ECLI:NL:RBMNE:2014:411

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 februari 2014
Publicatiedatum
6 februari 2014
Zaaknummer
16.659696-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van dood door schuld in installatie van cv-ketel met koolmonoxidevergiftiging als gevolg

Op 6 februari 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige verdachte, die werd beschuldigd van dood door schuld in de installatie van een cv-ketel. De zaak kwam voort uit een incident waarbij twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], overleden aan koolmonoxidevergiftiging in hun bungalow in Zeewolde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn vader, de cv-ketel had geïnstalleerd, maar dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte schuldig was aan de dood van de slachtoffers.

De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 31 oktober 2013 en 23 januari 2014 gehouden, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.J.H. van de Luijtgaarden. De officier van justitie, mr. A.J.S. Visser, vorderde veroordeling wegens het medeplegen van dood door schuld. De tenlastelegging omvatte verschillende verwijten, waaronder het niet correct lezen van de installatiehandleidingen en het gebruik van niet-geijkte meetapparatuur.

De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de verdachte niet roekeloos of nalatig heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor de installatie van de ketel en dat hij niet de kennis of ervaring had om de installatie te controleren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slachtoffers zijn overleden door koolmonoxidevergiftiging, maar dat de gebreken in de installatie niet direct aan de verdachte konden worden toegeschreven. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.659696-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 februari 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 31 oktober 2013. Het onderzoek heeft laatstelijk plaatsgevonden ter terechtzitting van 23 januari 2014. Ter terechtzitting is de verdachte verschenen, bijgestaan door mr. B.P.J.H. van de Luijtgaarden, advocaat te Breda.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.J.S. Visser en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 22 januari 2013 te Zeewolde, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of nalatig
een hoog rendement gaswandketel (Remeha Tzerra M 28C met serienummer[serienummer]) en/of de rookgasafvoer (van deze ketel) heeft geïnstalleerd in de (inpandige schuur horende bij de) (recreatie)woning van [slachtoffer 1] (op het Bungalowpark [bungalowpark] te Zeewolde),
immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader voornoemde ketel en/of de rookgasafvoer (van deze ketel) geïnstalleerd en/of gemonteerd en/of in bedrijf gesteld, terwijl:
- hij en/of zijn mededader de installatie- en servicehandleiding van de ketel en/of de montagehandleiding van het rookgasafvoersysteem niet, althans niet goed, had/hadden gelezen en/of
- hij en/of zijn mededader gebruik maakte/maakten van een niet (tijdig) geijkte CO-meter en/of een niet (tijdig) geijkte CO2-meter, althans een of meer rookgasanalysemeter(s), (terwijl de garantie voor betrouwbaarheid van metingen van voornoemde meter(s) ruim verlopen was en/of terwijl de indicatie voor temperatuut en/of de indicatie voor CO op voornoemde meter(s) bleef/bleven knipperen, waarbij voornoemde meter(s) op leeftijd was/waren en/of voornoemde meter(s) defect en/of slecht onderhouden was/waren en/of
- hij en/of zijn mededader de rookgasafvoer onjuist heeft/hebben aangebracht en/of de rookgasafvoer onjuist heeft/hebben aangesloten op de ketel (waardoor die aansluiting onder hoge spanning is komen te staan en/of ter hoogte van die aansluiting een kier is ontstaan) en/of
- hij en/of zijn mededader de rookgasafvoer niet juist en/of niet conform de (veiligheids)voorschriften en/of de montagehandleiding heeft/hebben gebeugeld (immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader te weinig en/of minder dan voorgeschreven beugels gebruikt en/of heeft/hebben hij en/of zijn mededader een beugel van het verkeerde materiaal (te weten metaal) dan het voorgeschreven materiaal (te weten kunststof) gebruikt en/of
- hij en/of zijn mededader de ketel niet (correct) heeft/hebben ingesteld op propaangas en/of de instellingen heeft/hebben laten staan op de standaard fabrieksinstelling voor aardgas, terwijl hij en/of zijn mededader wist/wisten dat de gasleiding in de betreffende situatie werd gevoed met propaan,
als gevolg waarvan koolmonoxide in grote hoeveelheden is vrijgekomen in die woning,
waardoor het aan zijn, verdachtes, schuld en/of de schuld van zijn mededader te wijten is geweest dat [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koolmonoxidevergiftiging heeft/hebben opgelopen waaraan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn overleden,
terwijl dit werd gepleegd in de uitoefening van enig ambt of beroep, te weten als loodgieter en/of (ketel)installateur;
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Inleiding
Op 21 januari 2013 komt de politie na een melding bij bungalow [nummer] van [slachtoffer 1] op [bungalowpark] te Zeewolde. Ter plaatse treffen zij een overleden man aan. De gearriveerde huisarts stelt een natuurlijke dood vast. [slachtoffer 2] wordt op de hoogte gesteld van het overlijden van zijn vader en hij haalt de sleutels van de recreatiewoning op bij het politiebureau te Zeewolde. Om de uitvaart te regelen van zijn vader verblijft hij in de bungalow op [bungalowpark].
Op 22 januari 2013 krijgen verbalisanten de opdracht naar [bungalowpark] te gaan omdat daar in bungalow [nummer] vermoedelijk een overleden man zou liggen. Eenmaal ter plaatse denken de verbalisanten dat er mogelijk sprake is van een koolmonoxidevergiftiging. Uit onderzoek door de brandweer bleek in de woning een dosis koolmonoxide aanwezig te zijn met een waarde van meer dan 500 eenheden, wat dodelijk is. De aangetroffen overleden man wordt geïdentificeerd als [slachtoffer 2]. De lijkschouwing wordt uitgevoerd door een GGD arts.
Naar aanleiding van deze schouw wordt het stoffelijk overschot van [slachtoffer 1] inbeslaggenomen en geschouwd door een GGD arts. Tevens is door een medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) onderzoek gedaan naar het carboxyhemolobine/CO gehalte in het bloed van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Deze waarden blijken respectievelijk 72% en 77% te zijn, waar een percentage van 60-65% in het algemeen dodelijk is.
De cv-ketel wordt ter plaatse onderzocht door de Forensische Opsporing. Op 24 januari 2013 is een deskundige benoemd op het gebied van brand-technisch, technisch en materiaalkundig niveau, te weten Kiwa Technology (hierna: KIWA) te Apeldoorn. KIWA heeft de cv-ketel uit bungalow [nummer] onderzocht.
In de bungalow is een papier van de installatie van de cv-ketel op 22 oktober 2012 aangetroffen. Getuige [getuige] heeft verklaard dat de installateur [medeverdachte] heet. Verbalisant Danenberg treft ook een giroafschrift aan met daarop een afschrijving van € 1.875,--, dat is overgemaakt naar [bedrijf] te Harderwijk.
[medeverdachte] heeft een eenmanszaak onder de naam [bedrijf]. Hij en zijn zoon, [verdachte], - tevens werkzaam bij het bedrijf – zijn gehoord als verdachten naar aanleiding van het installeren van de cv-ketel in bungalow [nummer] op [bungalowpark].
[verdachte], verdachte in onderhavige zaak, heeft verklaard dat hij zijn vader geholpen heeft de cv-ketel de bungalow in te tillen. Zijn vader, [medeverdachte], heeft verklaard dat hij de cv-ketel op de juiste manier geïnstalleerd heeft.
De door [medeverdachte] gebruikte meters zijn onderzocht door Testo.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen wegens het medeplegen van dood door schuld, in de uitoefening van het beroep van cv-ketel-installateur, terwijl de schuld bestaat in zeer onachtzaam en zeer nalatig handelen (meermalen gepleegd).
Daartoe heeft de officier van justitie – blijkens een aan de rechtbank schriftelijk overgelegd requisitoir – onder meer aangevoerd dat het overlijden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] het rechtstreekse gevolg is van het handelen van verdachte en zijn zoon. Uit NFI-rapportage is gebleken dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] overleden zijn aan koolmonoxidevergiftiging. In de woning, waarin beide slachtoffers zijn aangetroffen is door de Forensische Opsporing geconstateerd dat de buis die de afvalstoffen vanuit de cv-ketel naar buiten af moet voeren los zat en dat deze te kort was om juist te monteren. Verdachte en zijn zoon bleken de cv-ketel en de rookgasafvoer geïnstalleerd te hebben en de ketel in bedrijf te hebben gesteld. De cv-ketel is door een deskundige van de KIWA onderzocht. Hij heeft geconcludeerd dat er onjuist en onvoldoende materiaal is gebruikt om de rookgasafvoerleiding te monteren, dat de cv-ketel een te hoge koolmonoxide-uitstoot had en dat de afvoerbuis onjuist bevestigd was.
