Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
de rechtbank stelt vast dat deze straat in de directe omgeving van de [adres] ligt] zag hij een voertuig rijden. In het voertuig zaten vier personen. De personen gaven op te zijn: [A] , [B] , [C] en [verdachte] . Verbalisant zag dat [verdachte] en [B] een wond op hun hand hadden. Het bloed om de wond was vers en op de kleding van [verdachte] zat ook bloed. De verdachten zijn aangehouden [5] en de kleding is in beslag genomen. De spijkerbroek van verdachte [verdachte] is veiliggesteld: SIN AAKK0339NL. [6]
veel waarschijnlijkerzijn wanneer dit glasdeeltje afkomstig is van de gebroken ruit, waartoe het referentieglas heeft behoord (hypothese 1), dan wanneer het afkomstig is van een willekeurige andere ruit of glazen object (hypothese 2). Met de term
‘veel waarschijnlijker’wordt bedoeld dat de kans op het waarnemen van de onderzoeksresultaten honderd tot tienduizend keer groter wordt geacht wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [10]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
jeugddetentie van 1 (één) maand;