Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het wrakingsverzoek van 29 maart 2016;
- de schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek van 31 maart 2016.
2.Het wrakingsverzoek
Na deze laatste vraag heeft de rechter-commissaris een half uur naar de verklaring van de getuige gekeken, waarbij tevens door haar is beoordeeld op welke vragen de getuige nog dient te antwoorden, omdat naar haar oordeel de getuige bij die vragen geen verschoningsrecht heeft. Bij terugkomst op de kamer van de rechter-commissaris heeft mr. Bouchikhi aangegeven niet langer bij het verhoor aanwezig te kunnen zijn. Ook mr. Van Schaik heeft verklaard het verhoor niet meer te kunnen bijwonen. De officier van justitie was hierbij niet aanwezig. Vervolgens is door de rechter-commissaris voorgesteld om het verhoor voort te zetten op 29 maart 2016 te 14:00 uur. Zowel mr. Bouchikhi als mr. Van Schaik hebben verklaard op die datum en dat tijdstip aanwezig te kunnen en zullen zijn. De rechter-commissaris heeft de getuige meegedeeld dat hij op dinsdag 29 maart 2016 om 14:00 uur weer op de rechtbank aanwezig dient te zijn voor voortzetting van zijn verhoor.”
3.De beoordeling
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan sprake zijn indien de rechter vanwege een persoonlijke overtuiging vooringenomen is. Ook kan daarvan sprake zijn indien zich feiten en omstandigheden voordoen die objectief bezien de (subjectieve) vrees bij de rechtzoekende rechtvaardigen dat het de rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt.