5.6Naar het oordeel van de kantonrechter valt (het geven van onderricht en) onderwijs onder werkzaamheden in de zin van artikel 7:400 BW. Niet gezegd kan worden dat deze vorm van onderwijs alleen bestaat in het uitgeven van werken of een van de andere uitzonderingen zoals vermeld in de definitie van art. 7:400 BW. Geen sprake is van aanneming van werk. Een overeenkomst van onderwijs zoals de onderhavige vormt verder niet een zodanige onbenoemde overeenkomst dat zij niet onder de lijst van benoemde overeenkomsten (en derhalve in dit geval de overeenkomst van opdracht) zou mogen worden geschaard. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een onderwijsovereenkomst als de onderhavige geheel in de wet zou zijn omschreven en daarop een regime van toepassing zou zijn dat door de wet is voorgeschreven. De kantonrechter wijst op de in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) genoemde voorbeelden van beroepsopleiding en opleidingenindicatie (artikel 7.1.2 leden 1, 2 en 3). De benoemdheid blijkt uit de omschrijvingen: een beroepsopleiding is een onderwijstraject dat voor een deelnemer is ingericht overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 7, titel 2, onverminderd artikel 1.4.1, lid 1a WEB , en dat is gericht op het behalen van een kwalificatie in het beroepsonderwijs alsmede een of meer daarbij behorende keuzedelen, ten bewijze waarvan een diploma wordt uitgereikt. Een opleiding educatie is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van eindtermen of het behalen van een diploma, gelijkwaardig aan een diploma van scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of onderdelen van een dergelijk diploma. Beroepsopleidingen worden afgesloten met een examen. Opleidingen educatie kunnen worden afgesloten met een examen. Aan de inschrijving ligt een overeenkomst tussen het bevoegd gezag en de deelnemer ten grondslag. Deze overeenkomst wordt, overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgesteld model, schriftelijk aangegaan. De overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de beroepsopleiding of een deel daarvan (dan wel de opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of een deel daarvan waarop de inschrijving betrekking heeft). De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen, daaronder begrepen die, welke voortvloeien uit de wet, en omvat ten minste bepalingen over:
a. de inhoud en inrichting van een opleiding, waaronder voor een beroepsopleiding begrepen de leerweg, de examenvoorzieningen en de kwalificatie, of, bij inschrijving voor een opleidingsdomein of een kwalificatiedossier, dat opleidingsdomein of dat kwalificatiedossier, het beoogde niveau van de te behalen kwalificatie en het keuzedeel, de keuzedelen en het onderdeel of de onderdelen, bedoeld in
artikel 6.1.2a, tweede lid, die deel uitmaken van de beroepsopleiding,
b. de tijdvakken waarbinnen en, voor zover mogelijk, de lokaties waarop het onderwijs verzorgd wordt,
c. de wijze waarop partijen uit de overeenkomst voortkomende prestaties gestalte zullen geven,
d. in voorkomend geval, terugbetaling van voorschotten, verstrekt door het bevoegd gezag, ter voldoening van een bij of krachtens de wet geregelde geldelijke bijdrage als bedoeld in artikel 8.1.4,
e. de terugbetaling van cursusgeld in andere gevallen dan bedoeld in artikel 14, tweede lid onder a tot en met d, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000,
f. het verzuimbeleid van het bevoegd gezag,
g. indien sprake is van een gehandicapte deelnemer, de extra ondersteuning die voortvloeit uit zijn handicap, en
h. de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
Andere voorbeelden van benoemde cursussen zijn nog: een cursus in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs;
.onderwijs aan een inrichting voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs, voor zover het geen volledig onderwijs betreft; een op grond van de Experimentenwet onderwijs uit de openbare kas bekostigde cursus, voor zover het voortgezet onderwijs betreft;