Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Inleiding
3.De beoordeling
4.De beslissing
25 april 2018waarop [gedaagde] een akte mag nemen waarin zij (uitsluitend) ingaat op dat wat in 3.7 van dit vonnis is bepaald;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 11 april 2018, staat de vraag centraal of een betaling voor advocatenwerkzaamheden ter voorkoming van faillissement kan worden vernietigd op grond van faillissementspauliana. De curator, mr. C.A. Hage q.q., heeft de betaling van € 4.000,00 die door de vennootschap onder firma (vof) is gedaan aan de gedaagde, een besloten vennootschap, betwist. De betaling vond plaats na de aanvraag van het faillissement van de vof en de vennoten. De curator stelt dat de betaling een onverplichte rechtshandeling betreft die kan worden vernietigd op basis van artikel 47 van de Faillissementswet (Fw). De gedaagde heeft echter betoogd dat de werkzaamheden zijn verricht om het faillissement te voorkomen en dat de betaling daarom buiten toepassing van artikel 47 Fw moet blijven.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betaling voor de advocatenwerkzaamheden is verricht door de vof en dat de gedaagde op de hoogte was van de faillissementsaanvraag op het moment van ontvangst van de betaling. De rechtbank oordeelt dat de curator de betaling rechtsgeldig heeft vernietigd, maar erkent dat het maatschappelijk onwenselijk is dat een partij waarvan het faillissement is aangevraagd geen toegang heeft tot rechtsbijstand. De rechtbank concludeert dat de werkzaamheden van de gedaagde, die gericht waren op het bereiken van een buitengerechtelijk akkoord, onder bepaalde voorwaarden buiten toepassing van artikel 47 Fw moeten blijven. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling, waarbij de gedaagde de gelegenheid krijgt om de urenspecificaties van de verrichte werkzaamheden toe te lichten.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling en dat partijen worden aangemoedigd om tot een onderlinge regeling te komen.