ECLI:NL:RBMNE:2014:2649
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M.J.H. Muijlaert
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde waarde onroerende zaak en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 2 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de heffingsambtenaar van de gemeente De Ronde Venen en de eigenaar van een woning. De eigenaar, eiser, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn woning voor het belastingjaar 2013, die door de gemeente was vastgesteld op € 730.000,-. Na het bezwaar werd deze waarde verlaagd tot € 591.000,-, maar eiser ging in beroep tegen deze beslissing, onder andere met de stelling dat de waarde te hoog was en dat de proceskostenvergoeding niet correct was vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de woning op de waardepeildatum niet hoger was dan de waarde in het economisch verkeer. Eiser had een lagere waarde bepleit, maar de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde correct was. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de vergelijkingsmethode en de onderlinge verschillen tussen de woning en de referentiewoningen.
Daarnaast was er een geschil over de proceskostenvergoeding. Eiser's gemachtigde, die ook taxateur was, had een taxatierapport opgesteld en eiste een aparte vergoeding hiervoor. De rechtbank oordeelde echter dat de gemachtigde zijn deskundigheid als taxateur had benut in zijn rol als rechtsbijstandsverlener en dat er geen aparte vergoeding voor het taxatierapport kon worden toegekend. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de beslissing van de heffingsambtenaar in stand bleef.