10.BESLISSING
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
193 dagen;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte (zich) gedurende de proeftijd (van 2 jaar):
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer];
* zich niet zal bevinden in [vestigingsplaats];
* zich op (dagen en tijdstippen) bij Reclassering Adviesunit Oost te Arnhem zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal laten opnemen in FPA Kompas van Pro Persona in Wolfheze of een soortgelijke intramurale instelling voor de duur van 1 jaar, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die de verdachte in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
* zich gedurende de tijd dat zij nog niet geplaatst is voor een klinische opname onder ambulante behandeling zal stellen van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, aan te wijzen door de reclassering, dat verdachte op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, zich zal laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht
en zich daarbij houdt de aanwijzingen die door of namens de behandelaars gegeven worden;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, voorzitter, mrs. C.A. de Beaufort en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 februari 2015.
De voorzitter en mr. Van Tricht zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 februari 2013 tot en met 11 september 2014 te Elst en/of Hilversum, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval een ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte
- op verschillende tijdstippen (in of omstreeks de periode van 23 februari 2013 tot en met 24 maart 2013) (telkens) één of meer (seksueel getinte en/of bedreigende en/of onsamenhangende) (email)bericht(en), te weten in totaal meer dan 100 (email)berichten gestuurd, gericht aan die [slachtoffer], (waaronder ‘Pas op wat je doet je maakr ze gekker en ik moet ze dan behandelen je hebt handen bij de ballen idioot’ en/of ‘blijf bij me [slachtoffer] ge de [slachtoffer] koffie tijd voor rechts links moet hongerig zijn jgeen eten’ en/of ‘Wat wil je dat ik aantrek zwarte jurk en zeker geen onderbroek eronder’) en/of
- op verschillende tijdstippen (in of omstreeks de periode van 9 juni 2014 tot en met 3 september 2014) (telkens) één of meer (seksueel getinte en/of bedreigende en/of onsamenhangende) (twitter)bericht(en), te weten in totaal meer dan 500 (twitter)berichten gestuurd, gericht aan die [slachtoffer], (waaronder ‘Of wil je doodgeslagen worden? Het zal zijn wat het moet zijn?’ en/of Bedenk twice wat je met je laatste rolo doet?’ en/of ‘Ga dood kut, dan kan ik aan de slag’) en/of
- ( op of omstreeks 26 augustus 2014) die [slachtoffer] bezocht op zijn werkadres ([adres] te [vestigingsplaats]) en/of toen en aldaar die [slachtoffer] de woorden toegevoegd “Krijg ik niks te eten. Zalje je niet voorstellen, krijg ik niks! Ontbijtkoek, ontbijtkoek, ontbijtkoek” en/of andere (onsamenhangende) woorden en/of
- toen en aldaar (vervolgens) getracht die [slachtoffer] aan te raken, althans die [slachtoffer] benaderd met opengevouwen hand;
(art. 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 juni 2014 tot en met 3 september 2014 te Elst en/of Hilversum, in ieder geval in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte die [slachtoffer] één of meer ma(a)l(en) (telkens) opzettelijk dreigend schriftelijk (via twitter) de woorden toegevoegd
- ‘ Of wil je dood geslagen worden? Het zal zijn wat het moet zijn?’ en/of
- ‘ Denk twice wat je morgen doet hoe het. wendt of keer zal gevolgen hebben geen dreigement, mar punt erachter?’ en/of
- ‘ Ga dood [slachtoffer]’ en/of
- ‘ Ga dood kut, dan kan ik aan de slag’ en/of
- ( telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(art. 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)