geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
6.
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 april 2008 tot en met 5 oktober 2011 in de gemeente IJsselstein
97 in- en verkoopfacturen ten name van [X] gericht aan [verdachte] Koffie
B.V. en/of van [verdachte] Koffie B.V. gericht aan diverse buitenlandse
bedrijven, te weten:
D-167 tot en met D-172, D-219, D-222, D-225 tot en met D-249, D-251, D-253,
D-255, D-256, D-258, D-260 tot en met D-262, D-264 tot en met D-271, D-273
tot en met D-278, D-280, D-281, D-283, D-328 tot en met D-335, D-337, D-339,
D-341, D-343, D-345, D-347, D-349, D-351, D-353, D-355, D-357, D-359 tot en
met D-369, D-371 tot en met D-377, D-379 en D-381,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte, telkens valselijk en in strijd met de waarheid op meerdere facturen gefingeerde inkopen en gefingeerde verkopen en gefingeerde bedragen vermeld, terwijl die in- en verkopen niet hebben plaatsgevonden, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
7.
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de [naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op 4 november 2010 in de gemeente IJsselstein en/of de gemeente Noordwijk telkens als degene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze in valse vorm voor
dit doel beschikbaar heeft gesteld en heeft doen stellen aan een ambtenaar van de Belastingdienst,
immers heeft [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. alstoen aldaar opzettelijk valse inkoopfacturen ten name van [X] gericht aan [verdachte] Koffie B.V. (D-001 tot en met D-003) en verkoopfacturen ten name van [verdachte] Koffie B.V. gericht aan diverse buitenlandse bedrijven (D-010 tot en met D-013), over het jaar 2009, aan een ambtenaar van de Belastingdienst ter beschikking gesteld en doen stellen,
bestaande de valsheden hierin dat op die geschriften, in strijd met de waarheid, melding is gemaakt van inkopen gedaan door [verdachte] Koffie B.V. bij [X] en verkopen gedaan door [verdachte] Koffie B.V. aan diverse buitenlandse bedrijven, terwijl die in- en verkopen niet hebben plaatsgevonden,
aan welke verboden gedraging hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1: opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd
en
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 2: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 3: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan voor raadpleging beschikbaar te stellen, deze voor dit doel opzettelijk in valse of vervalste vorm beschikbaar stellen;
Feit 4 en 5: telkens, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
Feit 6: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 7: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan voor raadpleging beschikbaar te stellen, deze voor dit doel opzettelijk in valse of vervalste vorm beschikbaar stellen, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij aan het feit feitelijk leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 34 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat, gelet op het feit dat verdachte first offender is, hij meegewerkt heeft aan het onderzoek en gelet op zijn persoonlijke omstandigheden kan worden volstaan met het opleggen van een werkstraf voor de maximale duur al dan niet gekoppeld aan een (hoge) voorwaardelijke gevangenisstraf met een maximale proeftijd. Voorts heeft de verdediging naar voren gebracht dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn en dat om die reden strafvermindering moet worden toegepast.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van circa drie jaren schuldig gemaakt aan grootschalige BTW-fraude. In dat verband heeft hij een groot aantal facturen vervalst en onjuiste belastingaangiften gedaan. Door het niet doen van een juiste aangifte (omzetbelasting) is de belastingdienst niet in staat geweest juiste belastingverplichtingen vast te stellen en aanslagen op te leggen. De goede werking van het systeem voor de heffing van omzetbelasting staat of valt bij de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van facturen. Indien facturen worden opgesteld dan wel gebruikt, die niet stroken met de werkelijkheid, wordt het systeem van de heffing van omzetbelasting volledig ondergraven. Dit doet afbreuk aan de belastingmoraal en brengt de overheid en daarmee de gehele samenleving nadeel toe.
Verdachte is op een geraffineerde wijze te werk gegaan. Om te voorkomen dat de fraude aan het licht zou komen, is verdachte steeds verder gegaan in het vals opmaken van documenten. Zelfs toen door de belastingdienst een onderzoek werd ingesteld naar verdachtes administratie, is verdachte nog maandenlang op een schaamteloze wijze doorgegaan met het indienen van valse aangiften omzetbelasting en het opmaken van valse documenten. De rechtbank neemt verdachte dit bijzonder kwalijk.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken, met een vergelijkbaar benadelingsbedrag, worden opgelegd.
De rechtbank gaat daarbij uit van een benadelingsbedrag van € 1.380.000,00. Het in het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde uitgangspunt bij fraude met een benadelingsbedrag van € 1.000.000,- en hoger is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste 24 maanden.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, waaronder in het bijzonder de omvang en de duur van de fraude, en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Niet kan worden volstaan met een andere straf dan een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een werkstraf, zoals door de verdediging is verzocht, ziet de rechtbank dan ook geen ruimte.
Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, hij heeft meegewerkt aan het onderzoek en daarbij openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank rekent het verdachte daarentegen aan dat hij gedurende ruim drie jaren heeft gefraudeerd en daartoe frequent de benodigde documenten heeft vervalst. Verdachte ziet daarbij het kwalijke van zijn handelen en het feit dat hij de Staat voor een zeer omvangrijk bedrag heeft benadeeld, onvoldoende in. Gelet hierop acht de rechtbank het passend de gevangenisstraf deels voorwaardelijk op te leggen, in de hoop dat dit verdachte ervan weerhoudt opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 31 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden.
De rechtbank betrekt echter bij haar oordeel dat de redelijke termijn, waarbinnen de strafzaak moest zijn behandeld, is overschreden. De rechtbank heeft als aanvangsdatum van de redelijke termijn de datum van de inverzekeringstelling van verdachte, te weten 5 oktober 2011, genomen. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een dermate omvangrijk of ingewikkeld dossier dat dit de termijn waarbinnen de zaak ter zitting is aangebracht, rechtvaardigt. De redelijke termijn is overschreden met ruim 5 maanden. Als maatstaf voor de vermindering van de op te leggen straf hanteert de rechtbank het uitgangspunt van om en nabij de vijf procent (Hoge Raad 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578). Gelet op vorenstaande zal de rechtbank het aan verdachte op te leggen onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf matigen tot 20 maanden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 51, 57, 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1: opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd
en
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 2: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 3: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan voor raadpleging beschikbaar te stellen, deze voor dit doel opzettelijk in valse of vervalste vorm beschikbaar stellen;
Feit 4 en 5: telkens, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
Feit 6: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 7: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan voor raadpleging beschikbaar te stellen, deze voor dit doel opzettelijk in valse of vervalste vorm beschikbaar stellen, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij aan het feit feitelijk leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mr. N.E.M. Kranenbroek en mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 maart 2014.
Mr. Van Dam is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein en/of Heerlen
en/of Apeldoorn, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk 12 (te weten D-073, pag. 11, D-073, pag. 15, D-073, pag.
16, D-073, pag. 17, D-073, pag. 18, D-073, pag. 19, D-073, pag. 20, D-073,
pag. 21, D-073, pag. 22, D-073, pag. 23, D-073, pag. 24 en D-073, pag. 25),
althans een of meerdere, althans een (groot) aantal bij de belastingwet
voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake
rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) omzetbelasting over het/de
tijdvak(ken) van oktober 2007 tot en met december 2007 en/of van oktober 2008
tot en met juni 2011, althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand en/of kwartaal)
in de periode van oktober 2007 tot en met december 2007 en/of in de periode
van oktober 2008 tot en met juni 2011 ten name van (de eenmanszaak) [verdachte]
(gedeeltelijk) onjuist of onvolledig heeft gedaan en/of laten doen,
immers heeft hij (telkens) opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der
belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljet(ten)
omzetbelasting over een of meerdere tijdvak(ken) in de periode van oktober
2007 tot en met december 2007 en/of in de periode van oktober 2008 tot en met
juni 2011 (telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan voorbelasting/te
vorderen omzetbelasting opgegeven/doen (laten) opgeven en/of een te hoog
terug te vragen geldbedrag ingevuld/doen (laten) invullen, althans (telkens)
een te laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven/doen (laten) opgeven,
terwijl dat feit/die feiten er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig
belasting werd geheven;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
en/of
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein, althans in
Nederland,
(telkens) 12 (te weten D-073, pag. 11, D-073, pag. 15, D-073, pag. 16, D-073,
pag. 17, D-073, pag. 18, D-073, pag. 19, D-073, pag. 20, D-073, pag. 21,
D-073, pag. 22, D-073, pag. 23, D-073, pag. 24 en D-073, pag. 25), althans
een of meerdere, althans een (groot) aantal bij de belastingwet voorziene
aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
aangiftebiljet(ten) omzetbelasting ten name van (de eenmanszaak) [verdachte]
over het/de tijdvak(ken) oktober 2007 tot en met december 2007 en/of
oktober 2008 tot en met juni 2011, althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand
en/of kwartaal) in de periode van oktober 2007 tot en met december 2007 en/of
in de periode van oktober 2008 tot en met juni 2011,
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst
en/of valselijk heeft doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid
op de aangifte(n) (telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan
voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven/doen (laten) opgeven en/of
een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld/doen (laten) invullen,
althans (telkens) een te laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven/doen
(laten) opgeven, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als
echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art. 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
art 68 lid 1 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
2.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 5 oktober 2011 in de gemeente IJsselstein, althans in
Nederland, 67, althans een of meerdere, althans een (groot) aantal in- en/of
verkoopfactu(u)r(en) ten name van [X] gericht aan Koffiecentrum
Nederland en/of van Koffiecentrum Nederland gericht aan diverse (buitenlandse)
bedrijven, te weten;
-D-046 tot en met D-051 en/of;
-D-84-1 tot en met D-085-4 en/of;
-D-284 tot en met D-297 en/of;
-D-299 tot en met D-312 en/of;
-D-314 tot en met D-319 en/of;
-D-321 tot en met D-326 en/of;
-D-389 tot en met D-401,
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst
en/of doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid
op een of meerdere factu(u)r(en) (gefingeerde) inkopen door Koffiecentrum
Nederland en/of [verdachte] vermeld en/of (gefingeerde) verkopen door
Koffiecentrum Nederland en/of [verdachte] vermeld en/of (een) gefingeerd(e)
bedrag(en) vermeld en/of doen (laten) vermelden, terwijl die in- en/of
verkopen niet hebben plaatsgevonden, zulks (telkens) met het oogmerk om
dat/die geschrift(en) als echt en onvervalste te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1
november 2010 tot en met 30 november 2010, althans in 2010, in de gemeente
IJsselstein en/of de gemeente Noordwijk, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging, althans alleen,
(telkens) als degene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze in valse of vervalste vorm voor
dit doel beschikbaar heeft/hebben gesteld en/of heeft/hebben doen (laten)
stellen aan (een) ambtena(a)r(en) van de Belastingdienst,
immers heeft/hebben genoemde verdachte en/of zijn mededader(s) alstoen aldaar
opzettelijk (een) valse en/of vervalste inkoopfactu(u)r(en) ten name van
[X] gericht aan Koffiecentrum Nederland (D-004 tot en met D-008) en/of
(een) valse en/of vervalste verkoopfactu(u)r(en) van Koffiecentrum Nederland,
gericht aan diverse (buitenlandse) bedrijven (D-014 tot en met D-018) over
het jaar 2009 aan (een) ambtena(a)r(en) van de Belastingdienst ter
beschikking gesteld en/of doen (laten) stellen, bestaande de
valsheid/valsheden hierin dat op dat/die geschrift(en), in strijd met de
waarheid, melding is gemaakt van inkopen gedaan door Koffiecentrum Nederland
en/of [verdachte] bij [X] en/of verkopen gedaan door Koffiecentrum
Nederland en/of [verdachte] aan diverse (buitenlandse) bedrijven, terwijl die
in- en/of verkopen niet hebben plaatsgevonden;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 68 lid 1 ahf/ond c Algemene wet inzake rijksbelastingen
4.
[verdachte] Koffie B.V. op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks
de periode van 1 april 2008 tot en met 30 september 2009 in de gemeente
IJsselstein en/of de gemeente Heerlen en/of de gemeente Apeldoorn, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,
(telkens) opzettelijk 7 (te weten D-074, pag. 7, D-074, pag. 8, D-074, pag. 9,
D-074, pag. 10, D-074, pag. 11, D-074, pag. 12, D-074, pag. 13), althans een
of meerdere, althans een (groot) aantal bij de belastingwet voorziene
aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
(een) aangifte(n) omzetbelasting over het/de tijdvak(ken) januari 2008 tot en
met september 2009, althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand en/of kwartaal)
in de periode van januari 2008 tot en met september 2009 ten name van [verdachte]
Koffie B.V. (gedeeltelijk) onjuist of onvolledig heeft/hebben gedaan
en/of laten doen,
immers heeft/hebben [verdachte] Koffie B.V. en/of haar mededader(s) (telkens)
opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst
ingeleverde aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over een of meerdere
tijdvak(ken) in de periode van januari 2008 tot en met september 2009
(telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan voorbelasting/te vorderen
omzetbelasting opgegeven/doen (laten) opgeven en/of een te hoog terug te
vragen geldbedrag ingevuld/doen (laten) invullen, althans (telkens) een te
laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven/doen (laten) opgeven,
terwijl dat feit/die feiten er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig
belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij,
verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij,
verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
en/of
[verdachte] Koffie B.V. op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks
de periode van 1 april 2008 tot en met 30 september 2009 in de gemeente
IJsselstein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,
(telkens) 7 (te weten D-074, pag. 7, D-074, pag. 8, D-074, pag. 9, D-074, pag.
