ECLI:NL:RBMNE:2016:1129

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 februari 2016
Publicatiedatum
7 maart 2016
Zaaknummer
4416480 UM VERZ 15-4344
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van administratieve sanctie in Mulderzaak milieuzone Utrecht

In deze zaak, die betrekking heeft op een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene, heeft de kantonrechter op 8 februari 2016 uitspraak gedaan. Betrokkene had een sanctie van € 90,00 ontvangen voor het rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen in de milieuzone van Utrecht op 14 mei 2015. Betrokkene stelde dat hij niet op de hoogte was van de geslotenverklaring en dat hij adequaat had gehandeld door te stoppen en het bord te onderzoeken. Hij verzocht de kantonrechter om de sanctie te herzien, omdat hij vond dat de overheid onvoldoende informatie had verstrekt over de milieuzone.

De officier van justitie handhaafde de sanctie en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunt toegelicht, waarbij hij benadrukte dat hij niet op de hoogte was van de regels omtrent de milieuzone. De kantonrechter heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en vastgesteld dat betrokkene adequaat had gereageerd door de milieuzone te verlaten na het zien van het bord.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten om de administratieve sanctie te matigen tot nihil, omdat er voldoende aanleiding was om te concluderen dat betrokkene niet opzettelijk de regels had overtreden. De beslissing werd genomen door mr. K.J. Veenstra, kantonrechter, en de griffier was J.S. Veenvliet. Betrokkene heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, indien hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
locatie Utrecht
zaaknummer: 4416480 UM VERZ 15-4344
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]

beslissing van de kantonrechter d.d. 8 februari 2016

inzake

[betrokkene] , wonende te [woonplaats] , [adres] ,

hierna te noemen: betrokkene.

Procesverloop

Bij inleidende beschikking is betrokkene een administratieve sanctie opgelegd.
De officier van justitie heeft op het door betrokkene ingestelde administratief beroep een beslissing genomen.
Tegen deze beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld om op de zitting van 8 februari 2016 hun zienswijze nader toe te lichten. Betrokkene is verschenen. Namens de officier van justitie is een zittingsvertegenwoordiger verschenen, werkzaam bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM).
De kantonrechter heeft het onderzoek ter zitting gesloten en onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling

Bij beslissing op het administratief beroep heeft de officier van justitie de aan betrokkene opgelegde administratieve sanctie gehandhaafd en het beroep ongegrond verklaard.
Aan betrokkene is een sanctie opgelegd van € 90,00. Het gaat om een gedraging, verricht op 14 mei 2015 om 16:22 uur te Utrecht (Sowetobrug/Graadt van Roggenweg) met de personenauto, kenteken [kenteken] : rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990.
Betrokkene voert – kort weergegeven – de volgende gronden aan. Betrokkene stelt dat hij op betreffende pleegdatum in Utrecht een persoon wilde ophalen. Bij het inrijden merkte betrokkene een voor hem onbekend bord (C6 met onderbord) op en besloot om het voertuig tot stilstand te brengen om te achterhalen wat het bord inhoudt. Betrokkene stelt dat het hem duidelijk werd, na het lezen van de omschrijving, dat het om een milieuzone gaat en het verbod voor zijn voertuig geldt. Betrokkene stelt dat hij direct is omgekeerd om de milieuzone te verlaten. Betrokkene stelt dat de overheid heeft nagelaten om burgers hiervan op de hoogte te stellen en dat betrokkene dit niet tijdens zijn theorie-examen heeft gehad omdat dit destijds niet van toepassing was. Betrokkene vindt dat hij adequaat gehandeld heeft door uit te zoeken wat het bord inhoudt en hier op juiste wijze heeft gehandeld door de milieuzone te verlaten. Volgens betrokkene is het bord bovendien zeer onduidelijk. Betrokkene verzoekt de kantonrechter om de beslissing van de officier van justitie te herzien.
De officier van justitie heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat het beroep bij de kantonrechter ongegrond is.
De kantonrechter komt tot het volgende oordeel:
De kantonrechter stelt vast dat betrokkene stelt dat er omstandigheden zijn waardoor de administratieve sanctie op nihil of op een lager bedrag had moet worden vastgesteld. De kantonrechter heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de mededeling van betrokkene dat hij, na het zien van het bord (C6 met onderbord), gelijk heeft onderzocht wat het bord voor hem betekende. Betrokkene is door de opgezochte informatie tot de conclusie gekomen dat het bord voor zijn motorvoertuig geldt en heeft adequaat gereageerd door de milieuzone te verlaten. In de aangevoerde omstandigheden ziet de kantonrechter dan ook aanleiding om de sanctie te matigen tot nihil.
Gelet op het voorgaande beslist de kantonrechter als volgt.

Beslissing

De kantonrechter:
verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, wijzigt de bestreden beslissing en stelt de sanctie op nihil;
bepaalt dat de officier van justitie aan betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling teruggeeft.
Deze beslissing is genomen door mr. K.J. Veenstra, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare zitting van 8 februari 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
de griffier, de kantonrechter,
J.S. Veenvliet mr. K.J. Veenstra
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Strafrecht, locatie Utrecht, o.v.v. Mulderzaken, postbus 16005, 3500 DA Utrecht.
Let u erop dat u of uw gemachtigde het beroepschrift heeft ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in uw beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting vraagt waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending proces-verbaal: