ECLI:NL:RBMNE:2018:4380

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 september 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
16/705157-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en beschadiging van geautomatiseerd werk door voormalig ambtenaar van gemeente Lopik

Op 13 september 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een voormalige ambtenaar van de gemeente Lopik, die werd beschuldigd van het opzettelijk vernielen en beschadigen van geautomatiseerd werk. De verdachte, een 41-jarige man uit Bergambacht, had in november 2017 en januari 2018 zonder toestemming ingelogd op de server van de rioolwatervoorziening van de gemeente. Tijdens deze inlogsessies heeft hij meer dan 8000 bestanden gewist, wat leidde tot ernstige verstoringen in de werking van de rioolinstallatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn kennis als voormalig rioolbeheerder en het vertrouwen van de gemeente had beschaamd. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten en legde een taakstraf van 240 uur op, gelijk aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die ZZP'er is en een gezin met twee kinderen moet onderhouden. De benadeelde partij, de gemeente Lopik, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705157-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 september 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1977] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [postcode] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 mei 2018 en 30 augustus 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van officier van justitie, mr. R.E. Craenen, en van hetgeen verdachte en diens raadsvrouw, mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 16 november 2017 tot en met 17 november 2017 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht en/of Zwartsluis opzettelijk een geautomatiseerd werk van de gemeente Lopik heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, een stoornis in de gang en/of in de werking van dat geautomatiseerd werk heeft veroorzaakt en/of een ten opzichte van dat geautomatiseerd werk genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of de verlening van diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik, te duchten was;
subsidiair
in diezelfde periode opzettelijk en wederrechtelijk gegevens van een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt;
meer subsidiair
zich in diezelfde periode heeft schuldig gemaakt aan computervredebreuk;
Feit 2
op 19 januari 2018 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht en/of Zwartsluis opzettelijk een geautomatiseerd werk en/of enig werk voor telecommunicatie van de gemeente Lopik heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, een stoornis in de gang en/of in de werking van dat geautomatiseerd werk heeft veroorzaakt en/of een ten opzichte van dat geautomatiseerd werk genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of de verlening van diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik te duchten was;
subsidiair
op 19 januari 2018 opzettelijk en wederrechtelijk gegevens van een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt;
meer subsidiair
zich op 19 januari 2018 heeft schuldig gemaakt aan computervredebreuk.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder de feiten 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe allereerst aangevoerd dat het onder de feiten 1 en 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, omdat geen sprake is geweest van gemeen gevaar voor goederen of diensten. Volgens de raadsvrouw kan evenmin worden bewezen dat de gebruiker van de aan verdachte te linken IP-adressen ook degene is geweest die de bestanden op 17 november 2017 heeft verwijderd en de pompen en afsluiters op 19 januari 2018 heeft bediend. Ten slotte kan niet worden vastgesteld dat verdachte überhaupt degene is geweest die in de nacht van 16 op 17 november 2017 en op 19 januari 2018 in de server van de gemeente heeft ingelogd. Op geen enkel apparaat van verdachte is een logbestand aangetroffen waaruit blijkt dat via dat apparaat contact is gemaakt met de server van de gemeente, na de beëindiging van verdachtes dienstverband bij de gemeente. Verdachte zou voor het inloggen een laptop van de gemeente hebben gebruikt. Verdachte heeft dit echter ten stelligste ontkend en de laptop is nooit bij verdachte aangetroffen. Ook na uitgebreid onderzoek kan niet zonder meer worden vastgesteld dat verdachte de laptop na beëindiging van zijn dienstverband in bezit heeft gehad.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2
De rechtbank gaat op grond van wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1] De bewijsmiddelen worden telkens slechts gebruikt voor het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.
