ECLI:NL:RBMNE:2014:2268

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2014
Publicatiedatum
4 juni 2014
Zaaknummer
16-661352-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging proeftijd en wijziging bijzondere voorwaarden na voorwaardelijke veroordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2014 uitspraak gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie, die op 23 april 2014 was ingediend, tot verlenging van de proeftijd van de veroordeelde en wijziging van de bijzondere voorwaarden. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en specifieke voorwaarden waaronder meldplicht bij de Reclassering Leger des Heils en deelname aan gedragsinterventies.

Tijdens de zitting op 8 mei 2014 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman mr. A.C. Vingerling, en vertegenwoordigers van de Reclassering gehoord. De officier van justitie heeft gevorderd de proeftijd met één jaar te verlengen en de bijzondere voorwaarden te wijzigen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd, waarbij de proeftijd werd verlengd en de voorwaarden werden aangepast. De rechtbank heeft daarbij gelet op de inhoud van het dossier en de toelichting van de reclassering.

De rechtbank heeft beslist dat de veroordeelde zich moet blijven melden bij de Reclassering, zich onder behandeling moet stellen van een forensisch psychiatrische instelling, en moet meewerken aan schuldhulpverlening. Tevens is de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde deel moet nemen aan specifieke gedragsinterventies komen te vervallen. Deze beslissing is genomen in het belang van de re-integratie van de veroordeelde en de naleving van de voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661352-13
Datum uitspraak: 22 mei 2014
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 23 april 2014, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 15 juli 2013, in de zaak tegen de veroordeelde:

[veroordeelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1991],
wonende te [adres] te [woonplaats].
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- een afschrift van voormeld vonnis, waarbij de veroordeelde onder meer is veroordeeld tot
-kort gezegd- een gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich binnen vijf werkdagen volgend op de onherroepelijkheidsdatum van dit vonnis meldt bij Reclassering Leger des Heils op het volgende adres: Zeehaenkade 30, 3526 LC te Utrecht. Hierna moet hij zich bij Reclassering Leger des Heils blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht;
- deelneemt aan de volgende gedragsinterventies: GR-RN Cognitieve vaardigheden en GI-RN Arbeidsvaardigheden;
- een kennisgeving als bedoeld in artikel 366a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- een brief van Reclassering Leger des Heils, te Utrecht d.d. 20 maart 2014, waaruit blijkt dat de veroordeelde voormelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 8 mei 2014, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht, alsmede A. de Beer en B.J. Wassing van Reclassering Leger des Heils.
OVERWEGINGEN:
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde straf te verlengen met één jaar en de bijzondere voorwaarden te wijzigen in die zin dat de veroordeelde zich nog altijd moet melden bij de Reclassering, zo frequent en zolang de Reclassering dat noodzakelijk acht. Voorts dient de veroordeelde zich onder poliklinische behandeling te stellen van Altrecht, of een soortgelijke instelling, dient de veroordeelde zich te houden aan de afspraken met Stichting JES 030 en dient de veroordeelde mee te werken aan schuldhulpverlening.
De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde deel moet nemen aan de gedragsinterventies GR-RN Cognitieve vaardigheden en GI-RN Arbeidsvaardighedentraining komt te vervallen.
De raadsman sluit zich aan bij de vordering van de officier van justitie.
Op grond van het onderzoek ter zitting, alsmede gelet op de inhoud van voormelde brief van de Reclassering Leger des Heils d.d. 20 maart 2014 en de ter zitting gegeven toelichting van A. de Beer en B.J. Wassing van Reclassering Leger des Heils, acht de rechtbank termen aanwezig de proeftijd te verlengen en de bijzondere voorwaarden te wijzigen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank:
- Verlengt de proeftijd van twee jaren die is vastgesteld in voormeld vonnis met één jaar;
- Wijzigt de bijzondere voorwaarden, vastgesteld in voormeld vonnis, zodat de veroordeelde zich thans aan de volgende bijzondere voorwaarden dient te houden:
- de veroordeelde dient zich te melden bij Reclassering Leger des Heils, op het volgende adres: Zeehaenkade 30, 3526 LC te Utrecht. Hierna moet hij zich bij Reclassering Leger des Heils blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht;
- de veroordeelde dient zich onder behandeling te laten stellen van Altrecht, of een soortgelijke forensisch psychiatrische polikliniek en dient zich te houden aan de aanwijzingen die door of namens deze instelling worden gegeven, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- de veroordeelde dient zich te houden aan de aanwijzingen van en de afspraken met Stichting JES 030;
- de veroordeelde dient zijn medewerking te verlenen aan schuldhulpverlening.
- Bepaalt dat de bijzondere voorwaarde, vastgesteld in voormeld vonnis, dat de
veroordeelde moet deelnemen aan de gedragsinterventies GR-RN Cognitieve vaardigheden en GR-RN Arbeidsvaardigheden, komt te vervallen.
Aldus gedaan door mr. E.M. de Stigter en mrs. J.P.W. Helmonds en C.A.M. van Straalen, bijgestaan door mr. J. van Elk als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 22 mei 2014.