Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het wrakingsverzoek van 23 november 2016 met bijlagen;
- de schriftelijke reactie van mr. R.A. Steenbergen van 5 december 2016;
- de mondelinge behandeling op 9 december 2016.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 16 december 2016, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.M. Jonkman, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.A. Steenbergen, de behandelend rechter in een civiele procedure met meerdere eisers. Het wrakingsverzoek is ingediend op grond van de vrees voor vooringenomenheid van de rechter, die volgens verzoeker voortkwam uit de afwijzing van meerdere verzoeken tot splitsing van de procedures. Verzoeker stelde dat de rechter bij zijn beslissingen niet voldoende rekening had gehouden met de specifieke omstandigheden van de individuele zaken en dat de afwijzingen op dezelfde algemene gronden een schijn van vooringenomenheid wekten.
De wrakingskamer heeft de procedure op 9 december 2016 openbaar behandeld, waarbij mr. M.J. Elkhuizen optrad als waarnemend gemachtigde voor verzoeker. De rechter, mr. R.A. Steenbergen, heeft in zijn schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat hij de argumenten van verzoeker serieus heeft overwogen en dat de beslissing om de zaken niet te splitsen op goede gronden is genomen. De wrakingskamer heeft vervolgens de relevante juridische normen, waaronder artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in overweging genomen.
De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing om de zaken niet te splitsen aan de rechter is voorbehouden en dat onvrede over deze beslissing op zichzelf onvoldoende grond biedt voor wraking. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maken. Het verzoek tot wraking is daarom ongegrond verklaard, met uitzondering van de eerdere voorvallen die niet tijdig zijn ingediend, waardoor dit deel van het verzoek niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.