De burgemeester van de gemeente Lopik heeft aangifte gedaan van inbraak op de server van de gemeente. De gemeente Lopik maakt gebruik van een server om de werking en administratie van de riolering te monitoren. In de nacht van 16 op 17 november 2017 is ingebroken op deze server en zijn bestanden gewist. Ook de back-up van deze bestanden is gewist. [2]
Verdachte heeft bij de politie -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Ik ben tot 1 juli 2017 in dienst geweest bij de gemeente Lopik. Ik had de leiding over het rioolbeheer. Ik moest ervoor zorgen dat de boel storingsvrij bleef draaien. Bij een storing moest ik inloggen in het systeem, zodat ik kon kijken wat er aan de hand was. Als ik het zo via het systeem kon afdoen, was dat wel prettig. Ik kon aan de andere kant van de wereld inloggen. Je kon het meeste doen via de laptop. Zo kon ik het waterpeil omhoog of omlaag zetten of het gemaal aan- en uitzetten. [3] Ik werkte onder andere met het programma Aquaview. Dat is een controleprogramma. Het programma draait op een server en is aangesloten op de gemalen en dergelijke. [4]
De interne harde schijf van de server van de gemeente is in beslag genomen en onderzocht. [5] De verbalisant, belast met het onderzoek naar de gegevens op deze harde schijf, heeft -zakelijk weergegeven- het volgende geverbaliseerd:
Remote Desktop Protocol (RDP) is een protocol waarmee op afstand verbinding kan worden gemaakt met Windows-computers. Deze verbindingen worden bijgehouden in een logbestand, waarin is opgenomen vanaf welke IP-adressen verbinding is gemaakt. Uit onderzoek naar de harde schijf bleek dat op 17 november 2017 om 0:00:09 een verbinding is opgezet met RDP vanaf IP-adres [IP-adres 1] met de gebruikersnaam ‘ [inlognaam] ’. [6]
Datum
Tijd
Computer
Gebeurtenis
17-11-2017
00:00:09
Aquaview
Remote Desktop Services:
Session reconnection succeeded
User: AQUAVIEW/ [inlognaam] Source Network Address: [IP-adres 1] [7]
Ik zag dat op 17 november 2017 om 01:11:41 is uitgelogd vanaf datzelfde IP-adres. De sessie duurde dus van 0:00:09 tot 01:11:41 uur. Ik zag dat gedurende die periode geen andere gebruikers waren ingelogd. [8]
Ik heb de verwijderde bestanden onderzocht en zag dat grote hoeveelheden bestanden zijn verwijderd op 17 november 2017 tussen 01:01:00 en 01:01:02. [9]
In de verwijderde bestanden was verder te zien dat:
- op 12 november 2017 om 15:10 uur via IP-adres [IP-adres 2] is ingelogd in
versie 4.10.2. van het programma Aquaview met inlognaam ‘ [inlognaam] ’;
- op 16 november 2017 tussen 23:54 en 23:55 uur via IP-adres [IP-adres 3]
is geprobeerd in te loggen in versie 4.10.2 van het programma Aquaview
met inlognamen ‘ [inlognaam] ’, [inlognaam] ’ en ‘ [inlognaam] ’, en dat succesvol is
ingelogd met inlognaam ‘ [inlognaam] ’;
- op 16 november 2017 tussen 23:58 en 23:59 uur via IP-adres [IP-adres 1]
is ingelogd in versie 4.10.2 van het programma Aquaview met inlognaam
‘ [inlognaam] ’. [10]
De verbalisant, belast met het onderzoek naar de gegevens op de harde schijf van de gemeente, heeft in een aanvullend proces-verbaal over de verwijderde bestanden -zakelijk weergegeven- het volgende geverbaliseerd:
Er zijn op 17 november 2017 8170 bestanden verwijderd. Tussen deze bestanden zaten ook zogenoemde uitvoerbare bestanden die cruciaal waren voor de werking van het Aquaview programma. Doordat deze bestanden waren verwijderd, was het niet langer mogelijk de rioolinstallatie correct aan te sturen. [11]
De gebruikersgegevens van de IP-adressen zijn gevorderd. Daarover is -zakelijk weergegeven- het volgende geverbaliseerd:
Ik heb de gebruikersgegevens gevorderd van deze IP-adressen. Deze bleken als volgt:
[IP-adres 1]
[IP-adres 2]
[IP-adres 3]
[A]
[adres]
[postcode] [woonplaats]
[verdachte]
[adres verdachte]
[postcode]
[B]
[adres]
[woonplaats]
Uit de basisregistratie personen blijkt dat verdachte staat ingeschreven op de [adres verdachte] in [woonplaats] . Uit familiegegevens bleek dat [verdachte] een zoon is van de [A] die woont op [adres] in [woonplaats] . [12]
Verbalisanten zijn naar de woning aan de [adres] in [woonplaats] gegaan en hebben [B] gesproken. Zij hebben daarover -zakelijk weergegeven- het volgende opgeschreven:
Wij hoorden dat [B] zei dat hij een straalverbinding had met de familie [verdachte] , die woont op [adres] , iets verderop. [13] [B] verklaarde:
‘Ik heb hen ( [ouders verdachte] en [verdachte] [de rechtbank begrijpt: de ouders van verdachte en verdachte]) geholpen met sneller internet omdat het internet op hun adres erg traag is. Ik doe dit ongeveer vanaf mei 2017. Mijn internet komt uit op de bedrijfsserver van [verdachte] ’. [14]
