Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 juli 2014;
- het proces-verbaal van de comparitie van 11 september 2014 en de ter zitting gemaakte aantekeningen.
2.De feiten
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
In conventie
“Wilt u deze factuur voor 21-03-2014 betalen?”De kantonrechter is van oordeel dat deze zin moet worden beschouwd als (alleen) een verzoek tot betaling voor een bepaalde datum en niet als een overeengekomen uiterste dag van betaling. Dit heeft tot gevolg dat de wettelijke handelsrente van rechtswege verschuldigd is vanaf 30 dagen na de dag waarop Rhima de factuur heeft ontvangen. Omdat Rhima niet heeft weersproken dat zij genoemde factuur (tijdig) heeft ontvangen, wordt ervan uitgegaan dat Rhima deze in ieder geval op 24 februari 2014 heeft ontvangen. De wettelijke rente wordt daarom vanaf 27 maart 2014 toegewezen.
- informatiekosten € 1,97
- griffierecht € 462,00
- salaris gemachtigde €
600,00(2 punten x tarief € 300,-)
Totaal € 1.157,77