ECLI:NL:RBMNE:2014:692
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning kindgebonden budget en strijd met EVRM
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 februari 2014, is het beroep van eiseres tegen het besluit van de Belastingdienst / Toeslagen gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag voor een kindgebonden budget voor 2011 ingediend, welke door verweerder was afgewezen. Na een eerdere uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die de eerdere beslissing van de rechtbank had vernietigd, werd het bestreden besluit opnieuw beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom het kindgebonden budget niet kon worden toegekend, met name in het licht van de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank stelde vast dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat artikel 2, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget (Wkb) buiten toepassing moest worden gelaten. De rechtbank concludeerde dat de weigering om het kindgebonden budget toe te kennen niet in strijd was met de rechten van eiseres onder het EVRM, maar dat de motivering van het bestreden besluit niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat verweerder het gebrek had hersteld met aanvullende motivering. Eiseres kreeg het door haar betaalde griffierecht vergoed en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1217,50.