Uit onderzoek naar de mogelijke samenhang tussen de inlogmomenten in Aquaview en de historische gegevens van de telefoon van verdachte met nummer [telefoonnummer] is het volgende gebleken:
Uit de historie van voornoemd telefoonnummer van verdachte blijkt dat op 16
november 2017 om 21:31:44 uur en op 17 november 2017 om 01:12:27 uur contact is gemaakt met de paal aan de [adres] te [woonplaats] . [15] De zendmast op de [adres] ligt hemelsbreed minder dan 3 kilometer van het woonadres van de ouders van verdachte, [adres] in [woonplaats] . [16]
Verdachte heeft bij de politie -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Het zou kunnen dat ik van 16 op 17 november 2017 bij mijn ouders in [woonplaats] was. [17] Als er werk is bij mijn ouders slaap ik wel eens bij hen. [B] heeft een straalverbinding aangelegd zodat we op het adres van mijn ouders een beetje fatsoenlijk internet hebben. [18]
Mijn bedrijf heet [bedrijfsnaam] . [19] Ik maak gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] . [20]
Ter terechtzitting heeft verdachte – zakelijk weergegeven – verklaard:
Toen ik bij de gemeente werkte heb ik de gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ wel gebruikt om in te loggen. [21]
Op 12 februari 2018 is de woning van verdachte doorzocht. Tijdens deze doorzoeking werden op een vel A4 papier twee post-it’s aangetroffen met daarop het volgende:
[inlognaam]
De burgemeester van Lopik heeft op 23 januari 2018 opnieuw aangifte gedaan. Op 19 januari 2018 is zonder toestemming ingelogd op de server van de gemeente en in het programma Aquaview met de gebruikersnaam van een monteur, [gebruikersnaam] , door iemand anders dan deze monteur. [23] Er zijn afsluiters dichtgezet en pompen aangezet. Daarna is de storing/foutmelding geaccepteerd. [24]
Over het gevolg van de ten laste gelegde handelingen is door een monteur van de gemeente op verzoek van de politie het volgende opgeschreven:
Omdat de pompen op afstand waren aangezet en de aanvoer dicht was gezet kon de vacuümleiding teveel vacuüm trekken waardoor de pompen oververhit raken en stuk gaan of brand vatten. Een eventuele mogelijkheid is dat de leiding als gevolg daarvan implodeert. Gevolg daarvan is weer dat de pompen vervangen moeten worden. Bij brand zouden de aansturing en hardware vervangen moeten worden en bij het imploderen van leidingen moeten deze opnieuw worden aangelegd. Tot die tijd moeten alle putten handmatig worden langsgelopen met een zuigwagen om de leidingen van de bewoners te kunnen afvoeren. De leidingen lopen vol en bewoners en bedrijven kunnen hiervan overlast ondervinden. [25]
Naar aanleiding van voornoemde aangifte zijn de logbestanden van Aquaview opnieuw onderzocht. Daarover is -zakelijk weergegeven- het volgende geverbaliseerd:
Ik zag dat op 19 januari 2018 via IP-adres [IP-adres 4] om 20:37, 20:42 en 20:48 uur was ingelogd met de gebruikersnaam [gebruikersnaam] . [26]
Het IP-adres [IP-adres 4] bleek door Vodafone gebruikt te worden voor mobiele aansluitingen. [27]
De gemeente Lopik bleek twee laptops te hebben met een data-abonnement van Vodafone voor het gebruik van Aquaview. Eén van deze laptops bleek vermist. [28]
Uit historische verkeersgegevens van de aansluiting van de vermiste laptop bleek dat deze tussen september 2017 en februari 2018 steeds een aantal dagen per maand is gebruikt. Met uitzondering van 16 oktober 2017 werd de zendmast nabij [adres] te [woonplaats] gebruikt. [29]
De communicatie van de vermiste laptop van de gemeente Lopik is vanaf 24 januari 2018 opgenomen. Verbalisant heeft daarover het volgende in een proces-verbaal opgenomen:
Ik zag dat de laptop in de periode tot 12 februari 2018 op drie dagen was gebruikt. Ik zag dat de laptop steeds verbinding maakte via een zendmast op de [adres] in [woonplaats] . Ik zag een gedeelte van de communicatie van de laptop naar een website met de naam [website] . Ik zag dat ingelogd kon worden op deze website. Ik zag dat de volgende gegevens werden ingegeven:
- e-mail: [e-mailadres] ;
- password: [wachtwoord] . [30]
Vervolgens is een vergelijking gemaakt tussen inlogmomenten in de server van de gemeente via IP-adres [IP-adres 4] , de historische verkeersgegevens van de vermiste laptop en de historische verkeersgegevens van de telefoonaansluiting van verdachte. Daarover is in een proces-verbaal het volgende opgenomen:
Via IP-adres [IP-adres 4] is op 19 januari 2018 is tussen 19:55 en 20:55 uur ingelogd (of geprobeerd in te loggen) met gebruikersnamen [inlognaam] en [gebruikersnaam] . Ik zag dat de telefoonaansluiting van verdachte [verdachte] op 19 januari 2018 om 18:05 uur verbinding maakte via de zendmast op de [adres] in [woonplaats] . Via de aansluiting van de laptop was om 19:55 uur dataverkeer via de zendmast op de [adres] in [woonplaats] . [31]
