Op 9 mei 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1961 en verblijvende in het SymforaMeander Ziekenhuis te Amersfoort. De officier van justitie had op 8 mei 2014 een verzoek ingediend voor deze machtiging, na een psychiatrisch onderzoek dat had plaatsgevonden naar aanleiding van een melding van stalking. De rechtbank heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken, waaronder een geneeskundige verklaring en verklaringen van familieleden van de betrokkene. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, die ontkende dat er sprake was van een psychische stoornis en stelde dat zij geen toestemming had gegeven voor het spreken met haar familie door de arts. De raadsvrouw van de betrokkene heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen psychische stoornis was en subsidiair verzocht om een contra-expertise.
De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er een ernstig vermoeden bestaat van een stoornis van de geestvermogens, te weten waanstoornissen, die gevaar kan veroorzaken voor de psychische gezondheid van anderen. Dit gevaar is zo onmiddellijk dreigend dat een voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank oordeelt dat de psychiater voldoende informatie heeft verzameld om tot deze conclusie te komen, en dat de betrokkene's ontkenning van haar gedrag en de discrepantie tussen haar verklaringen en die van derden de zorgen van de rechtbank onderbouwen.
De rechtbank wijst het verzoek om een deskundigenonderzoek af en verleent de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling tot en met 30 mei 2014. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Cox-Weber, griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 mei 2014.