Op 22 januari 2014 heeft de verdachte in Hilversum een jeugdig slachtoffer onder bedreiging met een mes gedwongen tot afgifte van een telefoon en de bijbehorende pincode. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 13 mei 2014 uitspraak gedaan in deze strafzaak, waarbij de verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.J.M. Mohrmann. De officier van justitie, mr. H.J. Starrenburg, heeft de verdachte vervolgd voor afpersing. Tijdens de terechtzitting zijn getuigen gehoord die de bedreigende situatie hebben bevestigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als overtuigend beschouwd en heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verleden met cannabisgebruik, en heeft besloten dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend was. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezen verklaarde.