De hoofdoorzaak van het overlijden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is derhalve de gebrekkig geïnstalleerde ketel en rookgasafvoer. Het overlijden van beide slachtoffers is toe te rekenen aan verdachte en zijn zoon. Zij waren beiden niet gecertificeerd installateur, hebben beiden niet of onvoldoende de handleidingen gelezen, hebben een niet geijkte en slecht onderhouden meter gebruikt, hebben de cv-ketel onjuist afgesteld en hebben onjuist materiaal gebruikt. Dergelijk handelen dient gekwalificeerd te worden als zeer onachtzaam en zeer nalatig handelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden wegens het ontbreken van schuld.
Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat er geen sprake is van laakbaar handelen van verdachte. Verdachte heeft weliswaar niet de handleidingen gelezen, maar de vraag is of dit als leerling binnen het bedrijf van hem verwacht werd. Tevens heeft verdachte nooit een cv-ketel op propaangas ingesteld. Vader, [medeverdachte], had de informatie van de fabrikant Remeha hoe de nieuwe cv-ketel ingesteld moest worden. Verdachte wist dit niet. Naast het ontbreken van schuld is er ook geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn vader [medeverdachte]. Verdachte is op enig moment in dienst getreden bij zijn vader als leerling. Dit, zodat verdachte in de toekomst het loodgietersbedrijf over kon nemen. Bij het installeren van de cv-ketel in de bungalow van [slachtoffer 1] heeft verdachte enkel de cv-ketel en toebehoren naar binnen getild en heeft hij een gat geboord. Zijn vader, [medeverdachte] heeft ook verklaard dat hij bepaalde klussen niet door verdachte liet doen. Het naar binnen tillen van de cv-ketel en het boren van een gat is onvoldoende om een nauwe en bewuste samenwerking aan te nemen.
Ten slotte heeft de raadsman bepleit dat er alternatieve scenario’s denkbaar zijn. Het is zeer goed mogelijk dat de heer [slachtoffer 1] zelf de rookgasafvoerleiding losgetrokken heeft om de bungalow beter verwarmd te krijgen. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid dat een derde die rookgasafvoerleiding los getrokken heeft. Er zijn immers getuigen die verklaren dat de heer [slachtoffer 1] bedreigd en afgeperst werd.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte schuldig is aan het overlijden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Daartoe overweegt zij het navolgende.
Overlijden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
Zoals hiervoor onder de inleiding is vermeld, is [slachtoffer 1] op 21 januari 2013 levenloos aangetroffen in bungalow [nummer] op [bungalowpark] in Zeewolde. Door een arts wordt een natuurlijke dood vastgesteld. [2]
De dag erna wordt in dezelfde bungalow het stoffelijk overschot van [slachtoffer 2] aangetroffen. De forensische arts concludeerde aan de hand van de overlijdensomstandigheden en aan de hand van het aantreffen van helder rode lijkvlekken dat [slachtoffer 2] vermoedelijk aan de gevolgen van koolmonoxidevergiftiging is overleden. [3] Omdat [slachtoffer 2] in dezelfde woning als zijn vader is aangetroffen, bestond het vermoeden dat [slachtoffer 1] ook is overleden aan koolmonoxidevergiftiging. De forensische arts heeft aan de hand van het aantreffen van roze-rode lijkvlekken vastgesteld dat dit vermoeden klopte. [4] Van beide stoffelijke overschotten is bloed afgenomen en ingestuurd naar het NFI. Aldaar is het carboxyhemolobine gehalte onderzocht. In het bloed van [slachtoffer 1] werd een gehalte van 72% gemeten en in het bloed van [slachtoffer 2] een gehalte van 77%. [5] Dit betreft dodelijke gehalten, nu een gehalte boven 60-65% in het algemeen dodelijk is. [6]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] zijn overleden ten gevolge van koolmonoxidevergiftiging.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de dood van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] het gevolg is van het installeren/monteren en in bedrijf stellen van de cv-ketel en de rookgasafvoer door verdachte. De rechtbank zal dit handelen bespreken aan de hand van de feitelijkheden genoemd in de tenlastelegging.
