In deze wrakingszaak, behandeld door de rechtbank Midden-Nederland op 20 januari 2014, heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters die zijn zaak behandelen. Het verzoek is ingediend op 8 december 2013, maar de rechtbank oordeelt dat het verzoek niet voldoet aan de vereisten van het wrakingsprotocol. Verzoeker heeft zijn verzoek pas op 6 januari 2014 ingediend, terwijl de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen al eerder bekend waren. De rechtbank stelt vast dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd en dat het verzoek niet gemotiveerd is voor alle betrokken rechters. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank wijst erop dat verzoeker slechts één rechter bij naam heeft genoemd, terwijl de andere rechters niet in het verzoek zijn genoemd, ondanks dat hun namen bekend waren. Dit is in strijd met de eisen die aan een wrakingsverzoek worden gesteld. Bovendien is het verzoek om wraking van mr. Bender ook niet ontvankelijk, omdat verzoeker zijn verzoek niet tijdig heeft ingediend. De rechtbank concludeert dat er sprake is van misbruik van het recht, aangezien verzoeker herhaaldelijk wrakingsverzoeken indient die niet aan de vereisten voldoen. Daarom wordt bepaald dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker tegen leden van de rechtbank niet in behandeling worden genomen.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.