2.2.Partijen hebben op 2 mei 2012 een echtscheidingsconvenant gesloten (productie 2 van de man). In dit convenant staat voor zover van belang het volgende:
“(…)
Partneralimentatie
2. De vrouw doet afstand van een eventueel recht op alimentatie jegens de man. De man doet afstand van een eventueel recht op alimentatie jegens de vrouw.
3. De regeling, vermeld in voorgaande artikel kan niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden, behoudens het bepaalde in artikel 1:159 lid 3 BW. Dit nihilbeding is gebaseerd op het feit dat beide partijen ten tijde van de ondertekening van dit convenant in staat zijn in hun eigen levensonderhoud te voorzien en zij de verwachting hebben dit te kunnen blijven doen.
6. De echtelijke woning aan de [adres] te [woonplaats] wordt aan de man toebedeeld. Dit geschiedt op voorwaarde dat de hypothecaire lening aan hem wordt toegescheiden en de bank de vrouw ontslaat uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder. De eventuele kosten verbonden aan het ontslag uit deze hoofdelijke verplichtingen zijn voor rekening van de man. In verband met de overwaarde van de woning wordt de vrije verkoopwaarde gehanteerd die de woning had op 01-04-2012, zijnde € 174.500. Na aftrek van de openstaande hypotheek resteert geen overwaarde of onderwaarde, zodat de woning en de hypothecaire lening zonder nadere verrekening aan de man worden toebedeeld. (…)
7. Partijen vermoeden dat het op het moment van ondertekening van dit convenant niet mogelijk is voor de man om de woning conform het voorgaande artikel toegescheiden te krijgen. De man krijgt tot 01-01-2014 de mogelijkheid te trachten de hypothecaire lening toegescheiden te krijgen. Vanaf die datum dient de woning op verzoek van een der partijen te worden verkocht. In geval van verkoop blijft de gemaakte afspraak ten aanzien van de waarde van de woning wel in stand. Indien het financiële resultaat van de verkoop van de woning afwijkt van hetgeen partijen hebben afgesproken in het voorgaande artikel, dan komt afwijking ten gunste of ten laste van de man. Een eventuele alsdan te realiseren overwaarde of onderwaarde wordt in dat geval geheel aan de man toebedeeld. Het opstellen van een akte van verdeling en het notarieel transport van de woning zullen zo spoedig mogelijk na instemming van de bank (de kredietverstrekker) geschieden ten overstaan van een door partijen aan te wijzen notaris. De kosten hieraan verbonden zijn voor rekening van de man.
(…)
Opgebouwde pensioenrechten
9. Partijen doen afstand van de over en weer opgebouwde pensioenrechten en sluiten toepassing van de Wet Verevening Pensioenrechten expliciet uit.
10. Partijen doen voorts afstand van hun rechten over en weer op nabestaandenpensioen bij overlijden van de ander.
15. Partijen spreken de intentie uit om eerst bij elkaar te rade te gaan indien één der partijen wijziging wenst van een bepaling in dit convenant. Een wijziging met onderlinge overeenstemming van partijen (al dan niet na bemiddeling door een derde) verdient de voorkeur boven een oordeel van de rechter. Indien partijen er niet in slagen onderling overeenstemming te bereiken kan ieder van hem zich wenden tot de bevoegde rechter met een verzoek tot aanpassing van het convenant, een en ander uiteraard voor zover de bedoelde regeling nog voor rechterlijke wijziging vatbaar is”.