- het lezen van de installatie- en servicehandleiding van de ketel en de montagehandleiding van het rookgasafvoersysteem
In de installatie- en servicehandleiding van de ketel [7] en de montagehandleiding van het rookgasafvoersysteem [8] geeft de fabrikant (Remeha) aan op welke wijze de ketel geplaatst en aangesloten dient te worden. Ditzelfde wordt beschreven voor het monteren van de rookgasafvoer, blijkens een installatiehandleiding van de fabrikant daarvan. Verder waarschuwt de fabrikant dat alleen een erkend installateur diverse handelingen mag uitvoeren.
Nu verdachte ter terechtzitting van 23 januari 2014 heeft verklaard dat hij niet de handleidingen heeft gelezen en dit ook niet anderszins is gebleken zal de rechtbank dit dan ook tot uitgangspunt nemen. [9]
- gebruik maken van een geijkte CO- en CO2meter die op leeftijd was en defect en slecht onderhouden is
Bij het instellen van een cv-ketel op een ander type gas moet het percentage O2 en het CO2 percentage gemeten worden. De meters die [medeverdachte] in zijn bezit had, zijn onderzocht door Testo.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij geen gebruik maakt van de meter. Het meten van O2 en CO2 waarden werd door zijn vader gedaan.
Van belang is derhalve de staat waarin de Testo-305 meter verkeerde, omdat [medeverdachte] deze meter gebruikt heeft bij de installatie van de cv-ketel in de bungalow van [slachtoffer 1].
Uit het kalibratiecertificaat van de Testo-305 blijkt dat deze meter geproduceerd is in oktober 2002 en sinds 28 januari 2009 niet meer geijkt is. Bij deze laatste controle is opgemerkt dat de meetcel voor O2 vervangen moest worden. [10] Medewerkers van Testo hebben verklaard dat zij de meter niet gerepareerd hebben. Gezien de leeftijd en staat van onderhoud hebben zij het advies gegeven deze meter niet meer te repareren. [11] Uit de opmerkingen op het orderblad blijkt onder meer dat de O2-sensor verbruikt is, de batterijen uitgelopen zijn en het Thermo Element defect is. [12]
Op grond van voornoemde bevindingen van Testo concludeert de rechtbank dat voldoende gebleken is dat de Testo 305 meter die gebruikt is bij de installatie van de cv-ketel niet geijkt was, op leeftijd was en tevens defect was.
- onjuist aanbrengen van de rookgasafvoer en onjuist aansluiten van de rookgasafvoer op de ketel
- de rookgasafvoer niet juist en niet conform de voorschriften/montagehandleiding beugelen
Op 22 januari 2013 trof de Forensische Opsporing in een inpandige ruimte van de bungalow een cv-ketel van het merk Remeha, type Tzerra aan. Verbalisanten constateerden het navolgende:
- langs het plafond liepen twee kunststof buizen, een zwarte buis (zuurstoftoevoer) en een witte buis (afvoer rookgassen);
- de zwarte buis was in het geheel niet gebeugeld aan het plafond;
- de witte buis had een metalen beugel, die deels was vastgezet;
- de beugel was niet omklemd om de witte buis;
- aan een zijde van de beugel was een schroef verwijderd;
- de witte buis, gemonteerd op de bovenzijde van de cv-ketel, hing schuin;
- de witte buis was niet geklemd in de cv-ketel;
- er was een opening tussen de buis en de cv-ketel. [13]
Op foto 11, gemaakt door de Forensische Opsporing is te zien dat er een kier is tussen de afvoerpijp en de bovenzijde van de cv- ketel. [14]
Voorts constateerden de verbalisanten dat gelet op de aangetroffen situatie de rookafvoergassen de inpandige ruimte werden ingeblazen. Door openingen en gaten in de inpandige ruimte stroomden de rookgassen eveneens de woning in. De verbalisanten duwden de witte buis omhoog en zagen dat de buis die in de ketel geklemd hoorde te zitten te kort was.
