ECLI:NL:RBMNE:2015:5987

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 augustus 2015
Publicatiedatum
11 augustus 2015
Zaaknummer
UTR 15/3797, UTR 15/3798, UTR 15/3833 en UTR 15/3835
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige voorziening PlayFountain Baarn

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 augustus 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een voorlopige voorziening met betrekking tot de plaatsing van een PlayFountain in Baarn. De zaak betreft een geschil tussen de burgemeester van de gemeente Baarn als verweerder en verschillende verzoekers die bezwaar hebben gemaakt tegen de verleende omgevings- en evenementenvergunningen aan een derde-partij. De verzoekers hebben eerder een voorlopige voorziening aangevraagd, die op 31 juli 2015 door de voorzieningenrechter is toegewezen. Echter, na een vaststellingsovereenkomst tussen de betrokken partijen, waarin voorwaarden zijn afgesproken voor de plaatsing van de PlayFountain, heeft de burgemeester verzocht om opheffing van deze voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft, na het ontvangen van de akkoordverklaring van de gemachtigde van verzoeker, geoordeeld dat er geen spoedeisend belang meer is bij de voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om opheffing toegewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 15/3797, UTR 15/3798, UTR 15/3833 en UTR 15/3835

uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 augustus 2015 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , te [woonplaats] , verzoekers
(gemachtigde: mr. J. Zwiers),

[verzoeker 3] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. S.D. van Reenen),
en

de burgemeester van de gemeente Baarn, verweerder 1 en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn, verweerder 2
(gemachtigde: P. Janse).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam], te [woonplaats] , vergunninghoudster.

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2015 (primair besluit 1) heeft het college van burgemeester en wethouders aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit bouwen.
Bij besluit van 14 juli 2015 (primair besluit 2) heeft de burgemeester aan derde-partij een evenementenvergunning verleend voor het neerleggen van een PlayFountain van 3 augustus 2015 tot en met 27 september 2015 en aan deze vergunning geluidsvoorschriften verbonden.
Verzoekers hebben tegen beide primaire besluiten bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek om voorlopige voorziening is door de voorzieningenrechter toegewezen bij uitspraak van 31 juli 2015.
Bij fax van 5 augustus 2015 heeft verweerder verzocht om opheffing van de voorlopige voorziening.

Overwegingen

1. De rechtbank laat een zitting achterwege op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2. Als bijlage bij de fax van verweerder zit een vaststellingsovereenkomst van 4 augustus 2015, ondertekend door mr. J. Zwiers, [naam] en loco-burgemeester
[A] . Uit de vaststellingsovereenkomst blijkt dat partijen een akkoord hebben bereikt over voorwaarden waaronder de PlayFountain op de Brink in Baarn geplaatst zou kunnen worden.
3. Bij fax van 11 augustus 2015 heeft de gemachtigde van verzoeker [verzoeker 3] laten weten dat hij akkoord gaat met het opheffen van de schorsing.
4. Op grond van de vaststellingsovereenkomst ziet de voorzieningenrechter niet langer een spoedeisend belang bij de voorlopige voorziening die bij uitspraak van 31 juli 2015 is getroffen. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om opheffing toe.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om opheffing toe.
Deze uitspraak is gedaan door mr.drs. R. in 't Veld, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.J. Veenhof, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
11 augustus 2015.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.