ECLI:NL:RBMNE:2014:7147
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.G.M. Buys
- Rechtspraak.nl
Verzoek om toekenning som ineens uit nalatenschap van erflater met betrekking tot minderjarige belanghebbende
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 december 2014 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat was ingediend door [verzoekster] in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [belanghebbende]. Het verzoek betrof de toekenning van een som ineens van € 29.410,50, ten laste van de erfgenamen van erflater [A], die op [2013] is overleden. De verzoekster stelde dat erflater, na het beëindigen van zijn relatie met haar, maandelijks € 250,- had betaald voor de verzorging van [belanghebbende], en dat dit bedrag niet was geïndexeerd, wat volgens haar in strijd was met artikel 1:402a BW. De verweerders, bestaande uit de erfgenamen van erflater, hebben het verzoek betwist en voerden aan dat de som ineens niet nodig was, omdat [verzoekster] als moeder de zorgplicht had en over voldoende financiële middelen beschikte.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De erflater had in zijn testament bepaald dat [belanghebbende] onder bewind stond tot haar 21e levensjaar en dat haar erfdeel op een spaarrekening moest worden gezet. De kantonrechter overwoog dat de verzoekster onvoldoende had aangetoond dat de som ineens noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van [belanghebbende]. De kantonrechter concludeerde dat de verzoeken van [verzoekster] moesten worden afgewezen, omdat er geen noodzaak was aangetoond voor de toekenning van de gevraagde som. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van de financiële positie van de verzoekster en de noodzaak om aan te tonen dat een som ineens daadwerkelijk nodig is voor de verzorging van een minderjarige. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van artikel 4:35 BW en de voorwaarden waaronder een kind aanspraak kan maken op een som ineens uit de nalatenschap van een erflater.