Op 14 december 2017 is via IP-adres [IP-adres 4] tussen 15:33 en 15:43 uur geprobeerd in te loggen in de server van de gemeente Lopik met -onder andere- de gebruikersnamen [inlognaam] en [gebruikersnaam] . Ik zag dat de telefoonaansluiting van verdachte [verdachte] om 15:32 uur verbinding maakte met de zendmast aan de [adres] in [woonplaats] . Ik zag dat van de aansluiting van de laptop op diezelfde dag om 10:47 uur dataverkeer was vastgelegd nabij de [adres] te [woonplaats] . [32]
Op 23 januari 2018 is via IP-adres [IP-adres 4] tussen 08.:16 en 08:18 uur geprobeerd in te loggen op de server van de gemeente met gebruikersnamen [inlognaam] en [gebruikersnaam] . De telefoon van verdachte maakte die dag om 08:38 uur verbinding via een zendmast op de [adres] in [woonplaats] . Ik zag dat van de aansluiting van de laptop die dag om 08:15 uur dataverkeer was vastgelegd nabij de [adres] in [woonplaats] . [33]
IP-adres [IP-adres 4] is op 23 januari 2018 tussen 08:19 en 23:32 uur tevens gebruikt om in te loggen in de server van verdachte [verdachte] zelf met gebruikersnaam [gebruikersnaam] . [34]
De versie van Aquaview waarmee werd ingelogd, was gelijk aan de versie waarmee op 17 november 2017 is ingelogd [de rechtbank begrijpt: versie 4.2.10]. Dit was een afwijkende versie van de versie die door de meeste andere gebruikers werd gebruikt. [35]
Verdachte heeft bij de politie -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Ik heb tijdens mijn werk bij de gemeente aan alle monteurs gebruikersnamen en wachtwoorden verstrekt voor Aquaview. Dat wachtwoord hoefde niet om de zoveel tijd te worden gewijzigd. [36] Onder andere [C] had een inlog voor Aquaview. [37] Ik heb een laptop van de gemeente in gebruik gehad. [38]
Op mijn bedrijfsserver kon ik op afstand inloggen met, onder andere, de naam ‘ [gebruikersnaam] ’. [39] Mijn e-mailadres is
[e-mailadres]en mijn wachtwoord is [wachtwoord] . [40]
4.3.2
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 vast dat op 16 en 17 november 2017 is ingelogd in de server van de gemeente Lopik vanaf IP-adressen die allebei uitkomen op het adres van de ouders van verdachte in [woonplaats] . De rechtbank stelt verder vast dat de bestanden van het programma Aquaview in de nacht van 17 november 2017 zijn gewist tijdens een inlogsessie vanaf IP-adres [IP-adres 1] , het IP-adres dat hoort bij de beveiligde internetaansluiting van de ouders van verdachte in [woonplaats] .
Volgens de raadsvrouw kan niet worden bewezen dat verdachte degene is geweest die de ten laste gelegde handelingen op 16 en 17 november 2017 in [woonplaats] heeft verricht. De rechtbank ziet dit anders en overweegt daartoe als volgt.
Allereerst blijkt uit de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting dat verdachte beschikte over de vereiste kennis en kunde voor het plegen van het aan hem ten laste gelegde feit. Verdachte heeft in de jaren voorafgaand aan het ten laste gelegde immers als rioolbeheerder bij de gemeente Lopik gewerkt. Daarnaast is in zijn woning, maanden na de beëindiging van zijn dienstverband, een briefje aangetroffen met de gebruikersnamen en wachtwoorden waarmee op 16 en 17 november 2017 is ingelogd op de server van de gemeente Lopik.
Daar komt bij dat een paar dagen daarvoor, op 12 november 2017, al in de server van de gemeente is ingelogd vanaf het IP-adres van verdachte in [woonplaats] . Op die dag is voor het inloggen gebruik gemaakt van de naam ‘ [inlognaam] ’, één van de namen op het briefje dat in de woning van verdachte is aangetroffen. Met diezelfde gebruikersnaam is op 16 november 2017 opnieuw geprobeerd in te loggen, niet vanaf het IP-adres van verdachte in [woonplaats] , maar vanaf één van de IP-adressen van zijn ouders. Op 17 november 2017 is eveneens ingelogd vanaf een IP-adres van de ouders van verdachte met de gebruikersnaam ‘ [inlognaam] ’. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij tijdens zijn werk bij de gemeente Lopik gebruik heeft gemaakt van de gebruikersnaam ‘ [inlognaam] ’. Deze gebruikersnaam stond eveneens op het briefje dat in de woning van verdachte is aangetroffen.
Verdachte heeft verklaard dat hij met enige regelmaat bij zijn ouders verblijft. Bovendien is de telefoon van verdachte op zowel 16 als 17 november 2017 aangestraald op een zendmast in de buurt van de woning van zijn ouders in [woonplaats] . Op 16 november 2017 ongeveer twee uur voor het eerste inlogmoment en op 17 november 2017 slechts elf minuten nadat de bestanden van de server van de gemeente zijn verwijderd.