Deskundige Lueb concludeerde in zijn rapport dat de rookgasafvoerleiding, door de niet volledig omklemmende beugel, op geen enkele positie vastgezet was aan de wand of het plafond van de inpandige ruimte. De rookgasafvoerleiding, inclusief de aanwezige beugel, kon echter wel in de juiste positie zitten. Hierbij stonden de afvoerleidingen wel onder spanning. Op basis van de verkleuring van de rookgasafvoerpijp net na de toesteladapter is vast te stellen dat de rookgasafvoerleiding gedurende langere tijd niet volledig ingestoken is geweest. Hiervan is ook een foto gemaakt. Tevens heeft deskundige Lueb vastgesteld dat de aangetroffen metalen beugel afwijkt van de kunststof beugels die de fabrikant heeft voorgeschreven. Uit de montagehandleiding behorende bij de cv-ketel en rookgasafvoersysteem valt in ieder geval op te maken dat er minimaal twee (kunststof) bevestigingsbeugels geplaatst moesten worden. Naast het gebruik van de verkeerde en te weinig beugels was het leidingmateriaal niet haaks ingekort en niet afgebraamd. [15]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de cv-ketel in de beugel heeft gehangen en een gat heeft geboord. [medeverdachte] heeft ter terechtzitting op 23 januari 2014 verklaard dat verdachte het gat heeft geboord en de geveltoevoer door het dak heen heeft gestoken.
Naar aanleiding van de hiervoor opgesomde constateringen van de Forensische Opsporing en deskundige Lueb van KIWA komt de rechtbank tot de slotsom dat de rookgasafvoer onjuist is aangebracht en aangesloten op de cv-ketel. Tevens is op grond van het vorenstaande vast te stellen dat de rookgasafvoer niet juist en niet conform de voorschriften en de montagehandleiding is gebeugeld. [medeverdachte] heeft zelf ook verklaard dat er geen voorwaarden zijn voor het vastzetten van rookgasafvoer en dat hij niet wist dat er een montagehandleiding voor het rookgasafvoersysteem. [16] .
De rechtbank verwerpt het door de verdediging aangevoerde alternatieve scenario dat [slachtoffer 1] of een derde de rookgasafvoerleiding los heeft getrokken, omdat het niet aannemelijk is geworden onder meer niet omdat deskundige Lueb heeft geconcludeerd dat het verkeerde beugelen van de rookgasafvoerleiding naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak is geweest van het los raken van de rookgasafvoerleiding. Er waren immers te weinig beugels toegepast en de voorgeschreven kunststof bevestigingsbeugels zijn niet gebruikt. [17]
- ketel niet correct instellen op propaangas
In de bungalow was propaan de brandstof van de geïnstalleerde ketel. Uit het KIWA rapport blijkt dat de emissies en de belasting van de cv-ketel gemeten zijn met propaan zonder enige aanpassing op de ketel uit te voeren. Evenals bij de metingen op locatie produceert de cv-ketel extreem veel koolmonoxide. In hooglast en laaglast meer dan 30.000 ppm CO. Tevens was te zien dat de cv-ketel fors is overbelast, door een te grote toevoer van gas. Nadien is de cv-ketel door deskundige Lueb gemeten na aanpassing van de parameters P18, P19 en P20. De waarden waren nog steeds extreem hoog en er was nog steeds sprake van een te hoog gasverbruik. Bij de cv-ketel bleek dat correctie van de gas/luchtverhouding noodzakelijk was. Zonder correctie (door middel van de afstelschroeven op het gasblok) produceert de cv-ketel extreem veel koolmonoxide. De parameters waren ingesteld op de waarden behorende bij het gebruik van aardgas. Na aanpassing van de betreffende parameters en het afstellen van de gas/luchtverhouding op het gasblok kan de cv-ketel correct functioneren op propaan. [18]
Ter terechtzitting heeft deskundige Lueb van KIWA verklaard dat propaan een hogere calorische waarde heeft. Omdat propaan een hogere warmte inhoud heeft, moet dit beperkt worden. Een cv-ketel moet derhalve ingesteld worden op het gebruik van propaangas. Hiervoor moeten, in ieder geval in het geval van de in de bungalow van [slachtoffer 1] geïnstalleerde cv-ketel, drie stappen uitgevoerd worden. Allereerst moet de volumestroom van de ventilator afgesteld worden, vervolgens moet het resultaat aan de hand van CO2 waardes gecontroleerd worden en als laatste dient er een sticker op de cv-ketel geplakt te worden. [19]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niets te maken heeft gehad met het afstellen van de cv-ketel op propaangas.
