Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
[eiser sub 6],
[eiser sub 7],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7;
- de producties 1 tot en met 7 van de zijde van de Gemeente;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eisers c.s.];
- de twee door [eisers c.s.] ter terechtzitting overgelegde foto’s;
- de pleitnota van de Gemeente.
2.De feiten
om handhavend op te treden tegen (voortdurende) geluidsoverlast veroorzaakt door het gebruik van de voetbalkooi aan het [adres] te [woonplaats] afgewezen.
JB2014, 81) de uitspraak van de rechtbank van 2 mei 2013 bevestigd, maar heeft daarbij tevens het beroep van [eiser sub 1] – en kennelijk uitgaande van een beroep van [eiser sub 2] en [eiser sub 3]– en [eiser sub 2] en [eiser sub 3] tegen het besluit van 11 juni 2013 met daarin de weigering tot handhaving over te gaan, ongegrond verklaard.
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1961, 433), dat de door [eisers c.s.] ingeroepen bepalingen van burenrecht niet onverkort geldt voor erven met een publieke bestemming. Dit beroep van de Gemeente faalt. De bepalingen betreffende de rechten en verplichtingen van de eigenaren van naburige erven, kort gezegd bepalingen van burenrecht, vinden alleen dan geen toepassing als de toepassing van deze bepalingen onverenigbaar is met de bestemming van onroerende zaken ten openbare nutte of met de voorzieningen welke met het oog op de verwezenlijking van de ten openbare nutte gegeven bestemming zijn vereist. In dit geval is er geen sprake van de verwezenlijking van de ten openbare nutte gegeven bestemming die alleen gediend kan worden door inbreuk te maken op de belangen van [eisers c.s.] In het bestek van dit kort geding heeft de Gemeente niet gesteld dat zwaarwegende maatschappelijke belangen meebrengen dat [eisers c.s.] (met name) in de avonduren en op zondag onrechtmatige hinder heeft te dulden. Dat dit niet is gesteld klemt omdat er binnen de gemeente Veenendaal meerdere voetbalkooien zijn ingericht, waarvan twee kooien zich binnen een straal van 750 meter van de voetbalkooi aan het [adres] bevinden. Zo onderkent ook de Gemeente. De twee andere voetbalkooien zijn, zo is ter terechtzitting aan de orde gekomen, op enige afstand van bebouwing gelegen en brengen daardoor geen hinder teweeg voor omwonenden. Bovendien bevinden deze andere voetbalkooien zich op een afstand die eenvoudig overbrugbaar is voor jongeren die, gelet op hun leeftijd, in de avonduren en op zondagen gebruik willen (en van hun ouders mogen) maken van deze andere voetbalkooien.
NJ1991, 476).
816,00