De rechtbank stelt op grond van het bewijs, in onderling verband en samenhang bezien, vast dat het verdachte is geweest die de ten laste gelegde handelingen op 16 en 17 november 2017 heeft verricht.
Gemeen gevaar voor goederen en voor de verlening van diensten
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting betoogd dat als gevolg van de onder feit 1 primair ten laste gelegde handelingen geen gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten is ontstaan, nu de rioolinstallatie van de gemeente enkel niet meer op afstand kon worden gemonitord en bediend. Ambtenaren in het gemeentehuis zelf konden de installatie nog wel monitoren en bedienen, aldus de raadsvrouw.
Dat laatste is naar het oordeel van de rechtbank feitelijk onjuist. Uit de bewijsmiddelen volgt dat op 17 november 2017 uitvoerbare programma’s en bestanden zijn verwijderd die cruciaal waren voor de werking van het programma Aquaview. Aquaview is het programma waarmee de rioolinstallatie kan worden gemonitord en aangestuurd. Vanuit het gemeentehuis kon weliswaar nog worden ingelogd op de server van de gemeente, maar het programma Aquaview was ook vanuit het gemeentehuis niet meer toegankelijk. Dat betekent dat de rioolinstallatie van de gemeente Lopik als gevolg van het handelen van verdachte gedurende enige tijd niet correct kon worden gemonitord en aangestuurd. Daarmee is gemeen gevaar voor de verlening van diensten te duchten geweest. Onder gemeen gevaar voor de verlening van diensten dient te worden verstaan het gevaar voor een ongestoorde dienstverlening aan een onbestemd doch aanmerkelijk aantal afnemers. Het beheer van de rioolinstallatie van de gemeente Lopik kan worden aangemerkt als dienstverlening aan een onbestemd doch aanmerkelijk aantal afnemers, te weten de inwoners van die gemeente. Nu deze dienst gedurende enige tijd niet correct kon worden verleend, is sprake geweest van een gemeen gevaar voor de verlening van diensten in de zin van artikel 161sexies Sr.
De rechtbank is, gelet op de bewijsmiddelen en op voorgaande overwegingen van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder feit 1 primair ten laste gelegde.
4.3.3
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Volgens de raadsvrouw kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte degene is die de ten laste gelegde handelingen op 19 januari 2018 heeft verricht. De rechtbank ziet dit anders en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2 vast dat op 19 januari 2018 via IP-adres [IP-adres 4] is ingelogd in de server van de gemeente en in het programma Aquaview. Er zijn afsluiters dichtgezet en pompen aangezet. Daarna is de storings- en/of foutmelding geaccepteerd.
Zoals eerder overwogen, beschikte verdachte naar het oordeel van de rechtbank over de kennis en kunde voor het plegen van het aan hem ten laste gelegde. Daarbij is van belang dat verdachte alle monteurs tijdens zijn werk bij de gemeente heeft voorzien van inloggegevens voor het programma Aquaview en dat op 19 januari 2018 is ingelogd met de gebruikersnaam van een monteur die al bij de gemeente werkte toen verdachte er ook nog werkzaam was. Verdachte heeft bovendien verklaard dat de gebruikersnamen en wachtwoorden niet om de zoveel tijd hoefden te worden gewijzigd.
Het IP-adres [IP-adres 4] dat op 19 januari 2018 is gebruikt voor het inloggen in de server van de gemeente, blijkt door Vodafone te worden gebruikt voor mobiele aansluitingen. Verdachte heeft ooit een laptop met een Vodafone data-abonnement van de gemeente in gebruik gekregen. De gemeente mist deze laptop sinds de beëindiging van het dienstverband van verdachte. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat verdachte de laptop van de gemeente in gebruik had op 19 januari 2018 en dat verdachte gebruik heeft gemaakt van IP-adres [IP-adres 4] . Zo is uit onderzoek gebleken dat de vermiste laptop in de periode van september 2017 tot en met februari 2018 nagenoeg enkel contact heeft gemaakt met de zendmast [adres] in [woonplaats] , de zendmast in de buurt van de woning van de ouders van verdachte in [woonplaats] . Verder is via de aansluiting van de laptop een website bezocht waarop is ingelogd met het e-mailadres en het wachtwoord van verdachte en is op de laptop ingelogd in de bedrijfsserver van verdachte.
