ECLI:NL:RBMNE:2017:3131
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- C.A. de Beaufort
- K.J. Veenstra
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 16 juni 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker, ingediend op 2 juni 2017. Het verzoek was gericht tegen mr. D.J. van Maanen, de behandelend rechter in een civiele procedure met zaaknummer 5279520 UE VERZ 16-400, waarin de verzoeker een ontbinding van een Vereniging van Eigenaren had aangevraagd. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker eerder, op 15 maart 2017, een wrakingsverzoek had ingediend dat niet-ontvankelijk was verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. In het huidige verzoek betoogde de verzoeker dat de rechter niet beslissingsbevoegd was, omdat hij niet voldeed aan de opleidingseisen zoals gesteld in het Besluit opleiding rechterlijk ambtenaren. De wrakingskamer oordeelde echter dat de verzoeker deze grond pas op 5 juni 2017 naar voren had gebracht, terwijl hij deze al eerder had kunnen inbrengen. Hierdoor was het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De wrakingskamer besloot ook dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in dezelfde zaak niet in behandeling zal worden genomen, omdat dit als misbruik werd beschouwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.