Uitspraak
- de dagvaarding
- de verstekverlening.
2.De vordering
- [gedaagde] heeft bij KPN, handelend onder de naam Hi, een abonnement afgesloten voor mobiele telefonie op grond waarvan [gedaagde] gerechtigd was om gebruik te maken van de door KPN ter beschikking gestelde telecommunicatiediensten en waarbij aan [gedaagde] een telefoontoestel ter beschikking is gesteld. Op de overeenkomst zijn de door KPN gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing.
- [gedaagde] heeft diverse facturen onbetaald gelaten waarna KPN de overeenkomst heeft ontbonden.
- KPN heeft de vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Lindorff, waarvan mededeling aan [gedaagde] is gedaan.
- Lindorff maakt aanspraak op betaling van de facturen alsmede op ontbindingsschade die zij conform het bepaalde in rapport ‘Ambtshalve toetsing van het consumentenrecht’ van het LOVCK heeft beperkt tot 75% van de resterende abonnementstermijnen.
3.De overwegingen
“Voor de vraag of sprake is van koop op afbetaling en/of huurkoop gelden de bepalingen in art. 7A:1576 e.v. Deze zijn niet gebaseerd op Europese richtlijnen. Toch kan ambtshalve toepassing hier geboden zijn, namelijk indien het niet naleven van de gestelde vormvoorschriften tot nietigheid van de overeenkomst leidt. Met nietigheid van rechtswege in de zin van art. 3:40 is naar de werkgroep meent gelijk te stellen de bepaling in art. 7A:1576 lid 2, te weten dat de overeenkomst ‘niet van kracht wordt’ voordat partijen de door de koper te betalen prijs hebben bepaald. Ook die regel moet dus ambtshalve worden toegepast. Dat zal in de meeste gevallen al beslissend zijn, zodat de rechter niet toekomt aan de vraag of de overeenkomst bezien als krediettransactie geldig is.”