Dat verdachte via de laptop gebruik maakte van IP-adres [IP-adres 4] blijkt onder meer uit het feit dat op 23 januari 2018 via voormeld IP-adres ook verbinding is gemaakt met de bedrijfsserver van verdachte. Daar komt bij dat de telefoonaansluiting van verdachte en de laptop van de gemeente op 14 december 2017 en op 23 januari 2018 allebei verbinding hebben gemaakt met de zendmast in de buurt van de woning van de ouders van verdachte, kort voor- of nadat via IP-adres [IP-adres 4] in de server van de gemeente is ingelogd (of geprobeerd in te loggen) met gebruikersnaam [gebruikersnaam] . Op 19 januari 2018 is tussen 19:55 en 20:55 uur via voormeld IP-adres en met gebruikersnaam [gebruikersnaam] ingelogd in de server van de gemeente. Uit de aangifte blijkt dat op die dag afsluiters zijn dichtgezet, pompen zijn aangezet en dat een storingsmelding is geaccepteerd. De laptop van de gemeente maakte die dag om 19:55 uur verbinding met de zendmast in de buurt van de woning van de ouders van verdachte. De telefoonaansluiting van verdachte maakte een paar uur daarvoor reeds verbinding met diezelfde zendmast.
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte degene is geweest die de ten laste gelegde handelingen op 19 januari 2018 heeft verricht.
Gemeen gevaar voor goederen en voor de verlening van diensten
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 2 aangevoerd dat geen gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten is geweest, nu de schade zoals omschreven in het procesdossier zich niet had kunnen voordoen, gelet op de ingebouwde beveiligingsmaatregelen van het systeem. De rechtbank volgt de raadsvrouw daarin niet. Uit een verklaring van een monteur van de gemeente Lopik blijkt immers dat veel schade aan de rioleringspompen en leidingen had kunnen ontstaan als gevolg van het aanzetten van de pompen en het dichtzetten van de afsluiters. De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen en is dan ook van oordeel dat als gevolg van het handelen van verdachte wel degelijk gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest. Dat het gaat om gemeen gevaar is evident, nu het gaat om gevaar voor ernstige schade aan de rioolinstallatie van een gemeente, met alle gevolgen van dien. Naar het oordeel van de rechtbank is als gevolg van het handelen van verdachte niet alleen gemeen gevaar voor goederen, maar ook voor de verlening van diensten te duchten geweest, nu verdachte de storingsmelding, één van de beveiligingsmaatregelen waarover de raadsvrouw lijkt te spreken, heeft geaccepteerd en daarmee verwijderd. Zoals hiervoor overwogen kan het beheer van de rioolinstallatie van de gemeente kan naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als dienstverlening in de zin van artikel 161 sexies Sr. Het gaat immers om dienstverlening van de gemeente aan haar inwoners, een onbestemd doch aanmerkelijk aantal personen. Door de storingsmelding te verijdelen heeft verdachte veroorzaakt dat gemeen gevaar voor de verlening van diensten te duchten is geweest. Dat het gevaar zich dankzij een oplettende monteur uiteindelijk niet heeft verwezenlijkt, doet daar niet aan af.
Gelet op voorgaande overwegingen en op de onder paragraaf 4.3.1 omschreven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 primair
op tijdstippen in de periode van 16 november 2017 tot en met 17 november 2017 in Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland, telkens opzettelijk enig geautomatiseerd werk, te weten het programma Aquaview, dat dient om de server voor de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, heeft beschadigd en onbruikbaar heeft gemaakt, door
- ( op afstand via een Remote Desktop Procotol) op die server in te loggen via een voormalig
account van hem, verdachte, waartoe hij niet langer gerechtigd was en
- meerdere bestanden van het programma Aquaview en een back-up van die bestanden van
het programma Aquaview te wissen, waardoor het voor medewerkers van de gemeente
Lopik gedurende enige tijd niet mogelijk was om:
- (op afstand) in te loggen op het systeem dat wordt gebruikt voor het monitoren van
de rioolwatervoorziening en
- (de) rioleringspompen te bedienen en
- over de gewiste bestanden te beschikken,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor de verlening van diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik, te duchten was;
feit 2 primair
op 19 januari 2018 in Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland of elders in Nederland, opzettelijk een ten opzichte van enig geautomatiseerd werk, te weten het programma Aquaview dat dient om de server voor de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld, door
- ( op afstand via het programma Aquaview) op die server in te loggen via een account van
een medewerker van de gemeente Lopik zonder daartoe gerechtigd te zijn en
- rioleringsafsluiters dicht te zetten en rioleringspompen aan te zetten en een storingsmelding
van de rioolvoorziening te accepteren en/of te verwijderen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en voor de verlening van diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik, te duchten was.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten is, meermalen gepleegd;
feit 2
opzettelijk een ten opzichte van enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie genomen veiligheidsmaatregel verijdelen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten is.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft de rechtbank, indien zij tot een bewezenverklaring komt, verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte moet zijn vrouw en twee kinderen onderhouden van de inkomsten uit zijn werk als zelfstandig ondernemer. Hij is niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit en de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, heeft diepe indruk op hem gemaakt. Gelet op het voorgaande en op de aard van het ten laste gelegde is niet voorstelbaar dat verdachte zich opnieuw zal schuldig maken aan een strafbaar feit. De raadsvrouw acht oplegging van een taakstraf van beperkte duur in dit geval dan ook passend.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft tot halverwege 2017 als rioolbeheerder gewerkt bij de gemeente Lopik. Hij heeft, maanden na de beëindiging van zijn dienstverband, meermalen zonder toestemming ingelogd op de server van de gemeente en in het programma waarmee de gehele rioolinstallatie van de gemeente wordt aangestuurd. Verdachte heeft vervolgens een aanzienlijke hoeveelheid bestanden van dat programma gewist. De rioolinstallatie kon daardoor enige tijd niet correct worden aangestuurd. Een paar maanden later heeft verdachte via datzelfde programma rioolafsluiters dichtgezet en rioleringspompen aangezet en de daaropvolgende storingsmelding genegeerd, als gevolg waarvan ernstige schade aan de rioolinstallatie van de gemeente had kunnen ontstaan.
