Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 12;
- de op voorhand toegezonden producties 15 tot en met 24 van Porc-Ex Holland c.s.;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van Porc-Ex Holland c.s.;
- de pleitnota van Porc-Ex Breeding c.s..
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1995, 288; [naam] /ABP). Dat sprake is van een dergelijke schending is gesteld noch gebleken in dit kort geding.
Schending geheimhoudingsplicht
Conclusie aandeelhoudersovereenkomst
Tekortkoming in de nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en/of de samenwerkingsovereenkomst
Onrechtmatig handelen
LJNBQ0581 en Rechtbank Midden-Nederland 1 oktober 2014; ECLI:NL:RBMNE:2014:4781). Onder omstandigheden kan dit anders zijn. Bij de beoordeling is van belang dat de toetsing van feitelijk handelen van de aandeelhouder als zodanig, al dan niet buiten de algemene vergadering van aandeelhouders, is onderworpen aan de norm van artikel 2:8 BW naast de generieke onrechtmatige daadnorm van 6:162 BW. Feitelijk handelen van een aandeelhouder dat niet als zodanig plaatsvindt valt, gelet op de formulering daarvan, niet onder de norm van artikel 2:8 BW (vgl. MvA II Parl. Gesch. InvW 2. p. 1087), maar wel onder die van artikel 6:162 BW. Het in dit verband door Porc-Ex Holland Holding aangehaalde artikel 2:9 BW mist toepassing omdat Porc-Ex Breeding geen bestuurder is van Porc-Ex Holland Holding.
Conclusie