10, D-074, pag. 11, D-074, pag. 12, D-074, pag. 13), althans een of meerdere,
althans een (groot) aantal bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n)
omzetbelasting over het/de tijdvak(ken) januari 2008 tot en met september
2009, althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand en/of kwartaal) in de periode
van januari 2008 tot en met september 2009, ten name van [verdachte] Koffie
B.V.,
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of
heeft/hebben vervalst en/of heeft/hebben valselijk doen (laten) opmaken en/of
doen (laten) vervalsen, immers heeft/hebben [verdachte] Koffie B.V. en/of
haar mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid op de
aangifte(n) (telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan
voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en/of doen (laten) opgeven
en/of een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld en/of doen (laten)
invullen, althans (telkens) een te laag bedrag aan te betalen belasting
opgegeven en/of doen (laten) opgeven, zulks (telkens) met het oogmerk om
dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken,
aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij, verdachte, opdracht
heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijk
leiding heeft gegeven.
art. 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
art 68 lid 1 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
5.
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de
[naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op één of
meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en
met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein en/of de gemeente Heerlen en/of de
gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans
alleen;
(telkens) opzettelijk 7 (D-075, pag. 7, D-074, pag. 15, D-075, pag. 8, D-075,
pag. 9, D-075, pag. 10, D-075, pag. 11, D-075, pag. 12), althans een of
meerdere, althans een (groot) aantal bij de belastingwet voorziene
aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
(een) aangifte(n) omzetbelasting ten name van de [naam]
B.V. en [verdachte] Koffie B.V. over het/de tijdvak(ken) oktober 2009
tot en met juni 2011, althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand en/of kwartaal)
in de periode van oktober 2009 tot en met juni 2011 (gedeeltelijk) onjuist of
onvolledig heeft/hebben gedaan en/of laten doen,
immers heeft/hebben [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. en/of
haar/hun mededader(s) (telkens) opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der
belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljet(ten)
omzetbelasting over een of meerdere tijdvak(ken) in de periode van oktober
2009 tot en met juni 2011 (telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan
voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven/doen (laten) opgeven en/of
een te hoog terug te vragen geldbedrag ingevuld/doen (laten) invullen, althans
(telkens) een te laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven/doen (laten)
opgeven,
terwijl dat feit/die feiten er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig
belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij,
verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij,
verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
en/of
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de
[naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op één of
meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en
met 31 juli 2011 in de gemeente IJsselstein en/of de gemeente Heerlen en/of de
gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans
alleen;
(telkens) 7 (D-075, pag. 7, D-074, pag. 15, D-075, pag. 8, D-075, pag. 9,
D-075, pag. 10, D-075, pag. 11, D-075, pag. 12), althans een of meerdere,
althans een (groot) aantal bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n)
omzetbelasting over het/de tijdvak(ken) oktober 2009 tot en met juni 2011,
althans over enig(e) tijdvak(ken)(maand en/of kwartaal) in de periode van
oktober 2009 tot en met juni 2011, ten name van de [naam]
B.V. en [verdachte] Koffie B.V.,
(elk) zijnde (een ) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of
heeft/hebben doen opmaken en/of heeft/hebben vervalst en/of heeft/hebben doen
vervalsen, immers heeft/hebben [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie
B.V. en/of haar/hun mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de
waarheid op de aangifte(n) (telkens) een onjuist, althans te hoog bedrag aan
voorbelasting/te vorderen omzetbelasting opgegeven en/of een te hoog terug te
vragen geldbedrag ingevuld, althans (telkens) een te laag bedrag aan te
betalen belasting opgegeven, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die
geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken,
aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij, verdachte, opdracht
heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijk
leiding heeft gegeven.