Verdachte heeft zich tot tweemaal toe schuldig gemaakt aan artikel 161sexies van het Wetboek van Strafrecht. Voor dit feit zijn binnen de rechtspraak geen landelijke oriëntatiepunten opgesteld. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf daarom gelet op straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. De rechtbank heeft daarnaast rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij met zijn handelen misbruik heeft gemaakt van de kennis die hij heeft opgedaan in zijn tijd als ambtenaar bij de gemeente Lopik. Verdachte heeft het vertrouwen dat de gemeente destijds in hem heeft gesteld en dat in het algemeen in ambtenaren mag worden gesteld, ernstig beschaamd. De rechtbank rekent het verdachte daarnaast aan dat hij zich kennelijk niet heeft bekommerd om de ernstige schade die hij met zijn handelen had kunnen aanrichten aan de rioolinstallatie van de gemeente Lopik, met alle gevolgen voor de inwoners van dien.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte van 19 juli 2018. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Deze omstandigheid wordt niet in het voor- of nadeel van verdachte meegenomen.
De rechtbank heeft tevens kennis genomen van het rapport van de reclassering van 14 augustus 2018. De reclassering heeft geen helder beeld van verdachte gekregen, vanwege zijn ontkennende en gesloten houding. De reclassering heeft zich daarom onthouden van advies over eventueel op te leggen bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft zowel bij de reclassering als ter terechtzitting te kennen gegeven niet gemotiveerd te zijn om mee te werken aan hulpverlening. De rechtbank acht het dan ook niet zinvol om bijzondere voorwaarden aan de op te leggen straf te verbinden.
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf onwenselijk is, omdat verdachte van zijn inkomsten als ZZP’er een gezin met twee kinderen moet onderhouden. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat echter niet kan worden volstaan met een geringe taakstraf, gelet op de ernst van de feiten.
Alles afwegende acht de rechtbank de taakstraf voor de duur van 240 uren die door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden. De tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht, zal van deze duur worden afgetrokken.

9.BENADEELDE PARTIJ

De gemeente Lopik heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 4.199,64. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 ten laste gelegde feit. De schade bestaat enerzijds uit loonkosten voor personeel van de gemeente dat als gevolg van het ten laste gelegde de gemalen moest controleren (€ 1.499,64) en anderzijds uit kosten die nog moeten worden gemaakt voor het herstellen van de software van de gemeente door het bedrijf Xylem (€ 2.700). De benadeelde partij heeft verzocht het gevorderde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 1.499,64, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij moet niet-ontvankelijk worden verklaard in het overige gedeelte van de vordering, omdat dit gedeelte onvoldoende is onderbouwd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde en daarmee niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij. Subsidiair heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. De kosten voor het herstellen van de software betreffen een schatting. Wat betreft de gevorderde loonkosten, bestaat er teveel onduidelijkheid over de overwerktoeslagen die al dan niet in de kostenopzet zijn opgenomen. Daarnaast is onvoldoende duidelijk of alle werkzaamheden van het personeel van de gemeente enkel als gevolg van het ten laste gelegde zijn verricht. De rechtbank zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering en bepalen dat deze bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank compenseert de eventuele kosten tussen partijen aldus, dat elke partij haar eigen kosten draagt.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 57 en 161 sexies van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder de feiten 1 en 2 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht en waardeert een in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte dag op 2 uur te verrichten arbeid;
Benadeelde partij
- bepaalt dat de benadeelde partij, de gemeente Lopik, niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
Voorlopige hechtenis
- heft op het -reeds geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Veenstra, voorzitter, mrs. I.P.H.M. Severeijns en B.G.W.P. Heijne, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Lindeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 september 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1 primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 november 2017 tot en met 17 november 2017 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk enig geautomatiseerd werk en/of enig werk voor telecommunicatie, te weten een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar heeft gemaakt, een stoornis in de gang en/of in de werking van dat geautomatiseerd werk heeft veroorzaakt en/of een ten opzichte van dat geautomatiseerde werk
genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld, door
- ( op afstand via het programma Aquaview en/of het programma Teamviewer en/of via een Remote Desktop Protocol) op die server in te loggen via een gastaccount en/of een account van een medewerker van de gemeente Lopik zonder daartoe gerechtigd te zijn en/of een voormalig account van hem, verdachte, waartoe hij niet langer gerechtigd was en/of
- meerdere, althans één, map(pen) en/of bestand(en) van die server en/of het programma Aquaview en/of een back-up van die map(pen)/bestand(en) van die server en/of het programma Aquaview te wissen, waardoor het voor (medewerker(s) van) de gemeente Lopik gedurende enige tijd
niet mogelijk was om:
- ( op afstand) in te loggen op de server en/of het systeem dat wordt gebruikt voor het monitoren van de
de rioolwatervoorziening en/of
- ( de) rioleringspomp(en) te bedienen, en/of
- over de gewiste bestanden/gegevens te beschikken,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of voor de verlening van diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik, te duchten was;
