ECLI:NL:RBMNE:2017:3681
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.M. van Lieshout
- S.H. Hagedoorn
- A. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in civiele zaak
Op 5 juli 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek dat op 14 juni 2017 was ingediend. Het verzoek was gericht tegen mr. M.J.C.M. Manders, de behandelend rechter in een civiele zaak met zaaknummer 5655947 MC 17-681. Verzoeker heeft tijdens de zitting op 14 juni 2017, na de uitspraak van kantonrechter mr. R.F. van Aalst, de wraking ingediend. Hij heeft daarbij een verklaring overgelegd en voorgedragen.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in acht genomen, dat stelt dat een partij een rechter kan wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen nadat de rechter al een eindbeslissing heeft gegeven. Aangezien de eindbeslissing in de zaak met nummer 5655947 MC 17-681 op 14 juni 2017 was gegeven, was verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.
De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier is opgedragen om de beslissing toe te zenden aan alle betrokken partijen, waaronder verzoeker, de gewraakte rechter en de voorzitter van de afdeling Civiel- en bestuursrecht.