ECLI:NL:RBMNE:2017:4839
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 augustus 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil over de weigering van de korpschef van de politie om eiser verlof te verlenen voor het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie. Eiser had eerder verlof gehad, maar dit was op 7 januari 2015 ingetrokken. Eiser heeft administratief beroep aangetekend tegen de weigering van het verlof, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat de korpschef bij de weigering van het verlof terecht heeft geconcludeerd dat er redenen zijn om te vrezen voor misbruik van het verlof. Eiser heeft aangevoerd dat de beslistermijn door de korpschef doelbewust is overschreden, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet leidt tot misbruik van bevoegdheid. De rechtbank stelt vast dat er aanwijzingen zijn dat eiser betrokken is bij criminele activiteiten, wat de korpschef aanleiding heeft gegeven om het verlof te weigeren. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om aan te tonen dat hij het wapen en de munitie kan worden toevertrouwd.
De rechtbank heeft ook de persoonlijke belangen van eiser in overweging genomen, maar oordeelt dat deze niet zwaarder wegen dan de redenen voor de weigering van het verlof. De rechtbank concludeert dat de korpschef op basis van de beschikbare informatie terecht heeft besloten om het verlof te weigeren. Het beroep van eiser wordt dan ook ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.