art 161sexie ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 november 2017 tot en met 17 november 2017 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, die door middel van een geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen, te één of meerdere map(pen) en/of bestand(en) en/of één of meerdere back-upbestand(en) van een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt;
art 350a lid 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 november 2017 tot en met 17 november 2017 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, (telkens) is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of met behulp van een valse sleutel, te weten door het (telkens) inloggen met
inloggegevens waartoe hij, verdachte, niet (meer) gerechtigd was;
art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht
feit 2 primair
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 19 januari 2018 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, opzettelijk enig geautomatiseerd werk en/of enig werk voor telecommunicatie, te weten een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van
de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar heeft gemaakt, een stoornis in de gang en/of in de werking van dat geautomatiseerd werk heeft veroorzaakt en/of een ten opzichte van dat geautomatiseerde werk genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld, door
- ( op afstand via het programma Aquaview en/of het programma Teamviewer en/of via een Remote Desktop Protocol) op die server in te loggen via een gastaccount en/of een account van een medewerker van de gemeente Lopik zonder daartoe gerechtigd te zijn en/of een voormalig account van hem, verdachte, waartoe hij niet langer gerechtigd was en/of
- één of meerdere rioleringsafsluiter(s) dicht te zetten en/of één of meerdere rioleringspomp(en) aan te zetten en/of storingsmeldingen en/of foutmeldingen van de rioolvoorziening te accepteren en/of te verwijderen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of voor de verlening van
diensten, te weten de rioolvoorziening van de gemeente Lopik, te duchten was;
art 161sexie ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 januari 2018 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, die door middel van een
geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen, te weten één of meer melding(en) in/op de server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen,
heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt;
art 350a lid 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 19 januari 2018 in de gemeente Lopik en/of Bergambacht, gemeente Krimpenerwaard en/of Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland en/of elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik en/of het programma Aquaview om die server voor het beheer van de rioolwatervoorziening van de gemeente Lopik op afstand te kunnen benaderen, (telkens) is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of met behulp van een valse sleutel, te weten door het (telkens) inloggen met inloggegevens waartoe hij, verdachte, niet (meer) gerechtigd was.
art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 1 mei 2018, genummerd PL0900 2017355523 (onderzoeksnummer: MDRAA18004/03Clean), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 569. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, sub vijf, van het Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.Een proces-verbaal van aangifte van 5 december 2017, p. 34.
3.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 178.
4.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 181.
5.Een proces-verbaal van Veiligstellen Digitale Gegevensdrager van 27 maart 2018, p. 499-500 en een
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 91.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 92.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 91.
9.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 95.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 94.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van 23 juli 2018, p. 569.
12.Een proces-verbaal van bevindingen van 9 januari 2018, p. 49.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 22 februari 2018, p. 105.
14.Een proces-verbaal van bevindingen van 22 februari 2018, p. 107.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 99.
16.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, p. 101.
17.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 183.
18.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 184.
19.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 174.
20.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 februari 2018, p. 175.
21.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 30 augustus 2018.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 13 februari 2018, p. 148.
23.Een proces-verbaal van aangifte van 23 januari 2018, p. 36.
24.Een proces-verbaal van aangifte van 23 januari 2018, p. 36-37.
25.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2018, p. 103.
26.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 114.
27.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 110.
28.Een aanvullend proces-verbaal van verdenking van 24 januari 2018, p. 156.
29.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 19 en nader uitgewerkt in een proces-
30.Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek laptop gemeente van 14 februari 2018, p. 101.
31.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 114.
32.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 113.
33.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 114.
34.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 april 2018, p. 111.
35.Een proces-verbaal van verdenking van 24 januari 2018, p. 155.
36.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 februari 2018, p. 195.
37.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 februari 2018, p. 181.
38.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 februari 2018, p. 178.
39.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 februari 2018, p. 210.
40.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van van 26 februari 2018, p. 211-212.