ECLI:NL:RBMNE:2017:150
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen faillietverklaring van DE STEIGERHAL B.V. en beoordeling van betalingsverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 januari 2017 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een faillietverklaring van DE STEIGERHAL B.V. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond. De zaak betreft een faillissementsvonnis dat op 29 november 2016 was uitgesproken, waarbij DE STEIGERHAL B.V. in staat van faillissement was verklaard. De opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. van der Kolk, kwam in verzet tegen dit vonnis, stellende dat zij aan haar betalingsverplichtingen had voldaan.
Het procesverloop begon met een verzoekschrift dat op 13 december 2016 ter griffie was ingekomen. Tijdens de openbare zitting op 6 januari 2017 waren zowel de opposant als de geopposeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C. Klompé, aanwezig. De curator, mr. D. Steffens, heeft schriftelijk advies uitgebracht maar was niet ter zitting aanwezig. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord en beoordeeld.
De rechtbank oordeelde dat de opposant, ondanks haar stelling dat zij betalingen had verricht ter hoogte van € 48.900,00, niet aan haar betalingsverplichtingen had voldaan. De rechtbank concludeerde dat de betalingsverplichtingen van de opposant aanzienlijk hoger waren dan het door haar gestelde bedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geopposeerde voldoende bewijs had geleverd van de vordering, en dat de opposant niet had aangetoond dat zij niet in betalingsproblemen verkeerde. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard.