Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
De rechtbank begrijpt verdachte [verdachte].) [15]
De rechtbank begrijpt medeverdachte [medeverdachte 1])in een hotel zat en als een van die twee jonge jongens (
de rechtbank begrijpt medeverdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2])belde, dat ze fietsen hadden, dan moesten hij en medeverdachte [medeverdachte 1] naar de opslagbox om de fietsen er in te brengen. [26] Die jongens brachten een voor een de fietsen naar de opslagbox. [27] Verdachte heeft ook verklaard dat de twee jongens, die tegelijkertijd met hem zijn aangehouden en die hem aan het helpen waren om de fietsen voor te bereiden om te vervoeren, de twee jongens waren waar hij het eerder over had. Verdachte had ook als deel van de opdracht om de fietsen die inbouwsloten hadden deze te vervangen door nieuwe sloten. Verdachte heeft samen met medeverdachte [medeverdachte 1] sloten gekocht bij de [naam winkel]. [28]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.VORDERING TENUITVOERLEGGING
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 57, 140, 161sexie en 416 van het Wetboek van Strafrecht;
- artikel 10.9 van de Telecommunicatiewet en
- artikel 1 onder 1 van de Wet op de economische delicten;
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 10 (tien) maanden;
verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;