ECLI:NL:RBMNE:2018:3110
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over visserijvergunningen en schadevergoeding voor IJsselmeervissers
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een groep IJsselmeervissers over de verlening van visserijvergunningen. De eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en haar vennoten, hebben bezwaar gemaakt tegen de reductiemaatregelen die door de Minister zijn opgelegd voor de schubvisvisserij. De primaire besluiten, waarbij vergunningen voor de visserij op het IJsselmeer zijn verleend voor het seizoen 2016/2017, zijn door de Minister genomen op 28 juni 2016. De eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 27 juni 2017, waarin hun bezwaar ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat de Minister niet gehouden is tot schadevergoeding, omdat de schade die de eisers stellen te lijden, valt onder het normaal maatschappelijk risico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de reductiemaatregelen voor de schubvisvisserij voorzienbaar waren en dat de eisers niet meer zijn getroffen dan andere IJsselmeervissers. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de regulering van de eigendom van de vissers niet gelijkstaat aan ontneming van eigendom, en dat de Minister voldoende gemotiveerd heeft waarom de vergunningen in deze beperkte vorm zijn verleend.
De rechtbank heeft het beroep van de eisers ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor vissers om rekening te houden met de ontwikkelingen in de visstand en de bijbehorende regelgeving.