art. 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
art 68 lid 1 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
6.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 april
2008 tot en met 5 oktober 2011 in de gemeente IJsselstein, althans in
Nederland,
97, althans een of meerdere, althans een (groot) aantal in- en
verkoopfactu(u)r(en) ten name van [X] gericht aan [verdachte] Koffie
B.V. en/of van [verdachte] Koffie B.V. gericht aan diverse (buitenlandse)
bedrijven, te weten;
D-167 tot en met D-172, D-219, D-222, D-225 tot en met D-249, D-251, D-253,
D-255, D-256, D-258, D-260 tot en met D-262, D-264 tot en met D-271, D-273
tot en met D-278, D-280, D-281, D-283, D-328 tot en met D-335, D-337, D-339,
D-341, D-343, D-345, D-347, D-349, D-351, D-353, D-355, D-357, D-359 tot en
met D-369, D-371 tot en met D-377, D-379 en D-381,
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid
op een of meerdere factu(u)r(en) (gefingeerde) inkopen en/of (gefingeerde)
verkopen en/of (een) gefingeerd(e) bedrag(en) vermeld en/of doen (laten)
vermelden, terwijl die in- en verkopen niet hebben plaatsgevonden, zulks
(telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalste te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
[naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. (deel uitmakende van de
[naam] B.V. en [verdachte] Koffie B.V.) op één of
meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 november 2010 tot en
met 30 november 2010, althans in 2010 in de gemeente IJsselstein en/of de
gemeente Noordwijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans
alleen,
(telkens) als degene(n) die ingevolge de belastingwet verplicht waren/was tot
het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze in valse of vervalste vorm voor
dit doel beschikbaar heeft/hebben gesteld en/of heeft/hebben doen stellen aan
(een) ambtena(a)r(en) van de Belastingdienst,
immers heeft/hebben [naam] B.V. en/of [verdachte] Koffie B.V. en/of
haar/hun mededader(s) alstoen aldaar opzettelijk (een) valse en/of vervalste
inkoopfactu(u)r(en) ten name van [X] gericht aan [verdachte] Koffie B.V.
(D-001 tot en met D-003) en/of verkoopfactu(u)r(en) ten name van [verdachte]
Koffie B.V. gericht aan diverse (buitenlandse) bedrijven (D-010 tot en met
D-013), over het jaar 2009, aan (een) ambtena(a)r(en) van de Belastingdienst
ter beschikking gesteld en/of doen (laten) stellen, bestaande de valsheid
/valsheden hierin dat op dat/die geschrift(en), in strijd met de waarheid,
melding is gemaakt van inkopen gedaan door [verdachte] Koffie B.V. bij
[X] en/of verkopen gedaan door [verdachte] Koffie B.V. aan diverse
(buitenlandse) bedrijven, terwijl die in- en/of verkopen niet hebben
plaatsgevonden, aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij,
verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij,
verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 68 lid 1 ahf/ond c Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, dossiernummer 49196 (pagina 1 tot en met 926) en het overzichtsproces-verbaal (pagina 1 tot en met 90), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 452.
3.Pagina 453.
4.Pagina 452.
5.Pagina 462.
6.Pagina 466.
7.Pagina 467.
8.Pagina 468.
9.Pagina 469.
10.Pagina 470.
11.Pagina 471.
12.Pagina 472.
13.Pagina 473.
14.Pagina 474.
15.Pagina 475.
16.Pagina 476.
17.Pagina 478.
18.Pagina 452.
19.Pagina 438 tot en met 443.
20.Pagina 538 tot en met 545.
21.Pagina 799 tot en met 812.
22.Pagina 813 tot en met 826.
23.Pagina 827 tot en met 832.
24.Pagina 833 tot en met 838.
25.Pagina 890 tot en met 902.
26.Pagina 283 tot en met 291.
27.Pagina 382 tot en met 386.
28.Pagina 392 tot en met 396.
29.Pagina 479.
30.Pagina 480.
31.Pagina 479.
32.Pagina 485.
33.Pagina 486.
34.Pagina 487.
35.Pagina 488.
36.Pagina 489.
37.Pagina 490.
38.Pagina 491.
39.Pagina 495.
40.Pagina 452.
41.Pagina 496.
42.Pagina 497.
43.Pagina 497.
44.Pagina 502.
45.Pagina 493.
46.Pagina 503.
47.Pagina 504.
48.Pagina 505.
49.Pagina 506.
50.Pagina 507.
51.Pagina 509.
52.Pagina 497.
53.Pagina 687 tot en met 692.
54.Pagina 743.
55.Pagina 744.
56.Pagina 745 tot en met 769.
57.Pagina 770.
58.Pagina 771.
59.Pagina 772.
60.Pagina 773.
61.Pagina 774.
62.Pagina 775 tot en met 777.
63.Pagina 778 tot en met 786.
64.Pagina 787 tot en met 793.
65.Pagina 794 en 795.
66.Pagina 796 en 797.
67.Pagina 798.
68.Pagina 839 tot en met 846.
69.Pagina 847.
70.Pagina 848.
71.Pagina 851.
72.Pagina 853.
73.Pagina 855.
74.Pagina 857.
75.Pagina 859.
76.Pagina 861.
77.Pagina 863.
78.Pagina 865.
79.Pagina 867.
80.Pagina 869 tot en met 879.
81.Pagina 880 tot en met 886.
82.Pagina 888.
83.Pagina 889.
84.Pagina 283 tot en met 291.
85.Pagina 379 tot en met 381.
86.Pagina 388 tot en met 391.