De rechtbank trekt uit het KIWA rapport en hetgeen deskundige Lueb ter terechtzitting verklaard heeft de conclusie dat duidelijk blijkt dat de ketel niet correct is ingesteld op propaangas.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat de verweten gedragingen bewezen kunnen worden verklaard.
Schuld
Hiervoor heeft de rechtbank al vastgesteld heeft dat de slachtoffers overleden zijn ten gevolge van vergiftiging met koolmonoxide. De rechtbank heeft hiervoor ook vastgesteld dat gebreken kleven aan de wijze waarop verdachte de cv-ketel geïnstalleerd heeft.
Deskundige Lueb van KIWA heeft ter terechtzitting verklaard dat de combinatie van deze gebreken, in het bijzonder van het onjuist aanbrengen van de rookgasafvoer en het onjuist afstellen van de ketel, geleid heeft tot het vrijkomen van grote hoeveelheden koolmonoxide, het losraken van de rookgasafvoerleiding en derhalve het terechtkomen van koolmonoxide in de inpandige ruimte en in de bungalow.
De rechtbank constateert dat de slachtoffers vergiftigd zijn met koolmonoxide die vrijgekomen is uit de cv-ketel, die verdachte met [medeverdachte] geïnstalleerd heeft en ziet het overlijden van de slachtoffers als gevolg van de gebrekkige wijze waarop de ketel geïnstalleerd is.
Verdachte heeft samen met [medeverdachte] de cv-ketel geïnstalleerd. Uit het dossier en hetgeen ter terechtzitting besproken is leidt de rechtbank af dat [medeverdachte] bij die werkzaamheden de leiding had en dat verdachte handelde op instructie van [medeverdachte]. Verdachte heeft de handleidingen niet gelezen, maar gelet op de taakverdeling en het verschil in positie tussen verdachte en [medeverdachte] behoefde verdachte deze handleidingen ook niet te lezen. Verdachte heeft de cv-ketel niet afgesteld noch controlemetingen verricht. Verdachte heeft slechts bij het aanbrengen van de rookgasafvoer enige werkzaamheden verricht. Verdachte had als ondergeschikte niet de verantwoordelijkheid om het werk dat [medeverdachte] deed te controleren.
De rechtbank komt tot de slotsom dat verdachte niet roekeloos of zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of nalatig heeft gehandeld.
Verdachte draagt geen schuld aan de dood van de slachtoffers, zodat hij van het tenlastegelegde vrijgesproken dient te worden.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het aan hem ten laste gelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mrs. C.A. de Beaufort en K.G. van de Streek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2014.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het zaaksdossier 25LEC-42 met het nummer Pl2545 2013005579-12, doorgenummerd 1 tot en met 369.
2.Pagina’s 79 en 80.
3.Pagina 100.
4.Pagina 94.
5.Pagina’s 127, 128 en 159.
6.Pagina 158.
7.Pagina’s 187 tot en met 265.
8.Pagina’s 272 tot en met 278.
9.Zie het proces-verbaal ter terechtzitting van 23 januari 2014.
10.Pagina’s 351 en 352.
11.Pagina 336.
12.Pagina 345.
13.Pagina 139.
14.Pagina 147.
15.Pagina 172, 173 en 184.
16.Pagina 15 en 30.
17.Pagina 174.
18.Pagina 176.
19.Zie het proces-verbaal ter terechtzitting van 23 januari 2014.